Weer goud voor Jamaica

Usain Bolt heeft zijn derde gouden medaille op de Olympische Spelen in London gewonnen. Hij leidde zijn team op de 4x100 meter naar een sensationele wereldrecord. Het kwartet van Jamaica klokte met 36.84 en was daarmee twee-tiende seconden sneller dan het oud record. Het team van de Verenigde Staten van Amerika moest genoegen nemen met de zilveren plak.

Ofschoon Nesta Carter en Michael Frater, de eerste twee renners van Jamaica, het niet onverdienstelijk deden, waren het toch Yohan Blake en Usain Bolt die het uiteindelijk succes bepaalden. “De sfeer in het stadion was geladen. Het grote verschil was toen Blake het stokje ontving en zich losrukte in de bocht van Tyson Gay. Usain Bolt keek tot het eind voortdurend naar de klok”, beschrijft BBC-sportcommentator Colin Jackson de spanning.

Bolt leverde de perfecte finale. Hij schoot als een pijl weg om Ryan Bailey achter zich te laten, terwijl het stadion begon te joelen. Canada die in eerste instantie de bronzen plak verdiende, werd gediskwalificeerd, omdat zijn derde renner Jared Counnaughton uit zijn baan was gestapt. Dat maakte de weg vrij voor het team van Trinidad en Tobago.

Hulde Mo Farah
Voor Bolt is het zijn derde gouden plak, wat betekent dat hij het succes van Beijing heeft geëvenaard. Hij heeft nu zes Olympische gouden medailles en dat vóór zijn 26ste verjaardag. Hij sluit de negen dagen van atletiek passend af in het Olympisch Stadion, waar morgen de Spelen worden afgesloten.

Met zijn team bracht Bolt hulde aan de grote held van de afgelopen twee weken, Mo Farah. De Brit wist zowel op de 5.000 meter als op de 10.000 meter goud te winnen. Hij is daarmee de zevende man die op dezelfde Olympische Spelen beide nummers op zijn naam schrijft. De laatste die dat deed was Kenenisa Bekele van Ethiopië in 2008.

Het Caribisch Gebied heeft in totaal 18 gouden medailles behaald op de Spelen in London. Bij de vorige Spelen waren dat er nog 15. Jamaica eindigt op de wereldranglijst op de 17de plaats, terwijl Brazilië op de 21ste plaats zit. De Verenigde Staten eindigt met 101 ( 43 goud) medailles op de eerste plaats, gevolgd door China met 87 (38 goud), gastland Groot-Brittannië op de derde plaats met 62 (28 goud), de Russische Federatie op de vierde plaats met 78 (21 goud) en Zuid-Korea sluit de top vijf af met 27 plakken, waarvan 13 goud.