Fort Zeelandia en cultuur barbarisme
17 Jul 2012, 12:00
foto


Ongeveer 10 jaren geleden wandelde ik op het terrein voor het Fort Zeelandia, omdat ik gericht op zoek was naar de directeur of beheerder van het museale erfgoed op dat terrein, waar meerdere historische gebouwen in koloniale stijl zich bevinden. De aanleiding was, dat ik enkele dagen daarvoor in Fort Zeelandia een onbeschrijfelijk wanordelijke toestand met boeken en papieren rommel had aangetroffen in de rechterhoek van het Fort (aan de rivierzijde). Ik vernam dat er een boekenafdeling en/of bibliotheek zou worden aangelegd. Als uitgever, boekhandelaar, publicist had ik interesse mee te werken aan de boekensector van het Fort.

Na vele doorverwijzingen kwam ik terecht in een gebouw aan de overkant van het Fort, waar de directeur/beheerder kantoor hield. De blanke vrouw werkte daar moederziel alleen en schrok zichtbaar van mijn bezoek. Toen ze de inhoud van mijn boodschap en vraag aangehoord had, werd de sfeer grimmiger en werd mij kort en krachtig duidelijk gemaakt dat ik verdwaald was. Ik voelde mij als een Louis Doedel (1905-1980) begin vorige eeuw op het terrein van de toenmalige gouverneur. Louis Doedel wilde de gouverneur spreken en werd gek verklaard en zijn gehele leven opgesloten. Heel Suriname sliep.

De denkbank
Proefondervindelijk was ik veroordeeld tot de denkbank; prakseri bangi . Surinamers kennen deze uitdrukking voor zaken en of omstandigheden die je nopen tot diep nadenken voordat je een standpunt inneemt. De Afrikaanse Surinamer Alex De Drie zegt dat je moet luisteren (waarnemen), onthouden (opslaan van kennis), en denken en (kwalitatief selecteren en associëren) om tot conclusies en nieuwe waarheden te kunnen komen. Mijn pijnlijke aanvaring met een 'waakhond' van Hollands/Surinaamse cultuurgeschiedenis, met volmachten van de regering-Venetiaan, deed mij diep nadenken over de stand van zaken van ons culturele erfgoed en museale activiteiten.

Ik kwam evenwel tot de even pijnlijke conclusie dat de Hollandse aanwezigheid en bemoeienis -middels een beheersstichting- minder te maken had met kolonialisme maar alles met de Surinaamse ondeugd om onderhoudsaangelegenheden te verwaarlozen, gebrek aan cultuurhistorisch besef, en ontbrekende interesse in koestering van collectieve monumentale belangen. Museale zaken zijn in Suriname sluitpost op de nationale begroting. Bewust laat ik de financiële paragraaf, de op te hoesten onderhoudskosten, buiten beschouwing. De postkoloniale –geestelijk/spiritueel bevrijde– democratische rechtsstaat Suriname is nog in wording en bij lange na nog niet voltooid.

Wijsheid
Een staat met een gering cultuurhistorisch bewustzijn vervalt tegen beter weten in tot cultureel barbarisme. Deze wijsheid illustreerde een ongeschoolde Marron mij eens als volgt (citaat uit mijn boek 'de karreman', dat eind van dit jaar verschijnt). Iemand had hem gevraagd wat hij vond van de 'staatsgreep en revolutie van de militairen' in Suriname. Zijn antwoord zal mij mijn leven lang bijblijven. Hij zei: “luister noh! Ik bemoei niet met ruziënde stadsnegers. Mijn ouders hebben mij geleerd dat die 'stadsnegers' geen eigen waarde hebben, omdat zij niets bezitten en hun culturele achtergrond verloochenen. Zij zijn dronken van Holland, roomser dan de Paus, en in feite karikaturen van de Hollandse cultuur. Wat zij hebben geproduceerd of bezitten- zoals plantages in geheel Nickerie bijvoorbeeld - verkopen zij om te overleven. Zij hebben uiteindelijk niets."

