Landbouwers die in aanmerking zijn gekomen voor schenking van SAMAP volgen training bij CELOS. Het gaat om capaciteitsopbouw. De training duurt drie maanden.
“Je kan niet zomaar uit het hoofd besluiten om peper te planten in de grond zonder een onderzoek te doen. Want de bodem moet geschikt zijn voor het gewas”, zegt Dinesh Birdja die in Saramacca aan landbouw doet. Hij en tientallen andere landbouwers zullen in de komende drie maanden intensieve trainingen volgen. Deze zullen landelijk verzorgd worden door het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek in Suriname (CELOS). De bedoeling is om de vaardigheden en kennis van de boeren op te krikken. De kick-off vond vrijdag plaats in de aula van CELOS.

Dit trainingsprogramma is onderdeel van het Suriname Agriculture Market Acces Project (SAMAP), een initiatief van de regering, geleid door het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) in samenwerking met de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO). Het project wordt gefinancierd door de Europese Unie (EU). Het SAMAP beoogt om landbouwontwikkeling te bevorderen door concurrerende en veiligere productiepraktijken te verbeteren, dat uiteindelijk de toegang tot markten voor groenten, fruit, wortel- en knolgewas en niet-hout bosbijproducten zal verbeteren.

De enthousiaste Birdja verwacht dat hij tijdens de trainingen heel veel kennis en vaardigheden zal aanleren. “Onze productie zal verhoogd worden”, verzekert hij. De landbouwer had vrijdag een sessie over farm-management. “Het gaat om de opzet van je farm, waar gebouwen moeten komen, geplant zal worden en irrigatiesystemen zullen worden aangelegd. Ook moet je een goede administratie hebben”, zegt Birdja.

Dhanrajie Madray, international operations officer van de FAO, geeft aan dat met behulp van het SAMAP landelijk 228 landbouwers equipment hebben ontvangen. Bij de evaluatie hiervan blijkt dat veel boeren slechts kennis hebben over het basisgebruik van de machines. “We weten dat equipment meer functies heeft en als ze het maximale gebruik van de machines inzetten, zal dat hun productie aanzienlijk verhogen en de kwaliteit verbeteren”, motiveert Madray.

Soedeshchand Jairam, directeur van CELOS, stond aan de wieg van dit trainingsprogramma. In zijn vorige functie als directeur van LVV had hij gesprekken hierover gevoerd met Eric Zeballos, voormalige chief technical advisor van het SAMAP. Toen hij directeur werd bij het CELOS heeft hij hieraan verdere invulling gegeven.

De landbouwers zijn verdeeld in twee groepen namelijk de boeren van de kustvlakte en die van het binnenland.  De laatstgenoemde groep zal agroforestry technieken aanleren en die van de kustvlakte zal zich focussen op onder andere farm-management. “Het gaat om een groot project en de duur van de uitvoering is een beetje kort. Er zal hard gewerkt worden”, zegt Jairam.

Anwar Helstone, hoofd agrarische productie en trainingscoördinator van CELOS, wijst erop dat een belangrijk onderdeel van het trainingsprogramma, het opstellen van een kennisuitwisselingsnetwerk van landbouwers is. Dat dient gebaseerd te zijn op de perceptie van de boeren. Met hen en andere stakeholders zoals overheidsinstanties en landbouwcoöperaties zullen sessies gehouden worden. “We gaan dit alles afsluiten met een seminar en zullen het kennisuitwisselingsdocument aan de overheid overhandigen. Hierdoor kunnen we een bijdrage leveren aan het beleid van de regering”, zegt Helstone.