Over welke lof en stank heeft Van der San het?
09 Apr 2018, 18:18
foto


Op zijn best kan het ingezonden stuk van de heer Eugene van der San dat op vrijdag 6 april op Starnieuws verscheen als onduidelijk worden betiteld. De titel slaat als een tang op een varken. Dit zal iedereen kunnen bevestigen die het gesprek beluisterd heeft, dat ik op donderdag 5 april jl. met Gerold Vliet had in het programma ABC actueel. Het ingezonden stuk van de heer Van der San schijnt namelijk bedoeld te zijn als een reactie op dat gesprek.
Ik vraag mij af waarom voor die titel is gekozen - als er verder in het artikel geen invulling aan gegeven wordt. Dit gebeurt evenmin met de kreet in het Latijn “oratio pro domo”.

Maar het ergste is dat er een pertinente onwaarheid door de heer Van der San wordt gedebiteerd als hij schrijft: “De essentie (van het gesprek H.B.) was dat de NDP geen kader, geen deskundigen heeft om ministersposten te kunnen invullen”.

De essentie tijdens de persconferentie van de president – over dit onderwerp - en tijdens mijn vraaggesprek met de heer Vliet was echter of de president met het rekruteren van personen uit andere partijen het “samendoen met die partijen” voor ogen heeft. Dus hier slaat de heer Van der San de plank volkomen mis. Het was overigens de president zelf die zei: “Denkt u dat wij geen kader hadden om dat in te vullen”. Het woord NDP valt nergens. De enige relevante vraag kan alleen zijn: “Wat wil de heer Van der San met deze doorzichtige verdraaiing bereiken?”

Ik heb ook problemen met de volgende opmerking van de heer Van der San, dat ik het: “over de invulling” … zeer bruin zou hebben gebakken. De scribent verzuimt ook dit verwijt te onderbouwen. Ook hier komt hij dus niet verder dan kretologie.
De heer Van der San zou mij zeer verplichten indien hij zou aangeven hoe en wie ik in dat gesprek de hemel in geprezen heb.

Gelukkig zijn wij nu in de omstandigheid om reeds uitgezonden programma’s via het internet zo vaak als wij dat willen te beluisteren. Voor iedereen die het programma wil beluisteren verwijs ik naar de website van Radio ABC. Het gedeelte dat door de heer Van der San niet is begrepen of dat opzettelijk door hem verdraaid is staat op de tijdsbalk tussen 38.34 en 47.17.
Overigens is het mij volkomen onduidelijk waarom de heer Van der San reageert op een vraag gesprek waarin zijn naam noch zijn functie is genoemd.

1990
Aan het eind van het ingezonden stuk van de heer Vander San komt de aap uit de mouw. De heer Van der San verwijt iemand dat die voorkomen heeft dat hij in 1990 minister werd, althans dat moet ik daaruit distilleren. Maar het kan toch niet zo zijn dat u willekeurig anderen – zonder deugdelijke argumenten - aanvalt vanwege uw onverwerkte trauma.

Ik werd in 1990 minister van Binnenlandse Zaken en minister van Regionale Ontwikkeling. Dit verzoek aan mij heb ik gecommuniceerd met de 2 NPS-toppers t.w. de heren Ronald Venetiaan en Henck Arron, aangezien ik toen adjunct-secretaris was van het Congresbestuur van de NPS. Er bestond aan de zijde van deze heren geen bezwaar, althans dat mocht ik destilleren uit hetgeen zij zeiden.
Doordat ik liever geen minister werd – in een overgangskabinet – op het ministerie dat mij aanvankelijk aangeboden werd - maar ik aangaf op welk ministerie ik eventueel wel minister zou willen dienen - kwam de heer Van der San op de schopstoel terecht. Het was mij niet bekend dat hij de gedoodverfde kandidaat voor het invullen van het ministerschap op dat ministerie was. Dat werd mij althans later verteld.

Mijn wetenschappelijk vorming heeft met zich meegebracht dat in een beschouwing slechts die zaken aan de orde breng die ik voor een beter begrip voor lezer en luisteraar relevant acht.
Ik heb daarom dan ook nooit de behoefte gevoeld om publiekelijk over de afwijzing van de heer Van der San als minister van Binnenlandse Zaken te spreken of te schrijven.

Overigens vraag ik mij af of de heer Van der San zichzelf een dienst bewijst dit nu publiekelijk bekend te maken. Niet zo lang geleden – in 2017 - heeft men de heer Van der San de mogelijkheid geboden om zijn kunnen als minister te tonen. De wereld is er getuige van dat dat experiment maar van korte duur was.

Achteraf bekeken was het waarschijnlijk zelfs goed dat de heer Van der San in 1990 geen minister is geworden. Ik heb hem toen namelijk als een nauwgezet werkende onderdirecteur op het ministerie van Binnenlandse zaken ervaren.
Ik ben mij bewust van de mijn beperkingen en ik denk dat het in Suriname stukken beter gaan indien wij allen ons rekenschap zouden geven van de diepzinnigheid van de odo: “Gado sabi fu san-ede a no gi asi tutu”

Hans Breeveld
hansbreeveld@gmail.com
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May