Welvaartskloof Latijns-Amerika stijgt

De kloof tussen de rijken en armen in een groot deel van Latijns-Amerika wordt steeds groter. Een studie van de Verenigde Naties waarschuwt dat de uitbreiding van steden in een “niet-duurzame” patroon de ongelijkheid doet toenemen.

De rijkste groep, ongeveer 20% van de bevolking, verdient gemiddeld 20 keer zoveel als de armsten, zegt het rapport van het VN-agentschap voor Menselijke Nederzettingen. Volgens de studie heeft Guatemala de grootste ongelijkheid tegenover Venezuela die het meest billijke heeft. De regio is het meest verstedelijkste ter wereld, met acht van de tien mensen die in steden wonen.

Het rapport, State of de Cities of Latin America, suggereert dat in 2050, bijna negen van de 10 Latijns-Amerikanen in de stad zal wonen. De auteurs adviseren dat de Latijns-Amerikaanse landen gebruik maken van de huidige periode van relatieve economische stabiliteit en een tragere groei van de bevolking om het leven in de steden rechtvaardiger te maken.

Extreem hoog
"De grootste uitdaging is hoe zulke grote verschillen in de steden te bestrijden," zegt Erik Vittrup van het VN-agentschap voor Menselijke Nederzettingen (VN-Habitat). Volgens de studie is de inkomensongelijkheid in Latijns-Amerika nog steeds extreem hoog. "Er is een aanzienlijk tekort aan banen en een grote arbeids informaliteit die vooral de jongeren en vrouwen raakt," stelt Vittrup.

Het rapport zegt dat Colombia, Paraguay, Costa Rica, Ecuador, Bolivia, de Dominicaanse Republiek, Argentinië en Guatemala allen een toename in de ongelijkheid hebben gehad tussen 1990 en 2009. Toch zijn er enkele aanwijzingen van een positieve trend, zegt de VN-functionaris.

"We zijn, op enkele uitzonderingen na, aan het einde van een tijdperk van stedelijke explosie. We zien een vermindering van de armoede in stedelijke gebieden en de werkloosheid daalt." Vittrup zegt dat in het algemeen, de regio klaar is voor een overgang naar de kwaliteit van het leven, het eigen vermogen en duurzaamheid.

Venezuela, Uruguay en Peru zijn de landen waar de kloof tussen rijk en arm het kleinst is, terwijl het tegenovergestelde voorkomt in Guatemala, Honduras en Colombia.