Het betalen van de loonkosten voor het personeel dat werkt met doven en slechthorenden is een zorgpunt van de Kennedy Stichting. De stichting, met als werkarmen het Kennedy Internaat & Kennedy school, heeft tot op heden geen subsidie ontvangen voor de betaling. “Deze situatie heeft grote gevolgen voor onze organisatie die een grote maatschappelijke rol vervult en cruciale diensten aanbiedt aan deze kwetsbare groep”, schrijft de organisatie in een persbericht. Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning deelde in De Nationale Assemblee vrijdag mee dat de stukken gereedgemaakt zijn voor de betaling.

De Kennedy Stichting geeft aan dat zij alle wegen uitputtend heeft bewandeld om de financiële middelen toegekend te krijgen. Echter zonder enig resultaat. Als gevolg hiervan komt de continuïteit van deze belangrijke diensten onder druk te staan. Erger nog; sluiting van het enige en oudste reguliere instituut belast met doven – en slechthorenden is daarbij niet uitgesloten.

Sluiting van het instituut zal niet alleen een verlies betekenen voor de organisatie, maar vooral voor de doelgroep ervan, staat in de noodkreet. “Het personeel dat zich dagelijks inzet om mensen met een auditieve beperking te ondersteunen, verdient stabiliteit en waardering. Zonder de noodzakelijke subsidie, die onvoldoende is en niet tijdig beschikbaar is wordt het steeds moeilijker om deze mensen in dienst te houden.”

De Kennedy Stichting brengt in herinnering de leuze van de regering: ‘Leave No One Behind’ en schrijft vastberaden te zijn om zich in te blijven zetten voor de doven en slechthorenden gemeenschap. “Wij roepen de overheid op om hun beleid rondom de subsidies (aanvraag, goedkeuring en toekenning) voor sociale inclusie en arbeidsomstandigheden van deze kwetsbare groep dringend te herzien. Het waarborgen van de toegankelijkheid van diensten voor doven en slechthorenden moet een gezamenlijke prioriteit blijven.”