Column: Mijn Rubia
07 May 2010, 00:03
foto


Ik ben verliefd. Nu was er ooit eens een tijd dat ik verliefd werd op iedere vrouw die naar me lachte. Ik kon me vol overgave in een relatie storten om er al spoedig achter te komen dat dit toch niet was wat ik zocht. Als een olifant in een porseleinkast liet ik een spoor achter van hartzeer, versplinterde dromen en vrouwen die bij het horen van mijn naam spontaan begonnen te hyperventileren of een woede uitbarsting kregen. Ik kijk met het schaamrood op mijn wangen op die periode terug.

Verliefd zijn brengt in Suriname de nodige complicaties met zich mee. Ten eerste neemt de doorsnee Surinaamse man het niet zo nauw met de huwelijkstrouw, met als gevolg dat er veel buitenechtelijke kinderen rondlopen. Vandaar werd mij vanaf het begin geleerd dat je in Suriname altijd eerst moet vragen wie de vader en de moeder is van de persoon in kwestie op wie je je zinnen hebt gezet. Het is namelijk niet geheel uitgesloten dat je in je onwetendheid allerlei amoureuze handelingen verricht met bijvoorbeeld je halfzuster.

Ten tweede is daar de familie. Een relatie in Suriname, betekent dat je er een complete familie bijkrijgt die zich bemoeit met de meest triviale zaken en aanspraak maakt op al je bezit. Ik heb nooit begrepen waarom bijvoorbeeld een verre achterneef meent dat hij het recht heeft om je auto te lenen omdat je met zijn achternicht het bed deelt. Meningsverschillen en ruzies tussen jou en je partner, je baan en zelfs je erectieproblemen kunnen tijdens een bezoek aan je schoonfamilie het onderwerp van gesprek zijn terwijl jij in de hoek van de kamer zwijgzaam je bordje bami zit te eten in de hoop dat de avond snel voorbijgaat.

Ten derde speelt de etniciteit een rol. De schone deerne in kwestie die mijn hart sneller doet kloppen is van Hindoestaanse komaf. Gepaard gaande met het kenmerkende Surinaamse klankgeluid dat uit de keel wordt gestoten, heeft dat in mijn naaste omgeving menig wenkbrauw doen fronzen. Alsof ik midden in een scene van Wan Pipel zat, werden alle clichés over Hindoestanen over mij heen gestort, om te besluiten met de woorden: “Maar ach, jij hebt geld, dus ze zullen geen moeite met jou hebben.”

Ten vierde is daar de afkomst. Als je in Suriname geen klinkende, bekende familienaam hebt, dan zak je al een paar treden op de sociaal-maatschappelijke ladder. Als je daarnaast ook nog buiten de grenzen van Paramaribo woont, dan heb je binnen bepaalde kringen de status van melaatse bereikt.
Mijn aspirant geliefde woont een half uur rijden buiten de stad in een prachtig huis en in een mooie omgeving. Met een afkeurende blik wordt het gebied echter door mijn omgeving als “boiti” bestempeld en word ik bekeken alsof ik aan verstandsverbijstering lijd.

Ik heb menig verliefdheid vroegtijdig in de kiem gesmoord. Ik kan legio redenen bedenken waarom ik dat deze keer weer zou moeten doen en Cupido’s pijl uit mijn hart moet trekken en mijn verstand moet laten prevaleren. Maar het voelt goed. Zo goed. Ze is universitair geschoold en we kunnen praten en lachen. Ik geniet van de momenten dat we samen zijn. Ik kan uren naar haar kijken als ze slaapt. Wanneer ik haar lichaam streel, is haar zuchten het mooiste geluid dat ik me kan voorstellen. De wereld verdwijnt wanneer ik haar lippen tegen de mijne voel en met mijn hand door haar lange, prachtige haren strijk. Haar lichaamsgeur geeft me vleugels en doet me mijn zorgen vergeten.
Zucht. Mijn Rubia.

Henry Carbière Falls
Voor reacties: carbiere@sr.net
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May