Politieke Borrelpraat (PBR) deel 117
07 Oct 2012, 19:30
foto
De SMS-boot te Donderskamp.


“Ai boi, wat was het de afgelopen dagen ook met ons scheepvaartverkeer een gedoe, dan wan boto foe onderwijs soengoe bijna.”
“Correctie, dat wrak was gehuurd door onderwijs.”
“Weer correctie, het was geen wrak, want het voer.”
“Ja, mooi, en op de rivier ai loes planga.”
“Een plank raakte los, overdrijf niet.”
“Tjekt de MAS zulke boten op vaarwaardigheid?”
“Neks mag loslaten als een volbeladen boot vaart. Die schuit begon al met man en muis slagzij te maken.”
“Aha, nou noem je wat: te vol beladen zeker. Met onderwijzers, met hun bepakking, met leerlingen, met leermiddelen, daar was het wrak niet op berekend.”
“Alweer heb je het over het wrak.”
“Maar er waren wel zwemvesten aan boord.”
“Ja, mooi, maar hadden de mensen die aan, of hoeft dat niet op zulke loes’planga-boto?”
“Boi, if dat boto bin kapseis, godzijdank dat no psa, da waar ga je tijd hebben om zwemvest te gaan halen, dragen, binden enzo?”
“Da ie b’o lesi, afkloppen hoor, want a no’m psa: ‘Propvolle onderwijsboot gekapseist, zwemvesten dreven links en rechts, maar niet de opvarenden.”
“Droomt men nog van die fly overs en snelwegen tot naar Brazilië?”
“Liever wagens van diensttoppers pimpen dan boten voor hardwerkende landgenoten.”
“En dan die maandelijkse SMS-postboot naar Donderskamp, dat leek wel die tocht van de ontdekkingsreiziger Stanley die in 1874 de Kongorivier in 999 dagen van de oorsprong tot de monding afvoer.”
“Ai meester, dankzij de alcohol komt je hele geschiedenisles naar boven drijven.”
“Ach, no klets jongoe! Als Stanley nog leefde, konden wij hem hebben gevraagd die postboot van ons op te sporen, zoals hij de vermiste zendeling Livingstone in 1871 heeft opgespoord.”
“Kijk wat van onze eens zo trotse scheepvaartmaatschappij is overgebleven. Tot de ms Saramacca is toentertijd dankzij geboefte binnen de leiding door schuldeisers in New Orleans aan de ketting gelegd en geveild. Onze laatste postboot, I presume, moest de afgelopen week teruggesleept worden.”
“Postboot met twee dagen vertraagd, vliegtuig met één dag vertraagd...”
“Da do lap-lap a boto baka. Waarom kan er geen nieuwe gemaakt worden met toiletten waar je niet op een wiebelend bankje moet klimmen foe go kleine en foe go grote?”
“Eentje met slaaphutten en catering, geschikt om ook toeristen te accomoderen, so a SMS kan mek moro moni. Een particulier doet al zoiets. Weet je hoe relax zo een verzorgde bootreis op onze binnenrivieren is?”
“Maar die panne van die SOS-postboot kwam door dat dichtgegroeid en dichtgeslipt Saramaccakanaal, dat ook als dump van rommel wordt gebruikt.”
“Dat hele kanaal moet opgeschoond en uitgediept worden.”
“Zie je, alles is de afgelopen twee regeringsperioden zo verwaarloosd en nu moet deze regering alles gaan oplappen, schoonmaken, herstellen.”
“Geen wonder; heb je gelezen hoe dat financieel beleid toen was? Elk dubbeltje werd tienmaal omgedraaid door die Hilly de Zwijger en die wijlen goeie man op de Moederbank, waarbij wel eens wat rekeningen niet werden betaald.”
“Wel eens een paar rekeningen? Wie houdt wie voor de gek? Het ging om honderden miljoenen aan niet uitbetaalde binnenlandse schulden. Dat moest deze regering eerst aflossen.”
“Jullie wisten wat jullie te wachten stond na 10 jaren pras’oso en prenasi-beleid. Jullie waren toch zo krasi om te gaan regeren? Da wat klagen jullie nu?”
“Toch vind ik het een mager excuus dat Baas aan het begin van zijn jaarrede het op duidelijke punten nog niet op gang gekomen regeringsbeleid schuift in de schoenen van het wanbeleid van de vorige regering. Deze regering zit al meer dan twee jaren aan.”
“Het was geen wanbeleid, Gilltmeer heeft zelf aan America Today gezegd dat het financieel beleid 2000-2010 goed was.”
“En Baas zei: het was slecht.”
“En die Yapin Club zegt: Gilltmeer spreekt Baas tegen.”
