Het Dragon Bravo-vuur brandt op de noordelijke rand, gezien vanaf Grandeur Point aan de zuidelijke rand van de Grand Canyon, Arizona, VS. (Foto: Reuters)
Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag doet woensdag, vandaag, een historische uitspraak over de verplichtingen van landen inzake klimaatverandering. De zogeheten adviserende opinie is juridisch niet bindend, maar zal volgens deskundigen grote invloed hebben op toekomstige klimaatmaatregelen wereldwijd en als richtlijn dienen voor nationale en internationale rechtszaken.

Het Hof buigt zich over twee vragen van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties: wat zijn de verplichtingen van staten onder internationaal recht om het klimaat te beschermen tegen broeikasgasemissies, en wat zijn de juridische gevolgen voor landen die schade toebrengen aan het klimaatsysteem?

Volgens Payam Akhavan, hoogleraar internationaal recht en vertegenwoordiger van kleine eilandstaten bij de zitting in december vorig jaar, is dit "waarschijnlijk de meest ingrijpende adviesuitspraak in de geschiedenis van het Hof". Hij benadrukt dat de uitspraak internationale verplichtingen zal verduidelijken "om catastrofale schade en het voortbestaan van de mensheid te voorkomen".

Meer dan honderd landen en internationale organisaties leverden inbreng tijdens de hoorzittingen. Westerse, rijkere landen betoogden dat bestaande verdragen zoals het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015, die grotendeels niet-bindend zijn, als basis zouden moeten dienen. Ontwikkelingslanden en eilandstaten pleitten juist voor strengere en juridisch afdwingbare verplichtingen, evenals voor financiële compensatie door de grootste uitstoters.

Klimaatakkoord van Parijs en juridische druk

Het Parijsakkoord stelde in 2015 als doel om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden Celsius. Toch blijven de wereldwijde emissies stijgen. Volgens het laatste Emissions Gap Report van de VN leidt het huidige beleid tot een opwarming van ruim 3 graden tegen 2100, wat desastreuze gevolgen zou hebben voor mens en natuur.

Tegelijkertijd is het aantal klimaatzaken wereldwijd in opmars. Volgens het Grantham Research Institute zijn inmiddels bijna 3.000 klimaatgerelateerde rechtszaken aangespannen in circa 60 landen. De uitkomsten variëren. In mei verwierp een Duitse rechter een rechtszaak van een Peruaanse boer tegen energiebedrijf RWE, maar milieuorganisaties zagen het proces toch als een precedent dat soortgelijke zaken in beweging kan zetten.

Mogelijke juridische en politieke impact

Hoewel het oordeel van het Hof niet bindend is, zou het volgens juridische experts als "gezaghebbende interpretatie" van het internationaal recht grote invloed kunnen hebben op uitspraken van nationale en regionale rechtbanken. "Dit advies past bestaand bindend internationaal recht toe waar landen al toe hebben ingestemd," zei jurist Joie Chowdhury van het Center for International Environmental Law. "Het zal gebruikt worden in toekomstige rechtszaken en kan daar wel bindende gevolgen hebben."

Klimaatactivisten, waaronder de Fijische jurist Vishal Prasad, die meewerkte aan de lobby van Vanuatu om de zaak naar het ICJ te brengen, noemen de uitspraak een mogelijk keerpunt. "Het Hof kan bevestigen dat klimaatpassiviteit, zeker door grote uitstoters, niet enkel beleidsfalen is, maar een schending van internationaal recht."

Eerder deze maand wees ook het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens in een vergelijkbare adviserende opinie op de plicht tot regionale samenwerking bij klimaatverandering.