Geen juridische mist: VP-functie en lidmaatschap DNA sluiten elkaar uit
In de afgelopen dagen is via diverse mediakanalen, inclusief sociale media, een juridisch debat ontstaan over de vraag of de huidige vicepresident van Suriname zijn ambt moet neerleggen voordat hij zitting kan nemen in De Nationale Assemblee (DNA). Daarbij komt ook de vraag op bij welke instantie deze eventuele ontslagneming zou moeten plaatsvinden. Wat mij betreft is deze discussie overbodig. Niet alleen omdat de Grondwet hier voldoende helder over is, maar ook omdat logica en bestuurlijke praktijk dit vraagstuk al lang hebben opgelost.
In elke goed functionerende democratische rechtsstaat geldt als uitgangspunt dat wie een functie beëindigt – uit eigen beweging – dit meldt aan de instantie die hem of haar in die functie heeft benoemd. Niemand wordt immers gedwongen om een functie uit te oefenen die hij niet langer wenst te bekleden. Voor de vicepresident betekent dit in de praktijk dat hij, indien hij zijn ambt wil neerleggen om zitting te nemen in de DNA, dit formeel meldt aan de assemblee die hem destijds in die functie heeft gekozen.
De opmerking dat dit nergens expliciet in de wet staat, klopt in formele zin, maar is inhoudelijk irrelevant. Dit is namelijk een basisbeginsel van behoorlijk bestuur. De regel dat men zich wendt tot de benoemende instantie bij ontslag is een breed gedragen norm, verankerd in bestuurspraktijken wereldwijd.
Voor wie nog twijfelt: de Grondwet is op dit punt glashelder. In artikel 62 wordt gesteld dat de wet bepaalt bij welke ambten het lidmaatschap van de DNA leidt tot non-activiteit. Dat begrip betekent niets anders dan: vanaf dat moment mag men de andere functie niet meer uitoefenen.
Meer specifiek verbiedt artikel 94 dat de president en vicepresident naast hun ambt nog een ander politiek, bestuurlijk of overheidsambt bekleden. De combinatie van het vicepresidentschap en het lidmaatschap van de DNA is dus uitgesloten. Zodra het lidmaatschap van de DNA wordt aanvaard, vervalt automatisch de bevoegdheid om als VP te blijven functioneren.
De discussie wordt pas écht interessant wanneer we kijken naar de vraag wat er gebeurt na het vervallen van het ambt. De vicepresident kent immers geen formele plaatsvervanger. Als hij zijn functie opgeeft, ontstaat er – althans tijdelijk – een leemte aan de top van de uitvoerende macht. Dat lijkt een zorgelijk scenario, maar de Grondwet biedt hier wel degelijk een oplossing.
In artikel 91 staat namelijk ook dat de president en vicepresident hun ambt blijven uitoefenen totdat hun opvolgers zijn gekozen. De ambtstermijn eindigt bij de beëdiging van een nieuwgekozen president en vicepresident. Dat biedt een solide basis om te stellen dat zij, bij het ontbreken van opvolgers, demissionair aanblijven. In de praktijk betekent dit: ze voeren alleen nog lopende zaken uit, zonder nieuwe beleidsinitiatieven, totdat de overdracht plaatsvindt. Dit voorkomt een bestuurlijk vacuüm en is vergelijkbaar met hoe andere landen, zoals Nederland of Duitsland, omgaan met overgangen van macht.
Een hypothetisch – maar juridisch relevant – scenario is dat óók de president besluit om zitting te nemen in DNA. De Grondwet is daar ook duidelijk over: het is niet toegestaan deze functies te combineren. Indien beide hoogste ambtsdragers hun functie beëindigen of non-actief worden, dreigt een institutioneel vacuüm.
Maar net als bij de vicepresident geldt ook hier het beginsel van continuïteit: het aanblijven tot opvolgers aantreden. Het is internationaal gangbaar dat functionarissen demissionair in functie blijven om de stabiliteit van het staatsbestel te waarborgen. Het is ondenkbaar dat Suriname, met een geschreven Grondwet én functionerende instituties, zonder president en vicepresident zou blijven.
De constatering dat het lidmaatschap van de DNA en het ambt van vicepresident onverenigbaar zijn, is juridisch onbetwistbaar. De vraag of de VP zijn ambt moet neerleggen is dan ook niet meer aan de orde – het antwoord is: ja, automatisch zelfs. Wat rest is een correcte en ordentelijke overgang van macht, met het staatsbelang en de continuïteit van bestuur voorop.
Wie dit probeert te vervagen door juridische mist op te werpen, doet de democratische rechtsstaat tekort.
Ferdinand Welzijn
Vandaag
Gisteren
- Nieuwe website moet toegang tot kapitaal voor ondernemers vergroten
- Regering hervat onderhandelingen met Chinalco over bauxiet West-Suriname
- Passagier overlijdt tijdens KLM-vlucht van Amsterdam naar Paramaribo
- MinOWC treft maatregelen voor snelle plaatsing basisschoolleerlingen
- De waarheid achter de mooie woorden!
- Zeven maanden cel geëist tegen militair voor cocaïne in postpakket
- Woordenwisseling Vechtpartij bij pompstation eindigt in bloedige kappartij
- Somohardjo: Minister GBB belooft boothouders intrekking grond Leonsberg
- Onvermogen Centrale Bank: ongrijpbare wisselkoers
- Voormalig Amerikaans vicepresident Dick Cheney overleden
- Zunder: Recht en waarheid maken vrij
- Suriname zet stap naar lidmaatschap VN-Toerismeorganisatie
- Warme dag met kans op buien
- Nieuwe parlementariërs beëdigd in Guyana; ook verdachte Mohamed legt eed af
- Column: De steiger van Leonsberg en het failliet van fatsoen
- Somohardjo: Genoeg is genoeg – misstanden bij gronduitgifte tarten elk fatsoen
Eergisteren
- Terugkeer van het Constitutioneel Hof
- Verdachten van moord op Peterhof aangehouden
- Elias, president-commissaris Staatsolie: focus op duurzame groei
- Krijgsraad wil Rodney Cairo horen in strafzaak tegen Veira
- Trump: Dagen van Venezolaanse president Maduro zijn geteld
- 4 kg goudroof zonder braaksporen bij Grassalco
- Minister GBB: Aanlegsteiger Leonsberg ten onrechte uitgegeven als privéterrein
- Politieke blunder CPNB: verkeerde kaart van Suriname op omslag boek Johan Fretz
- Oorzaak landelijke stroomstoring nog onduidelijk
- Nationale dag Panama; een natie die de Amerika's verbindt
- VS-Venezuela: toenemende spanning, maar nog geen directe aanval
- Bewolkt begin van de week met kans op regen en onweer
- Trainingen museumwezen waardevol voor werkveld
- Column: De stilte van Surinaamse vrede
- Regering herfinanciert buitenlandse schuld: geen nieuwe lening, wel ademruimte