Natievorming, natiestaat, omstreden ideologie in 21e eeuw?
15 Jul 2018, 04:42
foto


Afrikanen en Aziaten in diaspora van Suriname hebben historische momenten en gebeurtenissen ondergaan in de geschiedenis van Suriname die belangrijk zijn als herdenkingsdagen voor het nageslacht in 2018. Dit jaar wordt door Afrikaanse- en Aziatische - en cultuur netwerkorganisatie, de media en op de internationale conferentie 'Legacy of Slavery and Indentured Labour, Linking the Past with the Future in Suriname' breed aandacht besteed aan, 165 jaar Chinese immigratie, 155 jaar afschaffing van de slavernij, 145 jaar Hindostaanse immigratie en 128 jaar Javaanse immigratie.

Begrippen die bij deze herdenking en in de media ter discussie staan zijn natie en natievorming, multiculturele staat, identiteitsvorming, integratie, sociale assimilatie en sociale cohesie. In dit artikel wordt aandacht besteed aan deze begrippen in samenhang met de Surinaamse samenleving.

Natie en natiestaat, omstreden ideologie
Natie en natiestaat zijn multi-interpreteerbare omstreden begrippen, geladen met politieke percepties en criteria die objectief kunnen zijn, zoals etnisch (verwantschap van de samenleving), cultuur, taal of religie. Subjectieve criteria zijn verbondenheid, nationale identiteit en solidariteit die gevoeld wordt door de groep binnen een territorium of meerdere territoria. Een voorbeeld van natievorming van een etnische groep binnen meerdere territoria is de Koerdisch-etnisch multi-nationale beweging, met als nederzetting op de grens van Irak, Iran, Turkije en Syrië. Als de natie grotendeels samenvalt met de Staat, wordt wel gesproken van een natiestaat. De meest gangbare omschrijving van natie is: een samenleving binnen een territorium of meerdere territoria die zich verbonden voelen door een gemeenschappelijke afkomst (één etniciteit), politieke historie (staatsvorming) en een eigen dominerende cultuur (één taal en één religie).

Volgens deze omschrijving is het begrip natie omstreden in de 21e eeuw, in een globaliserende wereld van vrije handelszones, transnationaal burgerschap en gedwongen en vrijwillige vormen van migratie. Veder is er een natie in contrast met: een multinationale Staat zonder een dominerende etnische groep, met een hoge mate van sociale assimilatie, een confederatie zoals de Europese Unie, de etnische Staat Bosnië–Herzogovina en de Verenigde Staten. Volgens statistieken van de UNESCO zijn in meer dan 125 Staten, de bevolking samengesteld uit een multi-etnische-, multiculturele-, multireligieuze– en multilinguïstisch samenleving.

India is het meest gediversifieerd land in de wereld met Caucasische-, Mongolide- en Negeride etnische groepen, 22 regionale talen en 780 dialecten. De twee componenten in de term 'natie-staat' wijzen terug op enerzijds de maatschappelijke en anderzijds de politiek-bestuurlijke dimensie van het begrip. Er is een aantal Staten waar deze dimensie niet opgaat: zoals Spanje (Catalonië en Baskenland), het Verenigd Koninkrijk (Schotland) en Canada (Québec). Deze Staten verenigen meerdere naties van taal en cultuur in hun territorium. Natiestaten met een dominerende etnische groep en cultuur zijn o.a. Albanië, Armenië (98% is Albanees/Armeens etnisch), China (92 % Han Chinezen), Bangladesh, Egypte, IJsland, Lesotho, Japan, Noord en Zuid-Korea.

De oorsprong van nationalisme en natie staten in Europa
Een belangrijke theoretische vraag is: "Wat was er eerst, de natie of de natiestaat? Volgens historici is de oorsprong van natie een onbedoeld bijproduct van de 15e eeuwse intellectueel ontdekkingen in de politiek, de economie, het kapitalisme, mercantilisme, politieke geografie en aardrijkskunde, in combinatie met cartografie technologie. Deze intellectuele ontdekkingen en technologische vooruitgang was de oorsprong van de natiestaat als politieke ideologie. Het gevolg hiervan was de opkomst van etnische nationalistische bewegingen o.a.de Franse Revolutie ( in 1789), het Duitse staatsnationalisme en het cultuurnationalisme.

