De eerste vrouwelijke president. Dat verdient applaus. Maar een kort applaus. Lang applaudisseren is ongepast. Ze moet zich nog bewijzen. President Simons heeft al een troetelnaam: 'Tante Jenny'. Dat klinkt als een warme, zachte, troostende deken. Ze is geen 'guerrilla', ze loopt niet rond in militair uniform, hoewel haar partij is ontstaan uit de linkse militaire dictatuur. President, het volk snakt naar bescherming tegen ziekte, criminelen, armoede en kapotte straten.

Mevrouw Simons heeft slechts één duidelijke belofte gedaan (tot nu toe): ze zal stelen niet toestaan. Ze kent haar pappenheimers. Ze draagt een kruis op haar borst. Ik denk dat dat geen modeverschijnsel is, maar een geloofssymbool. Dus, wat mij betreft is het motto van haar regering: 'Gij zult niet stelen'. Dit is een streven naar ethische perfectie. Dit achtste gebod uit de Tien Geboden is sinds de onafhankelijkheid niet voldoende gehoorzaamd. Het is alsof de norm was verlaagd tot: 'Gij zult minder stelen'.

Een voorganger van Simons kondigde in 2010 een kruistocht tegen corruptie aan, maar corruptie nam juist toe. De duitendieven werden niet beteugeld. We zijn benieuwd hoe deze president het gaat aanpakken, met een hamer of met handschoenen, en of ze onderscheid zal maken tussen loyalisten en niet-loyalisten.

President Simons was in haar vorige leven voorzitter van De Nationale Assemblee (2010-2020). Ze was bedreven in het handhaven van de orde. Maar ze leek ook een verlengstuk van de uitvoerende macht. Zo hamerde ze de omstreden Amnestiewet door het parlement om de vervolging van Bouterse te stoppen, werkte mee aan de verhoging van het leenplafond en was 'blind' voor de corruptie in haar eigen partij. Het ongemak schuilt nu in haar verlangen om Suriname te redden uit een situatie waarvoor zij medeverantwoordelijk is. Als kersverse president verdient ze alle steun en het voordeel van de twijfel. Maar er is nog een wanklank.

Uit een interview (NRC, 4 juli 2025) blijkt dat ze de omstreden Amnestiewet uit 2012 nog steeds steunt, ook al is die later ongeldig verklaard. Ze rechtvaardigt haar gedrag: "dat veroordeling voor instabiliteit zou hebben gezorgd". Dit lijkt een geval van wat in de psychologie cognitieve dissonantie wordt genoemd, de innerlijke spanning die je voelt wanneer je gedrag en overtuigingen niet op één lijn liggen. Iets wat niet goed is, wordt gerechtvaardigd of gebagatelliseerd: 
A. Ik steun de rechtstaat. 
B. Ik grijp in in een lopende rechtszaak. 
C. Ik voorkom onrust.

Er is een risico op herhaling, hoe klein dat in dit geval ook mag lijken. Mevrouw Simons praat liever niet over het verleden. Maar vergeten is juist een groot probleem in de politiek. 
Ik zie geen echte "nyun pasi". Je kan er wel diep naar verlangen, maar je kan de last van het verleden niet zomaar van je afschudden. De bekendmaking van het nieuwe kabinet heeft dit gevoel versterkt. Het gaat vooral om oude bekenden. Wilden de kiezers dit echt? Een nieuw huis kan gebouwd worden met oude materialen. Maar een deel daarvan werd in 2020 verworpen.

President Simons heeft een betere uitgangspositie en een fatsoenlijkere overdracht gekregen dan haar voorganger. Maar de situatie blijft precair. Middelen zijn schaars. Veel gaat niet veranderen, tenzij de monetaire reserves weer worden aangeboord of geld wordt geleend, gedrukt en gestrooid voor brood en spelen. Deze verleiding is groot, want geen enkele regering is populair zolang er weinig te verdelen valt. De regering kan snel geld ophalen in de goudsector of bij mensen die onverklaarbaar of loonloos een luxe leven leiden.

Iedereen wacht op de volgende multinational die een grondstof komt delven. De olieboom zal een flinke impuls geven. Velen zullen hun neus in de olietrog willen steken. De vette contracten gaan naar buitenlandse bedrijven, de magere naar de locals. De Surinaamse taart zal verdeeld worden op basis van politieke loyaliteit. We zijn toch geen vreemden in Jeruzalem? Hopelijk wordt een deel bewaard voor onverwachte tegenslagen en investeringen in de toekomst. De waakhond (lees: DNA) moet dit nauwlettend in de gaten houden.

De verkiezing van de eerste vrouwelijke president was historisch. Verschillende factoren zullen hieraan hebben bijgedragen. Toch heeft Jenny Simons haar presidentschap vooral te danken aan één man: Ashwin Adhin. Hij maakte het verschil door in zijn eentje genoeg zetels te veroveren om de NDP op het nippertje de grootste partij te maken.
 
De eerste toespraak van president Simons was meer waardig dan overtuigend. Het was een gebruikelijk verhaal vol goede bedoelingen en veel losse eindjes. De VES wees er eerder op dat de coalitiepartijprogramma’s visie en cijfers missen. Maar felicitaties aan de nieuwe regeerploeg! Het wordt deze keer écht anders, net als de vorige keer, en de keer daarvoor. Hopelijk wordt het nu anders dan anders.

D. Balraadjsing