Belangrijkste haven van Haïti gaat dicht terwijl anarchie losbarst

De belangrijkste haven van Haïti zegt dat het zijn activiteiten heeft opgeschort vanwege sabotage en vandalisme, terwijl de hoofdstad verder afglijdt in geweld en chaos. De Haïtiaanse regering heeft gezegd dat zij de noodtoestand en de nachtelijke avondklok zal verlengen om te proberen de gewelddadige aanvallen van bendes, die de hoofdstad Port-au-Prince hebben lamgelegd in een felle strijd om de politieke macht, te beteugelen.

Lokale media melden dat gewapende mannen de haven van hoofdstad Port-au-Prince binnendrongen en containers plunderden.

Het volgt op aanvallen van bendes op de luchthaven, politiebureaus en gevangenissen, deze week. Ze dringen aan op het ontslag van de Haïtiaanse premier Ariel Henry.

De noodtoestand van drie dagen is nu met een maand verlengd.

Caribbean Port Services, de exploitant van de haven, noemde "kwaadwillige daden van sabotage en vandalisme" toen het het besluit aankondigde om alle diensten op te schorten.

Volgens het Wereldvoedselprogramma van de VN zitten ruim twintig vrachtwagens met essentiële apparatuur, medische benodigdheden en voedsel vast in de haven.

Het VN-agentschap voor humanitaire zaken heeft gewaarschuwd dat het gezondheidszorgsysteem van het land "op instorten staat".

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken sprak met Henry om te vragen om een "dringende" politieke transitie, zei een hoge Amerikaanse functionaris.

Blinken sprak met de Haïtiaanse premier over "de dringende noodzaak om de transitie naar een bredere, meer inclusieve regering vandaag te versnellen", zei Brian Nichols, de Amerikaanse assistent-minister van Buitenlandse Zaken voor Zaken op het Westelijk Halfrond, donderdag tijdens een evenement.

De bendes in de door geweld geteisterde stad voerden hun aanvallen op toen Henry vorige week naar een regionale top vertrok. Henry probeerde dinsdag terug te vliegen naar Port-au-Prince, maar kwam in plaats daarvan op het Amerikaanse grondgebied van Puerto Rico terecht.

Hij kon niet in de Haïtiaanse hoofdstad landen, omdat de internationale luchthaven gesloten was nadat soldaten pogingen van gewapende mannen om de luchthaven in beslag te nemen, afweerden.

De burgerluchtvaartautoriteiten in de naburige Dominicaanse Republiek hebben ook het vliegtuig van de premier afgewezen, omdat ze niet over het noodzakelijke vluchtplan waren geïnformeerd.

Henry heeft geen enkele publieke verklaring afgelegd sinds hij Kenia bezocht, waar hij president William Ruto ontmoette om een deal te redden voor het Oost-Afrikaanse land om een multinationale troepenmacht te leiden die de orde in Haïti zou helpen herstellen.

De twee leiders tekenden een wederzijdse overeenkomst die de weg vrijmaakt voor de verzending van 2.000 Keniaanse politieagenten naar Haïti, maar een Keniaanse oppositiepoliticus zegt dat hij de deal voor de rechtbank zal aanvechten.

Ondertussen hebben verschillende Keniaanse politieagenten die zich vrijwillig hadden aangemeld voor de inzet, gekozen voor hun veiligheid.

Bendes in Port-au-Prince hebben misbruik gemaakt van de afwezigheid van premier Ariel Henry om een reeks gecoördineerde aanvallen uit te voeren. Tot hun doelwitten behoorden de luchthaven – die ze willen controleren om te voorkomen dat Henry er weer naar binnen vliegt – en twee gevangenissen, waaruit ze duizenden gevangenen hebben bevrijd.

Minstens zes politieagenten zijn gedood, terwijl ook de Nationale Politieacademie is verwoest.

Ook de lichamen van verschillende gevangenen bleven op straat liggen na de bestorming van de Nationale Penitentiaire Inrichting.

Het geweld heeft ervoor gezorgd dat de humanitaire crisis in Haïti nog verder is verslechterd.

Hulporganisaties schatten dat ruim 15.000 mensen de afgelopen week hun huizen zijn ontvlucht.

De bendes hebben niet gezegd wat hun doel is, afgezien van de verdrijving van Henry.

Jimmy "Barbecue" Chérizier, een voormalige politieagent die leiding geeft aan een alliantie van bendes genaamd G9, heeft gedreigd dat als Henry niet aftreedt, er een "burgeroorlog" zal uitbreken die volgens hem zou kunnen eindigen in "genocide".

Hulpgroep Medecins Sans Frontieres schat dat alleen al in de Port-au-Prince-wijk Cite Soleil minstens 2.300 mensen omkwamen bij het geweld in 2023, waar 9% van de bevolking van de hoofdstad woont.