Een rechter in Andorra heeft 28 mensen beschuldigd van corruptie – onder wie twee Venezolaanse voormalige onderministers. Openbare aanklagers beweren dat ze deel uitmaakten van een netwerk van corrupte ambtenaren die US$ 2,3 miljard ontvingen aan steekpenningen van bedrijven in ruil voor lucratieve contracten met het Venezolaans staatsoliemaatschappij PDVSA.

Ze zouden het geld in de Banca Privada d'Andorra (BPA) hebben verstopt. BPA is niet meer beschikbaar nadat het werd genoemd als een "belangrijk witwasbedrijf”.

Rechter Canòlic Mingorance in Andorra, een kleine financiële haven gelegen tussen Frankrijk en Spanje, beschuldigde de 28 van het nemen van smeergelden tot 15% om contracten met PDVSA te vergemakkelijken. De lijst met beschuldigden omvat Diego Salazar, die de neef is van voormalig olie-minister Rafael Ramírez. Ook twee mannen die dienden als vice-Energieministers in de regering van Hugo Chávez staan op de lijst. Het gaat om Nervis Villalobos en Javier Alvarado.

Veertien van de beschuldigden zijn Venezolaan, met negen anderen uit Andorra en vijf uit Spanje. Er is tot nu toe geen enkele opmerking gemaakt over degenen die worden aangeklaagd. Het netwerk waarvan zij naar verluidt deel uitmaakten, zou tussen 2007 en 2012 in totaal US$ 2,3 miljard aan steekpenningen hebben genomen.

Het geld werd vervolgens witgewassen en verborgen in de BPA-bank in Andorra voordat een deel ervan werd overgebracht naar belastingparadijzen, zeggen openbare aanklagers. De Amerikaanse Centrale Bank beschuldigde BPA in 2015 van georganiseerde misdaadgroepen te helpen met het witwassen van geld. De Andorrese autoriteiten hebben uiteindelijk beslag gelegd op haar vermogen.

Rechter Mingorance onderzoekt de zaak sinds 2012. Zij beweert dat de beschuldigden "hun krachten hebben gebundeld om de leiding te nemen over openbare aanbestedingen van PDVSA en energie-infrastructuurprojecten van dochterondernemingen van het staatsbedrijf, Corpoelec en Electricity of Caracas". Voormalige BPA-bankfunctionarissen zijn ook aangeklaagd.

Critici van de huidige Venezolaanse regering van president Nicolás Maduro en die van zijn voorganger, president Chávez, hebben lang het vermoeden gehad dat ambtenaren geld van de overheid hebben verduisterd. Maandag beschuldigde Marshall Billingslea van de Amerikaanse Centrale Bank president Maduro van 'roofzuchtige corruptie' en van het opereren van 'een kleptocratie'.

Een aantal andere hooggeplaatste regeringsfunctionarissen hebben sancties opgelegd gekregen en is beslag gelegd op hun bezittingen. Onder hen is minister van Handel Tarek El Aissaimi, die op de zwarte lijst staat van de VS voor vermeende drugshandel.

De Venezolaanse regering zegt dat het wordt aangevallen door "imperialistische vijanden". Het verwijt Amerikaanse sancties voor de erbarmelijke staat van de economie van Venezuela, en de slechte prestaties van PDVSA.