Overleg tussen minister Sitaldin en staf klaart de lucht

Een anonieme brief naar de pers waarin de mening over de leiding van het ministerie kenbaar is gemaakt, is aanleiding geweest voor een speciaal werkoverleg dat minister van Onderwijs en Volksontwikkeling, Shirley Sitaldin vandaag had met haar staf. De minister was duidelijk geraakt door het schrijven en liet dat in niet mis te verstane bewoordingen blijken.

“Ik kan niet voorbij gaan aan de brief, want dat zou niet goed zijn voor de werkrelatie. Wij moeten wel zeggen dat wij hiermee in de eerste plaats onszelf behoorlijk te kijk hebben gezet en dat u, de briefondertekenaars onder u, uzelf nog meer hebt geschaad dan de leiding”, aldus de minister. “Dergelijke handelingen zeggen iets van onszelf en niet van een ander. Op verschillende momenten van werkoverleg is u gevraagd: als er iets mis is, laten wij het in deze ruimte bespreken.”

Erkenning problemen
De minister erkende de problemen waarmee het onderwijs kampt, maar vond dat geprobeerd moet worden zaken positief te benaderen. Tijdens het overleg werd benadrukt dat er gestreefd werd naar een gezamenlijk doel, namelijk werken naar een beter onderwijs, werken naar bevordering van het leerproces en het creëren van een kindvriendelijke leeromgeving voor leerlingen en studenten.

Het hebben van een andere invalshoek bij het oplossen van problemen mocht geen belemmering zijn, gaf de minister aan. Na de uiteenzetting van Sitaldin werd gesproken over de knelpunten zoals ervaren door de functionarissen, en het beleidsplan van het ministerie. Alle partijen gaven aan te gaan voor een hernieuwd begin met elkaar.

Communicatie
In de afgelopen periode circuleerden steeds meer berichten in de gemeenschap als zou het niet boteren tussen de minister en haar staf. Intussen zijn deze geruchten als verzinsels of misverstanden uit de weg geruimd. Zo zou er sprake van zijn dat de minister haar ambtenaren een zwijgplicht had opgelegd. Dit bleek niet waar te zijn. Om de effectiviteit en beheersbaarheid van de berichtgeving te vergoten, zou deze moeten plaatsvinden vanuit een centraal punt. De voorlichting naar de media en of de samenleving wordt gecoördineerd door de afdeling Informatie & Communicatie

De minister laat zich regelmatig nader informeren over de stand van zaken en alle betrokkenen hebben de gelegenheid hun inzichten door te spelen, zegt de voorlichtingsafdeling in een verklaring. De commissies die belast zijn met de voorbereiding en uitvoering van diverse vernieuwingen in het onderwijs zijn eveneens gehoord. Er zijn tal van presentaties geweest met als resultaat dat per 1 oktober 2012 vernieuwingen worden doorgevoerd op de Pedagogische Instituten, het Instituut voor Middelbaar Economisch en Administratief Onderwijs en het Lager Beroeps Onderwijs.

Opendeurbeleid
De bewindsvrouwe gaf bij het werkoverleg aan een opendeurbeleid te voeren. Elke organisatie en of persoon die met haar in contact wenst te komen, moet wel vooraf in een schrijven het onderwerp van gesprek kenbaar maken. Dit zodat de minister vooraf geïnformeerd is en daardoor gerichter het gesprek kan voeren. “Niemand wordt buiten de deur gehouden.”

Dat de minister eigen deskundigen aantrekt was ook een zeer punt. De minister zegt van mening te zijn dat zij het recht heeft om haar eigen deskundig team en beleidsadviseurs te gebruiken. Zij maakt waar nodig ook gebruik van de op het ministerie aanwezige beleidsadviseurs en deskundigheid.

Beleidsplan 2012-2015
Over het beleidsplan van het ministerie is onlangs tijdens een brainstormsessie gesproken. Alle onderdirecteuren en relevante afdelingshoofden en coördinatoren hebben hun bijdrage geleverd. De bedoeling was om draagvlak te creëren om dit plan uit te kunnen voeren. “Het gaat langer dan 20 jaar bergafwaarts met het onderwijs. Er is geen toverstok die de jaarlijks terugkerende problemen binnen een oogwenk zal doen verdwijnen. Echter worden er nu serieuze stappen gezet om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren”, geeft het ministerie aan in een verslag over het overleg.

In het beleidsplan zijn concrete actiepunten uitgewerkt voor diverse hardnekkige problemen, z.a. de drop-out problematiek, het minieme slagingspercentage op diverse niveaus, het hoge zittenblijvers percentage en de niet vlotte doorstroming van GLO 6 naar 1ste leerjaar VOJ of VOJ naar 1ste leerjaar VOS.