Nieuw Front: President, bekrachtig de amnestiewet niet

Het Nieuw Front roept president Desi Bouterse op om het goedgekeurde wetsontwerp ter wijziging van amnestiewet 1989 niet goed te bekrachtigen.

De oproep luidt als volgt:
“Sinds enkele dagen geleden is ons land geconfronteerd met een initiatiefvoorstel voor de zogenoemde wijziging van de amnestiewet 1989 en nu met de goedkeuring hiervan in De Nationale Assemblee.
Uit de beschikbare informatie is bekend geworden, dat een groot deel van de samenleving geschokt en zeer verontrust is door dit goedgekeurd wetsontwerp. Ook internationale organisaties hebben kenbaar gemaakt zeer afwijzend te staan tegenover dit initiatief voorstel.

Zo hebben de mensenrechten organisatie in de Amerika’s, leden van de Coalitie voor het Internationaal Strafhof, in een schrijven aan de Voorzitter van DNA, d.d. 23 maart 2012, hun diepe bezorgdheid uitgesproken over de informatie die zij hebben over het streven van enkele initiatiefnemers van de coalitie in het parlement om de bestaande amnestiewet gewijzigd te hebben, waardoor mogelijk het strafrechtelijk 8 december proces zal worden gestopt, waardoor gepleegde 'grave international crimes' niet worden onderzocht 'denying many victims their rights to both truth and justice'.
Deze organisatie stelt verder dat het Inter-American Court on Human Rights (IACHR) duidelijk heeft gemaakt dat amnestie verlening voor 'international crimes are incompatible with the Inter-American Convention of Human Rights'.
Verder geeft deze organisatie aan dat volgens het IACHR 'states cannot neglect their duty to investigate , identify and punish those persons responsible for crimes against humanity by enforcing amnesty laws or any other domestic provision'.

De organisatie geeft ook aan, dat het Statuut van Rome, een verdrag is 'whose spirit is firmly rooted in the idea that there can be no statute limitations for international crimes such as… crimes against humanity'.
De organisatie heeft om deze redenen een beroep op ons parlement gedaan 'to carefully consider its commitment to accountability and reject the adoption of this bill recognizing the inherent obligations that Suriname has under international law'.

Inmiddels hebben verschillende bevriende staten, internationale en nationale organisaties, w.o. de Inter-Amerikaanse Commissie van de rechten van mens, ook hun bezorgdheid m.b.t. de voorgestelde amnestie wet geuit en heeft de IACHR zelfs gesteld dat grove mensenrechtenschendingen niet onder de werking van amnestiewetten kunnen vallen.

Al vanaf het begin van de behandeling van deze aangelegenheid in DNA hebben wij als fractie duidelijk gemaakt dat wij voorstanders zijn van intrekking van het onderhavig wetsontwerp.

Het is bekend dat onze Grondwet elke inmenging in een zaak die voor de rechter ligt, uitdrukkelijk verbiedt. Door de aanname van genoemde wetswijziging is een flagrante schending gepleegd van dit grondwettelijk verbod.

Een geldend rechtsprincipe stelt dat een wet van hogere orde derogerende werking heeft aan de wet van lagere orde. Door deze afschaffende werking, blijft de amnestiewet van lagere orde buiten toepassing.

Wij hebben bovendien, ook in de vergadering van de Commissie van Rapporteurs, kenbaar gemaakt voorstanders te zijn van intensief overleg tussen deze Commissie en belanghebbenden cq belangrijke maatschappelijke groepen in het land.

Wij zijn verder van mening dat een goed voorbereide volksuitspraak een eventuele amnestieverlening moet ondersteunen, omdat amnestie een aangelegenheid is die diep ingrijpt in de rechtsorde van onze samenleving en dat derhalve een stevig en breed draagvlak nodig heeft om te kunnen werken.
Het is ook bekend dat coalitieleden zowel in De Nationale Assemblee als in de Commissie van Rapporteurs vergaderingen, steeds voorbij zijn gegaan aan al deze argumenten van de oppositie.
We merken, dat De Nationale Assemblee, ondanks boven aangeven grondwettelijk verbod besloten heeft in te grijpen in een rechtszaak die reeds door de Rechterlijke Macht in behandeling is genomen.
DNA heeft ten deze een werkwijze ingezet, zonder enig overleg met de rechtelijke macht en zonder overleg met belanghebbende c.q. maatschappelijke groepen in het land.

Gezien uw bevoegdheid tot het wel of niet bekrachtigen van door DNA goedgekeurde ontwerpwetten, rust nu op u de verantwoordelijkheid, om zodanig te handelen dat het imago van de Republiek Suriname als rechtsstaat niet verder bevlekt wordt.”

Paramaribo, 4 april 2012