“Dat was duidelijk tweespalt willen veroorzaken tussen Baas en Gilltmeer.”
“En het had effect, want Gilltmeer verdedigt meteen en stelt dat hij Baas niet heeft tegengesproken.”
“Als ik Gilltmeer was, zou ik hebben gezegd:‘Ik blijf erbij dat het financieel beleid 2000-2010 goed was, maar dat sloeg op het buitenlandse aflossingsbeleid. Mijn uitspraak sloeg absoluut niet op het binnenlandse financiële beleid en daarop sloeg de uitspraak van de Pres aan het begin van zijn jaarrede. Klaar. En als het Kabinetske met de lawaaierige verdedigers van Baas, dat niet genoeg vonden, dan bekijken ze het maar.”
“Dan gaan ze nog meer lawaai maken en mensen optrommelen om te verdedigen als ze het boek ‘Bouterse aan de macht’ doorlezen.”
“Jij bent echt: de beste zuiplui staan aan de bar. Jij weet het beter wat Gilltmeer had moeten zeggen.”
“Kan die Yapin-club ons niet uitleggen hoe het komt dat ondanks dat geweldige, krenterige financiële beleid van hun regering, hun partij bij de verkiezingen zo een smadelijke nederlaag heeft geleden?”
“Maar ik begrijp het lawaai van die oppositie in die kwestie rond het uitgeven van cambio-vergunningen, niet meer door de regering, maar nu door de Centrale Bank, niet goed. Wat is daar fout aan?”
“Je hebt toch gezien waartoe regeerders toentertijd in staat zijn geweest met dat cambiobeleid? De hele financiële sector werd ontwricht. Bepaalde cambio’s bezaten op een gegeven moment meer dollars dan de Centrale Bank.”
“Dus dat lawaai van de oppositie was meer een geweeklaag, dat ze, als ze eens aan de macht komen, ze geen vriendjespolitiek meer kunnen bedrijven met het uitgeven van cambio-vergunningen.”
“Of dan moeten ze die wet weer wijzigen en dan weet elk kind dat ze dat doen om weer te gaan rommelen.”
“Alsof er nu niet gerommeld wordt.”
“Heb je bewijzen, heb je bewijzen?”
“Maar waarom maken ze ook zo een lawaai dat de Republic Bank van Trinidad de meerderheidsaandelen van de Hakrinbank overneemt?”
“Volgens mij om dezelfde reden. Als de overheid geen meerderheid in de RVC van de Hakrinbank meer heeft, dan kunnen slimme politieke jongens niet meer via de RvC hun financiële belangen doordrukken of hun relaties bevoordelen.”
“Nee mang, hou op. Is het om die kortzichtige, hebzuchtige reden dat de oppositie zo tegen het verkopen van aandelen in staatsbedrijven, zoals Telesur en de SLM, is?”
“Da wat dacht je! Wat voor toegevoegde maatschappelijke en bedrijfskundige meerwaarde hebben al die RvC’s vol politieke vriendjes al die jaren voor de gemeenschap gehad?”
“Een paar deskundigen en harde werkers niet te na gesproken, maar het merendeel van die RvC-ers ging daar meer zitten om te snoepen van dat landsbedrijf. Daarom was het altijd toch zo een halen en trekken binnen coalitiepartijen als de zetels in de RvC’s van goeddraaiende staatsbedrijven verdeeld moesten worden?”
“Was er daarom tot onlangs zo een halen en trekken om RvC-leden van AZ?”
“Als dit nu wegvalt, wordt de oude politiek oninteressant voor vele aanhangers, want dan kunnen politieke partijen geen aantrekkelijke posten meer beloven.”
“Ja, zo van: help ons met de verkiezingskaravaan, zet je wagen in, beplak je huis met onze posters en laat onze partijvlaggen prominent wapperen, laat je hele familie met onze truitjes uit China of India lopen, en als we winnen, kom jij in de RvC van Telesur en dan kun je je hele familie zegenen met gratis telecom-hoogstandjes uit dat bedrijf.”
“Of als je je nog harder inzet voor de partij, kom je in de RvC van de SLM, dan kan je met je gezin IPB reizen.”
“Wat is dat? Dat noemden jullie een paar weken terug ook bij die tori van de KLM en dat zitten op die jumpseat.”
“IPB betekent: Indien Plaats Beschikbaar. Als er stoelen vrij zijn, mogen werknemers van het vliegbedrijf de ticket op kostprijsbasis kopen, bijvoorbeeld 300 euro voor retour naar Nederland.”
“Ik ken gevallen dat men betalende passagiers met een OK ticket die wat laat, maar niet te laat incheckten van de lijst had gehaald, ten gunste van IPB-ers. Zogenaamd was er sprake van overboeking. Neks overboeking.”
