Olie afhankelijkheid Caribische regio kan afnemen

Centraal-Amerikaanse en Caribische landen kunnen hun olie afhankelijkheid verminderen. Ook kunnen ze zich afschermen tegen de hoge olieprijzen door een combinatie van hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en regionale integratie op energiegebied. Dat zegt de Wereldbank in het rapport "Mitigating Vulnerability to High and Volatile Oil Prices: Power Sector Experience in Latin America and the Caribbean”.

Het rapport is vandaag op het Tweede Latijns-Amerikaanse en Caribische Olie en Gas seminar in Montevideo, Uruguay gepresenteerd. Ofschoon de regio ruwe olie en olieproducten exporteert, importeren toch alle landen in Midden-Amerika en het Caribisch Gebied deze producten. In beide subregio's voorziet olie in meer dan 90 procent van de primaire energiebehoeften; dat is een derde meer dan het gemiddelde van Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied en tweemaal zoveel als het wereldwijde gemiddelde.

"We schatten dat de invoering van een strategie die een meer gediversifieerde energiesysteem, betere energie-efficiëntie in de productie van elektriciteit en het gebruik, en de regionale integratie combineert, de kwetsbaarheid van Centraal-Amerika en het Caribisch Gebied tegen de hoge en fluctuerende olieprijzen aanzienlijk zou kunnen verminderen", zei Ede Ijjasz- Vasquez, directeur van de Wereldbank voor duurzame ontwikkeling in Latijns-Amerika en de Caribische regio. "Door hun blootstelling aan fluctuaties in de olieprijs, kan verminderde olie afhankelijkheid een positief effect hebben op de fiscale balans van deze landen en kan het uiteindelijk ten goede komen van de armste sectoren van de bevolking."

Vermindering bbp
Voor landen in Midden-Amerika en het Caribisch gebied, zou de gemiddelde verbetering op de lopende rekening ongeveer 1,6% van het bruto binnenlands product (bbp) bedragen. Op nationaal niveau, kunnen Guyana en Nicaragua een vermindering van maximaal 5% van het bbp op hun lopende rekening tegemoet zien, terwijl dat voor Haïti en Honduras een afname van ongeveer 3 procent van het bbp kan zijn. In het rapport staat dat een ongekende stijging van de olieprijzen op de wereldmarkt en de fluctuerende aardolieprijzen in de afgelopen tien jaren negatieve invloeden heeft gehad op zowel de olie-importerende als olie-exporterende landen.

Sinds 2002 is de contante koers van West Texas Intermediate (WTI), de graadmeter voor de prijs van ruwe olie, meer dan vervijfvoudigd. Economieën zijn direct of indirect getroffen zijn door hoge en fluctuerende olieprijzen. De belangrijkste directe effecten zijn een verslechtering van de handelsbalans door een hogere olie-importrekening en een verzwakking van fiscale balans, als gevolg van grotere overheidsovermakingen en subsidies om de bewegingen in de internationale energiemarkten op te vangen. Indirecte, hoge en fluctuerende olieprijzen hebben ook een grote invloed op de inflatie. Ze verminderen het consumentenvertrouwen en de koopkracht, terwijl de onzekerheid bij de beleggers toeneemt, en de concurrentiepositie vermindert als gevolg van hogere energie-opwekking en transportkosten.

Hernieuwbare energiebronnen
In het rapport wordt gepleit voor structurele maatregelen om het olieverbruik te verminderen, waaronder het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, investeringen in energie-efficiëntie, zowel aan de vraag- als aanbodzijde, en vergroting van de regionale integratie met landen die meer gediversifieerde energiebronnen hebben. Duurzame energie vermindert direct de oliebehoefte als bron van energieopwekking. Zo’n vervanging vermindert ook de uitstoot van broeikasgassen.

Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied beschikken over een breed scala aan hernieuwbare grondstoffen en technologieën, waaronder wind in Argentinië, waterkracht en biomassa in Brazilië, en geothermische energie in Midden-Amerika. In 2007 was hernieuwbare energie goed voor ongeveer 59 procent van de totale energieopwekking in de regio; dat was hoger dan alle andere regio’s in de wereld. Voor zowel Midden-Amerika en het Caribisch Gebied kan een toename van 10% in duurzame potentiële capaciteit leiden tot een besparing van 14,2 miljoen vaten diesel en 5,6 miljoen vaten zware stookolie, wat neerkomt op een gemiddelde reductie van bijna 1 procent van het bbp.