Assembleelid Jennifer Vreedzaam (NDP) wil dat de procureur-generaal en de minister van Landbouw een onderzoek instellen naar de omstreden uitgifte van ruim 113.000 hectare grond in het Wayambo-gebied. Zij spreekt van vermoedelijke overtredingen van de wet en schending van de rechten van inheemse gemeenschappen in Cornelis Kondre en Donderkamp.

Brief 
Aan:
De Procureur-Generaal bij het Hof van Justitie
Mw. mr. G. Paragsingh

Betreft: Verzoek tot onderzoek naar strafbare feiten bij uitgifte van grond in het Wayambo-gebied

Edelachtbare vrouwe,

Vanuit de inheemse dorpsgemeenschappen Cornelis Kondre en Donderkamp heeft ondergetekende kennisgenomen van gronduitgifte in de desbetreffende gebieden.
Deze uitgifte betreft het ter beschikking stellen van grond aan het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) voor landbouwdoeleinden, op 16 november 2022, groot 27,925 hectare.

De huidige wetgeving, onder andere het Decreet van 15 juni 1982, houdende regelingen met betrekking tot de uitgifte van domeingrond, geeft de procedures en regels aan voor het verkrijgen van grond en/of concessies voor verschillende doeleinden, zoals landbouw, houtkap en de winning van edele metalen. In artikel 4 van dit decreet is bepaald dat “bij het beschikken over domeingrond de rechten van in stamverband levende Bosnegers (tribale volken) en Indianen (inheemse volken) op hun dorpen, nederzettingen en kostgronden worden geëerbiedigd.”

Gezien het feit dat grond is uitgegeven in inheemse woon- en leefgebieden, namelijk in de dorpsgemeenschappen Cornelis Kondre en Donderkamp - waar bewoners wonen en in hun levensonderhoud voorzien - rijst de vraag in hoeverre de voorgeschreven procedures en regels in acht zijn genomen bij deze aanvraag en uitgifte. Op de uitgegeven gronden bevinden zich immers zichtbare leefgemeenschappen, landbouwactiviteiten en jachtgebieden.

Inheemse leefgemeenschappen hebben het recht om te leven in vrijheid, vrede en veiligheid als oorspronkelijke volkeren van Suriname. Zij bezitten tevens het recht om actief te participeren in het gronduitgiftebeleid als onderdeel van hun zelfbeschikkingsrecht en bestuurlijke autonomie.

Op 25 november 2015 werd de Staat Suriname door het Inter-Amerikaans Hof voor Mensenrechten veroordeeld wegens grove schendingen van mensenrechten in de zaak van de Kaliña- en Lokono-volkeren. Deze schendingen hadden vooral te maken met het feit dat het gebied van de Kaliña en Lokono niet was voorzien van een titel en dat delen van hun grondgebied aan derden werden uitgegeven zonder enig voorafgaand toestemmingsproces.

Bij de aanvraag en uitgifte van gronden in Cornelis Kondre en Donderkamp door de Staat — met name door het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij en het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) — blijkt dat de minimale bestaande mechanismen voor rechtsbescherming van inheemse volkeren onvoldoende zijn benut. Vermoedelijk is er geen sprake geweest van participatie noch van een gedegen consultatie door het ministerie van GBB of door de districtscommissaris van het district Sipaliwini.

Voorts is het zorgwekkend dat het Coroniezwamp-gebied, dat grenst aan het Wayambo-gebied, deels is meegenomen in de aanvraag. Dit is bijzonder betreurenswaardig, aangezien het Coroniezwamp-gebied tot beschermd gebied is verklaard vanwege het unieke ecosysteem dat essentieel is voor de landbouw, en daarom onmogelijk kan worden uitgegeven.

Kijkend naar de aanvraag en gronduitgifte rijst de vraag wie verantwoordelijk gesteld moet worden, gezien het feit dat vermoedelijk geen gedegen onderzoek is gedaan door de Grondinspectie via GBB, geen voorafgaande geïnformeerde toestemming van de lokale dorpsgemeenschappen is verkregen, en er sprake lijkt te zijn van onjuiste adviezen vanuit het districtscommissariaat. Verder blijkt uit de documenten dat zelfs een aanvraag is ingediend met het verzoek tot incidentele houtkap — hetgeen duidelijk wijst op een andere intentie dan is aangegeven.

In de Anti-Corruptiewet van 24 september 2017, waarbij wijzigingen zijn opgenomen in het Decreet van 15 juni 1982, is de bestaande regeling voor aanvragen en uitgifte van grond aangescherpt. Hierbij dienen de juiste procedures en voorwaarden te worden gevolgd en is er een publicatieplicht van aanvragen en gronduitgiften bij zowel het districtscommissariaat als via elektronische media en in lokale dagbladen. Het niet naleven hiervan is in strijd met de bepalingen in de Anti-Corruptiewet en maakt de aanvragen en uitgiften van grond van rechtswege nietig.

Gelet op het feit dat de vermoedelijke handelingen die zijn gepleegd in strijd zijn met wettelijke voorschriften, voorwaarden of procedures - mogelijk met het oogmerk om voor zichzelf of een ander enig onrechtmatig voordeel te verkrijgen - is het van belang dergelijke incidenten niet met stilte af te doen.

Ondergetekende doet hierbij het verzoek om een onderzoek in te stellen naar de vermoedelijke strafbare handelingen bij de aanvraag en uitgifte van gronden in de inheemse gebieden Cornelis Kondre en Donderkamp door het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij en het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB). Daarbij zouden functionarissen vermoedelijk hebben ondertekend, medeondertekend of geparafeerd bij resoluties, beschikkingen of andere bestuursbesluiten, in de wetenschap dat hiermee een wettelijk voorgeschreven procedure werd overtreden of een wettelijk verbod werd geschonden.

Als volksvertegenwoordiger acht ik het uiterst betreurenswaardig dat de procedures en regels voor de aanvraag en uitgifte van grond niet worden nageleefd, en dat er sprake is van een gebrek aan behoorlijk bestuur, transparantie en rechtsbescherming - waardoor het bestaan van inheemse volkeren niet wordt beschermd.

Ik spreek de hoop uit op een spoedig antwoord van u te vernemen en vertrouw erop dat dit zal geschieden, zodat ik mij ten volle kan blijven kwijten van mijn taak als volksvertegenwoordiger.

Hoogachtend,
Jennifer Vreedzaam
Lid van De Nationale Assemblée

Cc: De voorzitter van De Nationale Assemblée

De brief aan de minister van LVV kunt u hier downloaden.