Column: Borrelpraat no. 812
31 Mar, 22:34
foto


“En broeders, vrolijk Pasen. Hebben jullie alle paasboodschappen in de media gelezen?”
“Ik lees die boodschappen niet, waarin politici eeuwenoude religieuze waarden in hun politieke kronkelingen vervlechten.”
“Nou, ik lees ze wel; dan ben ik op de hoogte wat ze dwars zit en hoe ze de mislukte geestelijke proberen uit te hangen.”
“Ik zeg: laat politici over hun politieke dingen praten en geestelijken over hun spirituele denksels.”
“Dus u bedoelt: schoenmaker, hou je bij je leest.”
“Klopt. Zo heb ik met genoegen het artikel van onze bisschop op Sterrennieuws gelezen. Het ging over de zeven hoofdzonden van de mens.”
“Wat zijn die, meester?”
“Jeetje, leesluiheid is er volgens mij eentje van, beste jongere broeder in ons midden.”
“En lust tot alcohol zuipen zoals bij u is er zeker ook eentje.”
“Dan wat doe je hier? Cherry zero zuipen? Hoewel, ik mis mijn favoriete Cream Ginger. Maar goed, ik zal  de zeven hoofdzonden even noemen: trots, afgunst, woede, inertie, hebzucht, gulzigheid en wellust.”
“Helemaal eens met de eerwaarde, maar ook heel wat kerkelijke leiders gaan zich al eeuwen te buiten aan een of meerdere van deze hoofdzonden.”
“Dat weet ik, dat weten wij, dat weten zij, daarom is het goed ze weer eens te noemen en te behandelen. En de bisschop noemt, wel een beetje te kort naar mijn smaak, wat we ertegen kunnen doen.”
“Langabere verzwakt de kracht van de boodschap, ja toch meester?”
“Ja, oke. Nu over die eerstgenoemde zonde: trots.”
“Dus meester, je mag niet meer trots op jezelf zijn als je bijvoorbeeld  met veel opoffering je diploma hebt gehaald?”
“Natuurlijk mag dat! Het gaat om misplaatste trots, die wordt verwaandheid, arrogantie, opschepperigheid, zelfverheerlijking, en dat is de wortel van vele andere zonden.”
“En wat kan je hiertegen doen?”
“Eenvoudig blijven, zelfs nederig zijn, maar hoe moeilijk blijkt dit te zijn voor mensen die met macht zijn omkleed!”
“Dat blijkt inderdaad helaas vaak. Maar men zegt: Hoogmoed komt vóór de val. En die tweede zonde is afgunst, jaloezie. Je kan het niet hebben dat een ander succes heeft, dat die vooruit is gekomen en jij niet. Dat vreet je van binnen op. Je gaat kwaad spreken over die ander, je wordt met wrok en haat vervuld, terwijl je vrij bent om ook te proberen vooruit te komen.”
“En wat kunnen we daartegen doen?”
“Een jaloers persoon kan zich beter richten op zijn eigen zegeningen, daarmee tevreden zijn en vandaaruit naar boven groeien. En zich niet maar te focussen op de zegeningen van anderen.”
“En als derde noemde u ‘woede’. Dus je mag niet meer boos worden, bijvoorbeeld op een zuiplap die vindt dat hij uit z’n auto moet stappen en net voor je inrit moet urineren?”
“Ja, daar zou ik ook boos om worden. Maar zo een zuiplap is zichzelf niet meer. En jouw woede moet niet de overhand nemen dat je om alles driftbuien krijgt. Je gaat anders vroegtijdig aan de gevolgen van hoge bloeddruk ten onder.”
“En wat doe je tegen deze zonde?”
“Beheers je, reageer niet in drift op bepaalde dingen. Zeg rustig dat het niet door de beugel kan. Wees een beetje zachtmoedig, dan blijf jij gezonder en je omgeving ook.”
“Maar die vierde begrijp ik niet: inertie. Wat is dat?”
“Lustelooshied, geen prikkel hebben om te presteren. Je zit er maar als een zoutzak bij: achter een loket of voor de klas bijvoorbeeld. En in plaats om wat hiertegen te doen, ga je maar om alles klagen, mopperen, vitten, ophef maken om kleine dingen. Terwijl je je dienstbaar kan maken om mensen te helpen die het veel beroerder hebben dan jij.”
“En dan noemde de bisschop ‘hebzucht’. Dus het is een zonde om iets te willen bezitten?”
“Natuurlijk niet, maar net zoals bij die vorige zonden: alles met mate. Moment dat je het overdrijft, dat je geen tijd hebt om met je gezin te zitten en te praten en te lachen, maar alleen je geld zit te tellen, dan wordt het een zonde. Hebzucht maakt je eenzaam en ongevoelig voor je medemens.”
“En wat is het tegengif hiertegen?”
“Simpel: geef wat meer aan de noodlijdenden; je gaat al dat geld toch niet meenemen ‘naar boven’. Er zit veel meer zegen en voldoening in het geven, dan aan het steeds maar méér willen bezitten.”  
“U noemde ‘gulzigheid’ als zesde hoofdzonde. Maar dat heeft toch ook met de eerder genoemde hebzucht te maken?”
“Ja, dat klopt, maar er zijn meerdere hoofdzonden die elkaar een beetje overlappen. Gulzigheid is volgens mij een hebzucht die meer met het eten te maken heeft. De bisschop stelt dat een gulzigaard meer op het naar binnen werken van eten gericht is, op het schransen, dan op de saamhorigheid en de gezelligheid van het nuttigen van een maaltijd. Je bestrijdt gulzigheid met matigheid. Alles in het leven moet je in feite met mate doen.”
“Maar ik lees hier dat volgens hem ook de mensen die teveel op hun dieet letten, hieronder vallen.”
“Klopt. Die eten dít niet, dát niet, rijst mag niet, suiker mag niet, zout mag niet, vet mag niet, kruiden mogen niet; jeetje, ze maken het nuttigen van voedsel tot een smaakloze excursie, tot een straf voor zichzelf en hun gezelschap.”
“Klopt helemaal.”
“En tot slot wordt ‘wellust’ als zonde genoemd. Dus het seksuele verlangen, seks hebben, is goed voor een mens, maar de zonde is wanneer de aandacht, de genegenheid voor de andere, losgekoppeld wordt van het hebben van seks.”
“Dus meester, dat is als je met iemand naar bed gaat alleen maar om klaar te komen, zonder dat je diepere gevoelens voor die persoon hebt. Morgenavond doe je het gewoon met een ander, zolang jij maar je genot hebt. Dan is die wellust, die drang naar seks, een zonde?”
“Ja. En de bisschop stelt dat de wereld verziekt is van de focus op seks, op kortstondige relaties en hij levert in dit kader, zoals velen, kritiek op de onkuise vertoning op het podium op het Onafhankelijkheidsplein tijdens de onlangse Phagwaviering.”
“Een zeer leerrijke overdenking van de bisschop. En wij sluiten af met een rondje sap, om ook onze lust naar alcohol te temperen.”
“Ja, proost daarop, plus het is gezond en goedkoper.”
 
 Rappa

Advertenties