“Je zegt weer zomaar-dingen.”
“Neks zomaar dingen. Het is in het verleden vaker gebeurd en mi kan tjaar wan toe benadeelden dja if oen wani.”
“Oh, dus nu begrijp ik dat gehuil van de oppositie over die plannen om de meerderheidsaandelen van strategische staatsbedrijven af te stoten.”
“Dat noemden de oude Romeinen: een oratio pro domo, oftewel een toespraak in eigen belang.”
“Maar men gaat daarbij in DNA zover om ongenuanceerd te zeggen dat The Republic Bank uit Trinidad geen goeie naam heeft. Hoe zouden wij het vinden als onze DSB een kans krijgt een meerderheidsaandeel van een grote Trinidad-bank te kopen en in Trinidad zegt men in het Parlement “that the Die-Es-Bee-bank from Suriname has a bad name in some white-washing cases.”
“Jakkes mang! Dat ding heet money laundring.”
”Wacht maar tot een topper van die Republic Bank onze oppositie ter verantwoording roept voor het bekladden van hun naam.”
“Zelfs die Nederlandse ABN-afdeling Panama had toentertijd toch een slechte naam gekregen wegens witwassen van drugsgelden.”
“Je kraait weer zomaar dingen uit, drink niet meer, wil je?”
“Maar intussen slaat onze national carrier haar vleugels uit; eerst Guyana, nu Cayenne.”
“Ja, maar dat is een vliesdun contractje tussen de SLM en de luchthaven in Cayenne.”
“En het geldt voor deze winter, dus tot en met februari alleen. Hopelijk knikkeren de Fransen ons niet voor de tweede keer eruit om hun eigen luchtvaartmaatschappij te bevoordelen.”
“Daarom is onze overheid nu al begonnen om een permit voor volgend jaar aan te vragen en intussen wordt er gewerkt aan een officieel luchtvaartverdrag tussen Frankrijk en Suriname.”
“Nu helpen we de Fransen om dat gat Cayenne-Belem te vullen, en die SLM-topman heeft gelijk: spring in dat gat, acht jaar heb je erop gewacht, dit is het juiste moment. En nu moeten we die Fransen achterna zitten om die luchtvaartovereenkomst met ons te sluiten, en niet met de Franse slag.”
“Maar ie no loek’a luchthaven foe ding mang: zelfs zij hebben een loopslurf en wij klungelen nog steeds met een overdekte ladder. Dat doe je vooral de ouderen toch niet aan?”
“En die vormen de ruggengraat van je passagiers, want die hebben wat meer geld en tijd om te reizen dan de doorsnee dertigjarigen.”
“Altijd ben je zo negatief. Zanderij gaat vooruit, kijk die parkeerhaven met rotonde.”
“Okay, dat is waar, maar je luchthaven draait niet op ruim parkeren, maar op je passagiers, die nog steeds een enge trap op en af moeten klauteren, regen of geen regen, zon of geen zon.”
“Altijd blijven de voorzieningen voor de werkende en betalende massa in dit land zo achter en gaan de voorzieningen voor de profiterende elite wel snel vooruit.”
“Is wij willen dat pikken.”
“Zoals ik het nog steeds blijf pikken dat ik jaren geleden een contract met een Surinaams cabel-tv bedrijf heb gesloten voor Engelssprekende films en nu na jaren is meer dan de helft van die zenders Spaanssprekend geworden, zonder Engelse ondertiteling en juist mijn favoriete nieuwszender FOX is intussen ook zonder mij als klant te melden er uitgehaald; wat heb ik aan twee CNN’s?”
“Kijk je naar die Fox-rommel?”
“Lieb mi, ik heb er toch ook geen kritiek op dat je elke middag naar je Fawakanah-stories luistert?”
“Maar dat van die cabel-tv is eigenlijk sluipfasi-contractbreuk en een klant-om-de-tuin-leiding. Heb je niet geklaagd?”
“Aan dovemansoren. Een of anders nietszeggend juffertje zingt mooi door de telefoon: ‘We hebben uw klacht genoteerd, meneer, we doen er alles aan, meneer.’ Dat was twee jaar geleden. Neks no happen.”
“En jullie klagen maar en pikken deze rommel?”
“Wachte, tot ik die naam van dat bedrijf met m’n klachten openlijk in de pers ga noemen.”
“Boi, dan pas ga je toppers uit dat bedrijf pas horen reageren met allerlei goedkope smoesjes.”
“Ik pik dit niet meer.”
“Ik sta ook achter je, want ook ik ben bij dat Prutsnet aangesloten.”
“We toasten daarop. Proost.”

Rappa
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May