Column: Campagne zonder franje
05 Sep 2012, 22:00
foto


Soms loopt het net even anders. Zo waren we van de week op zoek naar een romantische speelfilm op televisie om uiteindelijk verzeild te raken in het zoveelste lijsttrekkersdebat. Het is hier namelijk verkiezingstijd. Mijn vrouw had weinig trek in het debat maar omdat ze tot de grote groep zwevende kiezers behoort, vond ze toch dat ze in elk geval een globale indruk moest krijgen van de politici die kans maakten om straks het land te gaan besturen. Na een paar minuten had ze het wel bekeken: ‘Allemaal witte mannen. Stuk voor stuk een saai pak met een saaie stropdas en niemand die een beetje fris uit zijn ogen kijkt. Humor hebben ze ook al niet. Kijk hoe agressief ze elkaar benaderen. Alleen die kleine heeft nog iets van zichzelf.’

Zelf stem ik al sinds ik daartoe gerechtigd ben op dezelfde partij. Van die kleine om precies te zijn, wiens naam nog al eens wordt verward met die van mij. Eén keer ben ik daarvan afgeweken maar daar lag een privékwestie aan ten grondslag. Het bleek namelijk de laatste kans om op mijn moeder te stemmen. Die zat destijds al dik tien jaar in de Tweede Kamer maar ik vond het toch tamelijk uniek om haar die ene keer mijn stem te geven. Bovendien vertegenwoordigde ze een heel fatsoenlijke partij, wat mij betreft weliswaar iets te veel in het midden maar wel keurig democratisch en liberaal.

Waar ik mijn gedrag in het stemhokje door laat leiden? Ik kijk naar een eerlijke verdeling van de lasten (ook internationaal), gelijke behandeling, internationale samenwerking (ook Europees), duurzame omgang met het milieu en behoud van cultuur. Zaken als hypotheekrenteaftrek, forensentaks, hogere maximumsnelheid op de snelweg of de aanschaf van peperdure straaljagers interesseren mij hoegenaamd niets. Terwijl iedereen maar doorklaagt over die crisis, valt aan die laatste beleidsterreinen naar mijn smaak vooral de status van onze welvaart af te leiden.

In Suriname heb je bijvoorbeeld geen straaljagers zodat je ze ook niet hoeft te vervangen en snelwegen zijn er evenmin (officieel tenminste). En wie een beetje gezond verstand heeft zal er ook niet snel een langlopende lening afsluiten om een huis te kopen. Valt er dus ook niets af te trekken. Het belang van de forens zal ook niet gauw op de agenda komen in de Assemblee, het handjevol pendelaars uit Nickerie of Moengo ten spijt.

Verder kies ik uit principe voor een grote of middelgrote partij. Geen splinterpartij, protestpartij of one issuebeweging. Die schrikken zich rot als ze regeermacht krijgen en ook ineens op andere terreinen standpunten moeten bepalen.
Het tv-debat duurde ruim een uur. Veel gehakketak over cijfers en feiten, half gelukte oneliners en geruzie. Mijn vrouw werd er weinig wijzer van. Want hoe stevig de heren politici elkaar ook van leugens betichtten, na tien minuten zakte ze weg in een diepe slaap. Persoonlijk zag ik mijn jarenlange voorkeur andermaal bevestigd maar echt warm werd ik er ook niet van. Wel werd ik plots overvallen door een voor mij uiterst zeldzaam moment van nostalgie.

Ineens verlangde ik naar grote kleurige vlaggen: groen, geel, oranje, paars en rood. Naar toeterende busjes, uitgelaten partijaanhangers, propagandateams, uitgedost in de kleuren van de partij van hun voorkeur of van de partij met de grootste verkiezingskas. U kent het verhaal van die meeting op Botopasi toch? Aan de rand van het vliegveldje was een aardige menigte op de been om Guno Castelen te verwelkomen. Die zou komen vergaderen en daarna was er een feest in het krutu oso. De meeste mensen hadden zich alvast gehuld in een rood SPA-shirt. Maar wat wil het geval? Dat niet Castelen maar Dilip Sardjoe uit die Highlander te voorschijn kwam. Iedereen op een drafje naar huis om snel een geel shirt aan te trekken.

Heel gek, maar waar ik mij altijd verre houd van vergelijkingen tussen Holland en Suriname - om de eenvoudige reden dat ze toch niet zijn te maken - , werd ik nu overvallen door een vlaag van onmiskenbare heimwee. Want in verkiezingstijd hoort het toch feest te zijn? Eten, drinken en dansen, als het even kan op kosten van de partij. Met als hoogtepunt de laatste avond voor de verkiezingsdag. Vooral een bijeenkomst van het Front staat me nog bij. Toen bleek de hele Jagernath Lachmonstraat bezet door duizenden dansende en drinkende mensen. Of ze zich iets aantrokken van wat er op het podium werd verkondigd, was iets anders maar de sfeer zat er goed in.

In Holland moeten we het doen met tomatenijs, houten schuttingen met goedkope verkiezingsposters, fletse ballonnetjes, rode rozen en een enkel gratis biertje. Op straat valt weinig te zien. Logisch, de kiezer zit voor de tv en kijkt naar de debatten, volgt de talloze peilingen en laat zich leiden door het ‘momentum’ vóór hij of zij het stemhokje induikt. Wat ze daarmee bedoelen? Eigenlijk is dat de bonus voor het partijpoppetje dat vlak voor de verkiezingsdag het meest tot de verbeelding spreekt. En dat momentum is dan niet zozeer het gevolg van een heldere politieke boodschap maar van die ene ontspannen, authentieke glimlach, de al even natuurlijk ‘coole’ oogopslag of het warme karakter dat ineens achter de politicus blijkt schuil te gaan. In Amerika wordt het de komende maanden nog een graadje erger maar ik voel me daar niet door aangesproken. Geef mij maar panji’s in partijkleuren en stevig vlagvertoon. Desnoods een biertje in de berm.

Diederik Samwel
Advertenties