OMO-schuld en CBvS-reactie: Waar blijft de onderbouwing?
De CBvS stelt dat haar beleid een stap is in de modernisering van het monetair beleid, maar licht niet toe waaruit deze modernisering bestaat. Beleidsdoelen zijn leidend; instrumenten zijn slechts middelen. Bovendien gaat de CBvS niet in op concrete vragen en kritiekpunten uit het oorspronkelijke artikel.
Hoewel de CBvS ontkent te hebben gezegd dat haar beleid prijsdalingen in 2025 veroorzaakte, claimt zij wel dat de inflatie dankzij haar monetair beleid daalde van 60% naar 5,8%. Volgens Mungra is deze daling echter vooral het gevolg van externe factoren, met name de Staatsolie-obligatielening van $195 miljoen eind 2020, die USD uit de economie onttrok en zo het prijsniveau drukte.
De bank verwijt het artikel gebrek aan transparantie, terwijl de gebruikte gegevens afkomstig zijn uit haar eigen publicaties en die van het ABS. Dat de CBvS stelt dat geen enkele monetaire autoriteit haar OMO-beleid in verband brengt met prijsstijgingen, doet volgens Mungra niets af aan de feitelijke relatie tussen geldhoeveelheid en prijsindex, zoals blijkt uit CBvS-data zelf (grafieken 1 en 2). Hieruit blijkt duidelijk dat geldgroei en valutaverhoudingen invloed hebben op inflatie.
De vraag blijft waarom de CBvS geen eigen analyse publiceert ter onderbouwing of weerlegging van het artikel. Een fundamentele kritiek is dat de CBvS beweert dat er geen “OMO-schuld” bestaat, omdat de rente uit eigen middelen wordt betaald en er dus geen schuld aan derden zou zijn. Echter, OMO’s (Repo’s en Reverse Repo’s) zijn per definitie tijdelijke leningen met onderpand, wat een schuldverhouding impliceert. De CBvS lijkt deze boekhoudkundige realiteit te negeren.
Een ander punt van zorg is dat bij toekomstige verliezen of herkapitalisatie van de CBvS, de overheid mogelijk moet bijspringen—wat indirect leidt tot lasten voor de belastingbetaler. Dit komt neer op een verkapte lastenverschuiving. De CBvS zou moeten aangeven waar en hoe ze de rente uit OMO’s boekt, vooral waar de minister van Financiën zelf heeft gesteld dat de samenleving uiteindelijk de prijskaart zal moeten betalen. Centrale banken horen volgens Mungra zélf de consequenties van hun beleid te dragen.
De CBvS ontkent dat OMO’s de geldhoeveelheid doen toenemen, maar nergens wordt in het artikel gesteld dat dit wel zo is. Wel blijkt uit CBvS-data dat geldhoeveelheid en inflatie sterk samenhangen. Daarbij richt de CBvS zich enkel op de SRD-component van M2, terwijl ongeveer 70% van M2 uit vreemde valuta bestaat. Dit cruciale aspect wordt tot mijn verbazing door de CBvS genegeerd.
De CBvS voert aan dat het IMF haar dwong de wisselkoers vrij te laten, maar verward beleid en instrumenten. Het monetair beleid werd reeds in 2016 gewijzigd naar Reserve Money Targeting. In 2021 besloot de CBvS via OMO’s liquiditeit af te romen, maar kon de rente niet zelf bepalen. De banken eisten extreem hoge rentes. In plaats van OMO’s had de CBvS beter een depositorente kunnen bieden aan banken, zoals centrale banken elders doen. Dit zou goedkoper zijn geweest.
De CBvS verdedigt hoge rentes als marktconform, maar bij structurele overschotten is er geen marktmechanisme: er is geen vraag, en dus geen “echte” markt. De hoge rentes zijn daarom kunstmatig, zonder economische rechtvaardiging.
Grafiek 2, op basis van CBvS-data, toont aan dat het OMO-beleid juist bijdroeg aan prijsstijgingen, in plaats van ze te verminderen. Het effect van valutabewegingen, deposito’s en USD-uitstroom is daarin duidelijk zichtbaar. Toch presenteert de CBvS het tegendeel, zonder dit met data te staven.
Ten slotte stelt de CBvS dat de kosten van OMO’s ten laste komen van haar winst, maar zij leed in 2021 een verlies van SRD 5,4 miljard. Als deze verliezen uiteindelijk via overheidssteun gecompenseerd worden, komt de rekening alsnog bij de burger terecht.
Conclusie:
De auteur roept de CBvS op tot onderbouwing, transparantie en zelfreflectie. Het OMO-beleid is niet geschikt gebleken voor structurele problemen en lijkt verkeerd toegepast. De CBvS moet haar beleid kunnen verantwoorden en de gevolgen ervan niet afwentelen op de samenleving.
Ir. Dharmvir K. Mungra
Documenten:
Gisteren
- Column: Borrelpraat no. 874
- Doden bij bootongeluk in Albina
- Tien jaar Royal Fiiman Paansu: inzet voor Marron-eenheid en ontwikkeling
- Hoogste orgaan NDP akkoord met posities partij en samenwerking
- A20, DOE en PRO krijgen mandaat voor coalitiedeelname
- Waarom sommige mensen de pijn van anderen bespotten
- Rechtszaak SPSB wordt eind juni vervolgd met getuigenverhoor
- Spoedcongres NPS geeft unaniem mandaat voor coalitiedeelname
- Brunswijk: Ik ga vanavond honderd procent tekenen
- Partijraad PL staat massaal achter gegeven woord aan NDP
- Guatemala: Ex-paramilitairen krijgen elk 40 jaar voor oorlogsmisdaden
- Man neergeschoten nabij Koffiekamp
- Structuren BEP geven groen licht voor deelname aan nieuwe coalitie
- Tankstation Derde Rijweg doelwit van gewapende overval
- Coalitie tegen continuïteit
- Wat zon, maar meer regen en onweer op deze 1 juni
- NPS-voorzitter Rusland: Werken met de NDP is voor groter belang
- Geen fraude in Wanica, wel veel slordigheden pv's
- 'Koek' verdeeld in zes delen; wachten op goedkeuring achterban
Eergisteren
- A20 wil ordentelijke afronding verkiezingsproces
- President bezig de democratie te ondermijnen
- 70 medewerkers Security Alliance ontslagen
- NDP hekelt inmenging president in verkiezingsproces
- Voorlopige resultaten bekend; zetelverdeling niet veranderd
- Besluiten voor betere woonruimte, infrastructuur en grondzekerheid
- OMO-schuld en CBvS-reactie: Waar blijft de onderbouwing?
- World No Tobacco Day 2025: Ontmasker de tabaksindustrie
- Zonder spiegel geen toekomst
- Chenella Rozendaal treedt vandaag op tijdens Miss World in India
- Regenachtig weer blijft nog aanhouden
- Brunswijk moet bedanken om voor Simons te stemmen
- Voor een samenleving waarin iedereen meetelt
- Santokhi waarschuwt voor uitsluiting bij coalitievorming