Mijnramp, beleidsramp
10 Dec, 12:48
foto


Op 20 november stierven zestien goudgravers in Boven-Saramacca. Doodsoorzaak: bedolven onder puin en gebrek aan lucht. Een tragedie voor de nabestaanden. Een uitgeroepen dag van rouw was passend om collectief om die gebeurtenis te rouwen, maar twee dagen kunnen zijn ingegeven door schuldgevoel of populisme, of beide. Deze en andere slachtoffers, hoe triest hun lot ook mag zijn, symboliseren de goudkoorts en het mislukte goudordeningsbeleid. De zoekers naar de felbegeerde grondstof werden zelf grondstoffen. Dit stuk belicht de mijnramp in een bredere context.

Goud is de pijler van de Surinaamse economie, goed voor 70 tot 80 procent van de export, met een totale goudproductie van 33.000 kg (42% uit kleinschalige goudwinning), ruim 2 miljard US dollar. Naar schatting werkt maar een klein percentage van de 20.000 tot 35.000 personen in de goudsector geregistreerd. Het aantal niet-geregistreerde goudzoekers wordt zelfs geschat op 70.000. Het zijn vooral illegale Brazilianen (garimpeiros), gevolgd door Marrons en nu ook Chinese migranten. De goudsector genereert ook duizenden andere banen (detailhandel, hotels, bars, restaurants, sekswerkers).

Suriname produceert veel goud, maar heeft slechts 600.000 inwoners. De productie is 55 gram goud per inwoner, bij de huidige goudprijs is dat ongeveer 3775 dollar per Surinamer. Toch is 41% van de Surinamers ‘multidimensionaal’ arm. Je kunt dus stellen dat de grondstoffenvloek best aard in Suriname. Goud brengt blijkbaar groei, maar geen duurzame ontwikkeling. Net zoals bauxiet voorheen. Suriname is erg afhankelijk van de mijnbouwsector, met het risico dat dalingen van de internationale grondstoffenprijzen tot economische neergang zullen leiden.

Het is misschien niet PC (politiek correct) om het te zeggen, maar de facto waren de slachtoffers van de mijnramp ‘gouddieven’, omdat zij illegaal opereerden op het terrein van goudbedrijf Zijin. Alle mineralen in Suriname zijn eigendom van de staat. Voor het winnen van goud uit de grond is een vergunning nodig en aan een vergunning zijn regels verbonden op het gebied van veiligheid, gezondheid, bescherming van ecosystemen, rapportage, productie en belastingen. De slachtoffers kenden de risico’s omdat ze gewaarschuwd waren. De staat (lees: de belastingbetaler) betaalt hun begrafeniskosten. De vraag die dit oproept: gaat de staat dit ook doen voor toekomstige slachtoffers? 

Goudzoekers willen snel geld verdienen. Als er ergens een goudader wordt ontdekt, verlaten ze bij wijze van spreken school en rennen naar de plek. Er zijn genoeg andere banen te vinden, want Suriname kent een tekort aan arbeidskrachten, maar bedrijven kunnen niet betalen wat een ongeschoolde illegale goudzoeker per dag kan verdienen; op een goede dag kan dat een paar honderd dollar zijn.

Illegale goudwinning laat een spoor van vernietiging achter. Het lukraak zoeken naar goud laat lelijke kale plekken achter in het ongerepte bos. Oerbos wordt vernietigd, bomen worden illegaal gekapt, mens en natuur worden vergiftigd, met illegaal kwik en cyanide. Het wordt ook in verband gebracht met belastingontduiking, mensenhandel en het witwassen van geld. De Inheemse bevolking betaalt de hoogste prijs.

De goudordening komt al meer dan tien jaar niet van de grond. De vorige regering bakte er niets van. Sinds 2020 valt de ordening van de kleinschalige goudsector onder de vp. Dat mislukt en de vraag is waarom hij na de mijnramp hiervoor niet bedankt. Was het verstandig om iemand een sector te laten ordenen die, bij aantreden als vp, verdiend of onverdiend, een van de machtigste mannen in de Surinaamse goudsector is. Het is ook publiek geheim dat hij is veroordeeld voor drugshandel. Belangrijke ketenministeries voor goudordening zijn ‘van’ ABOP. Je moet goed je ogen dichtknijpen om belangenverstrengelingen en verwevenheden niet te zien. 

De Franse buren kiezen voor een andere aanpak. Ze noemen de illegale goudwinning eenvoudigweg een ‘plaag’ en treden hard op. Ze blazen de kampen en uitrusting van de illegale goudzoekers op. Zo dempen zij de put voor er doden vallen. De Surinaamse aanpak is in vergelijking laks, met mogelijk dodelijke slachtoffers tot gevolg.

Het collectieve onvermogen om de kleinschalige goudsector te organiseren is duidelijk. Politieke partijen toonden snel hun medeleven. Sommige politici zijn oprecht, anderen profiteren van het verdriet. Maar alle reacties waren tamelijk passief. Alsof de mijnramp uit de hemel kwam vallen. Een juiste reactie zou moeten zijn: wij hebben dit veroorzaakt door ons zwakke handelen, wij zijn verantwoordelijk, wij gaan de putten dempen voordat er nog meer kalveren verdrinken.

Als de kleinschalige goudsector niet snel wordt geordend en alles blijft zoals het is, zullen de zestien slachtoffers voor niets zijn gestorven.

D. Balraadjsing

Advertenties