Case 8 december 1982 kan naar Amerikaanse Commissie

De case 8 decembermoorden kan voorgelegd worden aan de Amerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens. Een van de voorwaarden van de Commissie is dat de nationale middelen uitgeput moeten zijn. Nu de amnestiewet is aangenomen en als de zaak niet verder behandeld kan worden, is de gang naar de commissie het proberen waard.

Dit zei Margo Waterval, expert op het gebied van Mensenrechten. Zij doceert Mensenrechten aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname en is gekozen als lid van het mensenrechtencomité van de Verenigde Naties in 2010. Waterval hield maandagavond een lezing over mensenrechten op uitnodiging van de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede (OGV), die 25 jaar bestaat.

Uitzonderingen
Suriname is in 1987 toegetreden tot het Inter Amerikaanse Hof van de Rechten van de Mens. De decembermoorden hebben in 1982 plaatsgevonden. Daarom kon deze zaak niet voor dit Hof worden aangebracht. Hoewel de slachting in het dorp Moiwana in 1986 heeft plaatsgevonden, heeft de Commissie deze zaak toch voorgelegd aan het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens in Costa Rica. De staat Suriname is veroordeeld omdat er geen onderzoek plaatsvond.

Waterval merkte op dat een beroep kan worden gedaan op deze uitzondering, want door de amnestiewet aan te nemen, heeft de krijgsraad de zaak geschorst, na een vonnis. Tijdens de lezing kwam naar voren dat de krijgsraad en het Openbaar Ministerie elkaar de bal toespelen, zonder dat er nog duidelijkheid is gekomen over de verdere behandeling.
Betty Goede, voorzitter van de OGV, merkte op dat er al wordt gekeken naar haar organisatie om de zaak voor te leggen aan de Amerikaanse Commissie. "Dan moet er een zware juridische bijstand hiervoor zijn", verzuchtte zij, "want het blijkt dat zelfs juristen elkaar niet vinden in deze zaak".