Etnisch nationalisme of volksnationalisme gaat uit van een bestaande volksgemeenschap - een etniciteit - waarbinnen door moderne politieke emancipatie (het streven naar) een staatsgemeenschap kan ontstaan. In West-Europa ontstond een liberale vorm van nationalisme, waarin zich een parlementaire democratie kon ontwikkelen. In de vorige eeuw hebben Staten geprobeerd de identiteit van de politieke gemeenschap en het volk te herdefiniëren d.m.v. identiteitspolitiek zoals taal beleid, nationalisme en nationale identiteit. De nationale identiteit bestaat uit 5 sleutelelementen: een psychologisch element (bewust zijn van het vormen van een samenleving), een cultuur element (gemeenschappelijk cultuur), een territoriaal element (verbondenheid met een bepaald territorium), een historisch element (gedeeld verleden), en een politiek element (zelf bestuur).

In Centraal- en Oost-Europa waren de staatsvorming en modernisering echter minder ver ontwikkeld, en leefden vele volkeren met elkaar binnen supranationale en multiculturele staten. Het gevolg was dat de nieuwe staatsgemeenschappen gedwongen assimilatie op hun minderheden gingen uitoefenen en als dat onvoldoende succes had, werden minderheden geëlimineerd. Deze ontwikkeling leidde in veel gevallen tot massale etnische zuiveringen in de periode tussen 1918 en 1948. Het streven naar nationale en raciale zuiverheid bereikte een dieptepunt tijdens en na de Tweede Wereldoorlog toen er op grote schaal grenswijzigingen en bevolkingsverschuivingen plaatsvonden met tientallen miljoenen slachtoffers o.a. door de nazi ideologie (Eugenetica en de rassenleer) van Hitler in Duitsland: deze ideologie was niet verenigbaar met voormalige Joden in Europa. In 1935 werd de Duitse eugenetische politiek duidelijk raciaal, door de invoering van de ‘wetten voor de bescherming van het 'Duitse bloed': oorsprong van Duitse etnische groep van Indo - Arisch (Germans) afkomst (uit Centraal Europa) met het hakenkruis symbool, afgeleid en vervormd van het Swastika symbool van het Hindoeïsme en boeddhisme.

De nazi-rassen ideologie voegde aan de eugenetica het element raszuiverheid toe en ging vervolgens veel verder dan uitsluiting alleen; de expansie van het Duitse rijk in West- Europa van Noord naar Zuid zonder Joden. De nazi’s hebben op basis van deze verfoeilijke ideologie in de concentratiekampen miljoenen, merendeels Joodse slachtoffers gemaakt. Behalve Joden werden ook andere groepen het slachtoffer van het naziregime: een half miljoen zigeuners, een kwart miljoen verstandelijk of lichamelijk gehandicapte personen, Jehova getuigen, homoseksuelen, communisten, partizanen en niet minder dan 3 miljoen Russische krijgsgevangenen .

'Mensenrassen' voor een natie zijn een verzinsel van racisten
Na de Tweede Wereldoorlog hebben wereldwijd de meeste wetenschappers afstand genomen van het begrip 'ras' als gevolg van de genocide in Duitsland. Men moest erkennen dat de indeling van mensen in 'rassen' geen biologisch gegeven is, maar een inmiddels eeuwenoud verzinsel van discriminatie van superieure blanke ras tegen over inferieure donkere (huidskleur) ras. Echter is geen fysieke of morele superioriteit toe te kennen aan bepaalde rassen. De moderne theosofie zegt expliciet dat de term 'ras' in haar literatuur niet met etnische groepen dient te worden vereenzelvigd, maar met beschaving. Niet westerse beschaving hebben een belangrijke bijdrage geleverd in de ontwikkeling van de wetenschap in West-Europa. Zo heeft West Europa o.a. kennis gemaakt met de getallen leer uit India , Compas, papier en boekdruk kunst uit China en medische toepassing van narcose en uitvinding van de bril van Arabieren.

In 1950 verklaarde de VN-organisatie UNESCO dat men het begrip 'ras' maar beter achterwege kon laten. "Voor alle praktische doeleinden is 'ras' geen biologisch fenomeen, maar een sociale mythe. Het concept van etniciteit wordt vaak gebruikt als een politiek correcte term in plaats van ras. In 1964 verklaarde de UNESCO opnieuw dat 'pure rassen' niet bestaan, en dat theorieën gebaseerd op racisme onwetenschappelijk zijn.