"Wij Marrons hebben het binnenland geconserveerd, kennen de natuur en koesteren het Afrikaanse erfgoed met principes en tradities, waar wij uit voortgekomen zijn. Mijn ouders hebben mij gewaarschuwd voor de blinde (domme barbaarse) woede van de furieuze stadsneger. Als de ontheemde en gefrustreerde stadsneger boos is, kan hij eigenlijk psychologisch geen kant uit en gaat hij weldra over tot vernietiging van zijn bebouwde omgeving. Hij/zij leeft in een waardeloze nepwereld, die hem opzadelt met een minderwaardigheidscomplex. Zijn doel is dus zijn blanke meester (die hij eigenlijk adoreert) te kwetsen. Hij wil vooral de gebouwen die hem herinneren aan de blanke kolonist meedogenloos vernietigen; en gaat over tot brandstichting. Mijn ouders herinnerden mij aan de grote branden in de geschiedenis- vooral die van Kodjo, Mentor en Present - uit volkswoede, daargelaten of de woede gegrond was of niet. Zij zeiden mij dat de twisten in Paramaribo noodzakelijkerwijs treurig eindigen in staatsgrepen, zelfvernietiging en vernietigen van de bebouwde omgeving”.

Historische plek
Paramaribo met rancuneuze kultuurbarbaren in de leiding zal een broko pranassi blijven, waar dolle bandeloze feesten het winnen van conserveren van gebouwd erfgoed voor het cumuleren van ons huizenbestand. De arrogante politici/bestuurders willen niet voortbouwen op de historie van onze voorgangers, maar liefst schandvlekken uitwissen en het wiel opnieuw uitvinden. Marrons willen niets te maken hebben met deze inhoudsloze opgeblazenheid en luxe twisten, omdat zij (de Marrons) anders tussen twee vuren zullen belanden. De stadsneger is hun vriend en met Holland hebben zij allang vrede gesloten. Onze cultuur kent wel de spiritualiteit en het geestelijk bewustzijn die ons leren dat Fort Zeelandia een historische plek van waarde en kennis is die gekoesterd moet worden door Nederlanders en Surinamers.

Een Surinaamse cultuurhistorie kenner gebruikte de term culturele barbaren om diegenen ermee aan te duiden die zich niet bekommeren om de wetenschappelijke waarde van de eigen cumulatieve cultuurgeschiedenis. 'Barbaren' in figuurlijke zin, zijn diegenen die de geschiedenis vervalsen, en diegenen die met gemak een historisch gebouw slopen om er een roti shop of 'carwash' of feesttent in te plaatsen, die de Rust en Vrede straat in Fred Derbystraat veranderen, die een monumentaal fontein willen opheffen omdat er junks zich wassen, die de bevrijdende naam Fort Buku van de heldhaftige heroïsche Marrons willen misbruiken voor een folterplaats, de Centrale markt willen slopen, grote kleurenfoto's en afschuwelijke bloempotten plaatsen voor het parlementsgebouw en geen inzicht hebben in ruimtelijke ordening. Zij hebben in hun hoofd –tussen de oren- een ernstig persoonlijkheidsprobleem en zetten dat om in symbolische agressie verpakt in populisme. Uiteindelijk hebben zij weer niets en daar ze al niets hadden, komen zij mentaal geen meter vooruit. Heel Suriname heeft geen enkel volkspark of botanische tuin of badplaats aan een van de vele rivieren of georganiseerd strand. Die paar plekken leiden een noodlijdend bestaan voornamelijk door onze achteloze mentaliteit, latente haat tegen de overheid (erfenis uit de koloniale tijd) onderhoudsproblemen (Vide cultuurtuin; verkeersmeubilair etc.). Die volkse plekken- voor brood en spelen- gaan er nooit komen zolang we wat anderen opgebouwd hebben zomaar afbreken, met valse voorwendselen. Wij moeten allen naar de denkbank.

Ludwich van Mulier
(Publicist)
Advertenties

Thursday 25 April
Wednesday 24 April
Tuesday 23 April