Partij politiek verziekt de EBS (slot)
16 Jun 2021, 02:51
foto


Ik heb als ter zake deskundige en ex-directeur EBS een drietal artikelen gepubliceerd dat de negatieve impact van de politiek op de EBS weergeeft, in de hoop dat hierin verandering zou komen. Gelet op de onlangs gepubliceerde tariefsverhogingen, heeft deze regering er zo te zien geen boodschap aan gehad. Het IMF heeft gevraagd om de subsidie binnen 3 jaren af te bouwen en in de gepubliceerde artikelen is aangegeven hoe dit kan middels verlaging van de  gemiddelde kostprijs.

Bij de onlangs aangekondigde tariefsverhogingen, heeft de regering nimmer aangegeven waarop deze gebaseerd zijn. Het percentage kan namelijk pas worden vastgesteld nadat bekend is wat de de reële kostprijs is en wat het gemiddelde tarief moet zijn. In het door de overheid gepubliceerde bericht is dit alles onduidelijk en bovendien kloppen de opgegeven cijfers niet. Er wordt bijvoorbeeld een gemiddelde kostprijs van 21 $ct/kWh genoemd, hoe men daaraan komt is echter onduidelijk.

Aangenomen dat de specifieke kostprijs voor transmissie-distributie 1.5 $ct/kWh is, volgt onderstaand een overzicht met nagenoeg de juiste cijfers op basis van twee scenario’s.
Scenario 1; Gemiddelde kostprijs en gemiddeld tarief op basis van de huidige cijfers;
- Beschikbaar vermogen EBS 160 MW, kostprijs opwekking 4.5 $ct/kWh
- Stroom wordt ingekocht van de Afobakadam voor 2 $ct/kWh, vermogen is 150 MW
- Stroom wordt ingekocht van de SPGC thermische centrale voor 14 $ct/kWh, vermogen is 98 MW
De gewogen gemiddelde kostprijs bedraagt dan 7.48 $ct/kWh en het gemiddeld tarief 8,23 $ct/kWh.

Scenario 2; Overname van de Afobakadam door de EBS en een gerationaliseerde 'Power Purchase Agreement' (PPA) voor elektriciteit van de SPGS thermische centrale;
- EBS blijft hetzelfde
- Kostprijs voor de stroom van de Afobakadam is 1.6 $ct/kWh
- Stroom wordt ingekocht van de SPGC thermische centrale voor 6,6 $ct/kWh
De gewogen gemiddelde kostprijs bedraagt dan 5.39 $ct/kWh en het gemiddeld tarief 5.93 $ct/kWh.

In scenario 2 is uitgegaan van slechts twee van de in eerdere artikelen genoemde maatregelen m.n.:
- Rationalisatie van de PPA met SPGS, waarbij slechts een winstmarge van 10 % wordt toegestaan en er slechts wordt betaald voor de per saldo afgenomen energie.
- Het overdragen van de Afobakadam aan de EBS.
Verder geldt als procedure voor een tariefaanpassing dat er vanuit de EBS een tarievenstudie moet worden geproduceerd welke ter goedkeuring wordt aangeboden aan de Energie Autoriteit Suriname (EAS) ). Als het overheidsbericht goed wordt doorgenomen dan ontstaat de indruk dat deze procedure niet is gevolgd en dat er geen echte tarievenstudie is uitgevoerd. Voor wat betreft het laatste heeft men ogenschijnlijk gewoon de tarieven per tariefgroep met percentages aangepast, dat is echter geen tarievenstudie.

In het overheidsbericht is ook nog een grafiek opgenomen met gemiddelde tarieven die gelden in het Caribisch gebied. De daarin opgenomen cijfers kunnen echter zeer misleidend zijn voor niet ingewijden. De indruk kan namelijk ontstaan dat tarieven van + 30 $ct/kWh okay zijn, dat is echter niet zo. De eilanden waar deze hoge tarieven gelden hebben geen eigen energiebronnen, hebben een veel kleinere opwekcapaciteit en besteden de opwekking doorgaans uit aan particulieren die woekerwinstmarges toucheren. Het laatste staat bekend als de Caribische wurggreep en betekend dat energie wordt getransfereerd naar een commercieel verhandelbaar goed in strijd met haar strategische- en nutsfunctie.

Suriname moet dus niet met deze eilanden vergeleken worden, maar met Trinidad & Tobago en binnenkort met Guyana. De situatie in Trinidad is als volgt;
- Grote aardgasvoorraad welke tegen zeer lage kosten wordt gebruikt als grondstof voor de energieopwekking.
- Veel grotere opwekcapaciteit waardoor de toe te passen eenheid grootte ook veel groter en efficiënter kan zijn.
- Gebruik van veel efficiëntere energietechnologie; STEG-eenheden/gasmotoren.
- De energievoorziening gebeurt door een staatsbedrijf waarbij een maximale winstmarge (8–12%) is toegestaan.
Suriname kan met Trinidad & Tobago concurreren vanwege de aanwezigheid van hydro-energie, aardolie en straks ook aardgas.

Met het bovenstaande lijkt het raadzamer om in het eerste jaar scenario 2 uit te voeren en ook nog de EBS toe te staan zelf haar brandstoffen (HFO) te importeren, een tariefaanpassing is dan overbodig. Binnen drie jaren kan de zaak dan verder worden verbeterd door:
- De huidige Energiewet, die niet aansluit op de Surinaamse energierealiteit, op te schorten en na evaluatie aan te passen.
- Actualisering van het EBS Businessplan en de Tarievenstudie van 2011.
- Afronding van het proces tot verzelfstandiging van Ogane.
- De definitieve vaststelling van de schuldenpositie van de EBS nadat de fictieve schuld is afgeboekt.
Hopelijk wordt het bovenstaande ter harte genomen en komt de overheid in nationaal belang terug op haar schreden.

Ir. Kenneth Vaseur
(Expert Energievoorziening en ex-directeur EBS)

De vorige delen:
Advertenties