Column: De minister
31 Aug 2022, 00:59
foto
Minister Armand Achaibersing van Financiën & Planning


Vanwege persoonlijke reden heeft de minister van Financiën en Planning, Armand Achaibersing op zaterdag 13 augustus schriftelijk zijn ontslag aangeboden aan de president. Voor zover mij bekend heeft de minister nimmer publiekelijk aangegeven wat die persoonlijke reden zijn. Dat zou hij volgens bronnen wel hebben gedaan tegenover intimi. Voor het grote publiek blijft het echter gissen naar de ‘werkelijke’ reden voor het opstappen van de minister. De tragische dood van zijn kleinzoon wordt het meest genoemd. De vraag zou dan gesteld kunnen worden of dat tragische heengaan van een geliefde van de minister de oorzaak dan wel de aanleiding is voor zijn vertrek. De geschiedenis leert ons dat als het gaat om belangrijke levensvragen hele groten het zelfs ook niet precies weten.

Het is bekend dat Achaibersing - vóór hij minister werd - een vooraanstaande functie bekleedde in een belangrijk bedrijf in de private sector. Ook is het bekend dat in die sector beslissingen doorgaans sneller worden genomen en aan minder personen en structuren verantwoording moet worden afgelegd. De lijnen zijn daar korter. Dat minister Achaibersing – met zijn lange ervaring in de particuliere sector - het reeds twee jaar  volhoudt in de top van de publieke sector in Suriname is op zich reeds bewonderenswaardig.

Wie herinnert zich niet het vroege opstappen van de bekwame Rudi W. Roseval als minister van Financiën in 1991. In een uitgebreid interview met een verslaggever van radio Apintie stond Roseval – toen - uitvoerig stil bij de reden van zijn vertrek. De omslachtige werkwijze – waarbij vooral de toenmalige president het moest ontgelden - maakte dat Roseval het nog geen twee maanden volhield als minister.

Ik kan mij er wat bij voorstellen dat het voor mensen – met name de toppers - uit de particuliere sector niet altijd even gemakkelijk is te functioneren in een log bureaucratische publieke sector. Het principe van public-private-partnership –  dat in vele grote landen heel normaal is – zou er ook in Suriname toe moeten leiden dat een kruisbestuiving op deze wijze plaatsvindt. Het zou in het belang van het bestuur in Suriname kunnen zijn als mensen de ervaring uit de private sector meenemen naar de publieke sector.

De wijze waarop Achaibersing als minister functioneert dwingt respect af. De lof die hem nu wordt toegezwaaid spreekt voor zich. Zijn deskundigheid, integriteit, onderhandelingsbekwaamheid, werklust, eenvoud spreken boekdelen. Hij laat mensen in hun waarde. Op mijn netvlies staat nog glashelder zijn conflict met de vp waarbij gesteld werd dat Achaibersing de ABOP-ministeries van minder financiën voorzag, dan de overige ministeries. ABOP-ministeries (?), wat een staatsrechtelijke koeterwaals, maar zo werd het gezegd. Goed onderbouwd met cijfers weerlegde Achaibersing deze bewering om vervolgens professioneel verder te werken met de vp.

Suriname heeft aardig wat ministers gekend – en kent ze tot vandaag nog - waarbij je het gevoel krijgt dat deze - tegen een onverantwoord hoge financiële vergoeding - een regeerperiode lang stage aan het lopen zijn.  Achaibersing bleek vanaf dag één een man te zijn die van wanten weet. Een man die weet waar hij over spreekt. In de twee jaren waarin hij de scepter op Financiën en Planning zwaait heeft hij zich als een Surinaamse burger laten kennen die - wat de belangen van Suriname betreft - het hart op de juiste plaats heeft. De duidelijke en respectvolle wijze waarop hij vragen in de Assemblee beantwoordt dwingt respect af. We hebben dat niet zo lang geleden anders meegemaakt in dat Staatsorgaan.

Bij het recente reçu’s schandaal werd door enkelen prematuur geroepen om het hoofd van minister Achaibersing. De snelle wijze waarop de ware boosdoeners zichtbaar werden gemaakt bewees het ongelijk van deze roepers. Wat wij wel zagen is dat de minister op 1 augustus van dit jaar manmoedig in gesprek durfde te gaan met actievoerders. Zowaar een man met een rein geweten.

Zelfs als de tragische dood van zijn kleinzoon de aanleiding en oorzaak mochten blijken te zijn voor het verzoek om ontslag dan staat het burgers vrij om een beroep op Achaibersing te doen om in het belang van Suriname - na een periode van rouw, rust en verwerking – wat hem gegund is – door te gaan met het goede werk waar hij zo enthousiast aan begonnen was.

Ik heb begrepen dat de minister aan de president gevraagd had om zijn ontslag per 1 september te doen ingaan. Dat zou dus morgen zijn. Het bericht dat mij intussen heeft bereikt, zal voor velen een reden zijn om niet morgen maar reeds vandaag een vreugdedans te maken. Na een gesprek met de president heeft namelijk Armand Achaibersing besloten nog enkele weken als minister aan te blijven.
Als wij nu met z’n allen hem zouden ondersteunen bij het uitvoeren van zijn beleid, wie weet misschien dat hij in tweede instantie besluit de rit van 5 jaren uit te zitten.

Hans Breeveld
Advertenties

Friday 26 April
Thursday 25 April
Wednesday 24 April