Conflicten door natie vorming
In de wereldgeschiedenis heeft de ideologie van natie en natiestaat in veel Staten geleid tot etnische en culturele conflicten door het verschil in denken over de eigen cultuur en dat van anderen o.a.: intolerantie tegen over andere etnische groepen (Armeners in Turkye en Koerden in het Midden- Oosten), separatistische beweging (Tamils in Srilanka, Moslims in Kashmir op de grens van India en Pakistan), afsplitsing van Staten (Baltische Staten en Georgië in voormalige USSR, Joegoslavië in zes enclaves, de scheiding van Pakistan van India), enclave vorming (Nagorno-Karabach), Joods-Palestijn diaspora-ethnisch conclict, tot genocide van Joden in Nazi Duitsland, genocide van Armeniërs in Turkije, genocide van moslims in Srebrenica en recentelijk (in 2017) etnische zuivering van Rohingya in Myanmar.

Surinaamse samenleving: natie of volk?
De Surinaamse bevolking is een gecreëerde samenleving van migratie en diaspora. Het kolonialisme, de plantage economie, slavernij, contract arbeid en vrije migratie (van Hollandse boeren, Libanezen, Brazilianen, Guyanezen en Haïtianen) zijn (met uitzondering van Inheemsen) de belangrijkste mechanismen geweest voor de oorsprong van de Surinaamse bevolking. Voor de plantage economie werden in eerste instantie slaaf gemaakten uit Afrika ingezet en vervolgens Aziatische contract arbeiders (Chinezen, Indiërs en Javanen ) voor de productie van tropische gewassen die bestemd waren voor de Europese markt. De eerste generatie Afrikanen en Aziaten in diaspora van Suriname hadden als opties: integreren of assimileren in Suriname. Voor de Indiërs en de Javanen was de mogelijkheid terug keren na hun land van bestemming na het contract arbeid. Hiervan hebben 11000 Indiërs en 8000 Javanen gebruikt gemaakt.

Sedert de volkstelling van 1950 is een mate van sociale assimilatie onder Afrikanen, Inheemsen en Aziaten opgang gekomen in de Surinaamse samenleving. In de volkstelling van 1950 en 1964 was de sociale assimilatie 1%, in 2004 was dit 19, 9 en in de volkstelling van 2012 was dit 13,7 %. Ruim 70.000 Surinamers worden geïdentificeerd als gemengde of van hybride afkomst.

Voor de eerste generatie Afrikanen (geïdentificeerd als Marron en creolen) en Aziaten (Chinezen, Hindostanen en Javanen), was het een uitdaging voor integratie en behoud van de etnische en culturele identiteit binnen het Surinaams territorium. De bindende elementen hiervan zijn; enculturatie (het aanleren van cultuur elementen taal en religie binnen het gezin), sociale cohesie en ruimtelijke segregatie (de kleefkracht van het bij elkaar wonen en het opzetten van plaatsen in het cultuur landschap met Marron, Hindostaanse en Javaanse concentratie) en de opzet van cultuur netwerk organisatie van Creolen, Marron, Hindostanen, Javanen en Chinezen voor behoud van de cultuur (taal en religie) en materiële en immateriële cultuur elementen.

In de 21e eeuw is door het verzoeningsbeleid van de overheid audio-visuele media (radio- televisiestations) opgezet door de etnische groepen in eigen dialect die een bijdrage leveren voor behoud van de culturele identiteit. Dit is volkomen in overeenstemming van de UNESCO 'declaration of culture van 2005' voor behoud van duurzame culturele diversiteit.

Op grond van bovenvermelde theorie is er geen sprake van natievorming en natiestaat in Suriname. De Surinaamse samenleving is een volk; een samenleving binnen het Surinaamse territorium van verschillende afkomst met diversiteit aan cultuur en historisch oorsprong. Zoals planten en dieren in het fysische milieu een cyclus vormen van verschillende ecosystemen, leveren alle etnische groepen binnen het Surinaams territorium met hun cultuur elementen een bijdrage aan de multi-etnische- , multiculturele- , multireligieuze- en multilinguïstische diversiteit van de Surinaamse samenleving.

Hein Raghoebar M.Sc.
Faculteit der Humaniora (ADEK).
Advertenties