Tot en met 14 mei, de laatste dag van colportage, zijn er 275.896 oproepingskaarten bezorgd. Dit komt neer op 69,1% van het totale aantal kiezers. De overige oproepingskaarten kunnen worden afgehaald bij het door het ministerie aangewezen bestuursressort of op de dag van stemming bij het stembureau. Kiezers kunnen via de website  nagaan op welk stembureau zij hun stem moeten uitbrengen.

In 2015 bedroeg het totale aantal bezorgde en opgehaalde oproepingskaarten 89% van het aantal kiesgerechtigden. In 2020 was dat percentage 75%. Deze cijfers werden zaterdag gedeeld tijdens een persconferentie op het ministerie van Binnenlandse Zaken (Biza).

Verwachte opkomst en adresproblemen
Nasier Eskak, directeur van Biza, geeft aan dat uit ervaring blijkt dat ongeveer 25% van de kiesgerechtigden niet gaat stemmen. Dit komt neer op zo'n 100.000 personen. Ook dit jaar wordt een vergelijkbare opkomst verwacht, voorspelt Eskak.

Tijdens de bezorging van de oproepingskaarten bleek dat veel personen niet meer wonen op het adres dat geregistreerd staat bij het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB). Eskak benadrukt dat dit niet betekent dat het CBB een vervuild bestand heeft, maar dat er simpelweg geen wet is die burgers verplicht om hun nieuwe adres binnen een bepaalde tijd door te geven.

“Verhuizing wordt vaak niet doorgegeven en er zijn geen sancties op het niet melden daarvan,” legt Eskak uit. Hij wijst erop dat er wel een verouderde wet bestaat waarin een boete van slechts 5 cent is opgenomen. “Daardoor voelt niemand de noodzaak om een verhuizing direct door te geven,” constateert de directeur.