Krijgsraad: Nabestaanden hebben beperkte mogelijkheden
13 May 2012, 00:00
foto
Nabestaanden hebben alle 53 zittingen van de krijgsraad te Boxel bijgewoond.


Nabestaanden hebben in het Surinaamse rechtssysteem beperkte mogelijkheden. Zij zijn geen partij in het 8 december strafproces. De auditeur militair is 'monopoliehouder' en vertegenwoordigt de staat. De krijgsraad toetste de amnestiewet aan artikel 25 van het Amerikaans mensenrechtenverdrag en artikel 10 en 11 van de grondwet. Op grond van deze toets is vastgesteld dat de amnestiewet niet in strijd is ermee omdat rechten van slachtoffers, in dit geval nabestaanden, niet zijn aangetast.

President van de krijgsraad, Cynthia Valstein-Montnor, legde vrijdag op de zitting uit dat het Amerikaans mensenrechtenverdrag het recht geeft aan slachtoffers en nabestaanden beklag te doen. Dit is volgens de krijgsraad ook gebeurd, want door hun actie is de vervolging van de 8 decembermoorden aangevangen. De nabestaanden hebben hun verhaal ter terechtzitting ook kunnen doen. Zij zijn als getuigen gehoord. Er is geen gebruik gemaakt van het recht op schadevergoeding.

Oordeel
De krijgsraad is tot het oordeel gekomen dat er geen bepaling in het belang van de nabestaanden is aangetroffen, waarbij gesteld kan worden dat de gewijzigde amnestiewet in strijd is met een ieder verbindende bepaling van het internationale verdrag. De nabestaanden kunnen volgens de krijgsraad zich niet beroepen op een recht dat zou zijn geschonden door de amnestiewet.

In de amnestiewet is een waarheids- en verzoeningscommissie aangekondigd om toch genoegdoening te kunnen vinden. De militaire rechtbank stond ook stil bij 'misdrijven tegen de menselijkheid'. De krijgsraad is van oordeel dat de ten laste gelegde feiten niet voldoen aan de omschrijving van 'misdrijven tegen de menselijkheid', zoals genoemd in artikel 2 van de amnestiewet van 1989/1992. De amnestiewet is niet strijd hiermee. Dit artikel is niet gewijzigd in de wet van 5 april.

Grondwet
De artikelen 10 en 11 van de grondwet zijn door de krijgsraad getoetst aan de amnestiewet. Artikel 10 luidt: Eenieder heeft bij aantasting van zijn rechten en vrijheden aanspraak op een eerlijke en openbare behandeling van zijn klacht binnen redelijke termijn door een onafhankelijke en onpartijdige rechter.
Artikel 11: Niemand kan tegen zijn wil worden afgehouden van de rechter die de wet hem aanwijst.

De krijgsraad wijst erop dat de klacht van de nabestaanden in behandeling is genomen. De amnestiewet heeft niet ertoe geleid dat hier inbreuk op is gemaakt. Nabestaanden hebben in deze zaak verder geen strafrechtelijke inbreng. De auditeur militair vervolgt de verdachten namens de staat en vertegenwoordigt de staat in rechte. Slachtoffers, benadeelden en nabestaanden hebben in deze verdedigingszaak geen inbreng in de vorm van mede indienen van de strafeis of spreekrecht. Ze mogen ook geen bewijsmateriaal door hen vergaard aan de rechter aanbieden. Valstein merkte op dat het Surinaamse rechtssysteem "node aan herijking toe is", toegespitst op de belangen van benadeelden en nabestaanden.
"De krijgsraad ziet evenmin reden om aan te nemen dat de gewijzigde amnestiewet enig grondrecht van de nabestaanden heeft doorkruist", las Valstein de conclusie voor.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May