Olieramp verspreidt zich van Tobago tot Bonaire

Olie die uit een gekapseisd schip voor de kust van Tobago lekt, heeft zich honderden kilometers verspreid naar het Caribische eiland Bonaire. Ambtenaren op Bonaire, dat 80 kilometer ten noorden van de Venezolaanse kust ligt, zeiden dat de olie een "ernstige bedreiging vormde voor zowel mens als natuur".

Het eiland is het laatste eiland dat vervuild is met olie van het schip dat eerder deze maand aan de grond liep. Het is nog onduidelijk wie de eigenaar is van het schip en waardoor het is gezonken.

De autoriteiten op Bonaire, een bijzondere gemeente van Nederland, zeiden dat de oostkust van het eiland, inclusief Sorobon, Lac en Lagun, vervuild was. Ze waarschuwden ook dat de mangrove-, vis- en koraalecosystemen van het eiland in gevaar waren.

Het olielek werd op 7 februari voor het eerst opgemerkt door de kustwacht van Trinidad en Tobago. Ze traceerden het tot een schip dat vastzat op een rif, ongeveer 150 meter voor de zuidkust van Tobago.

Er was geen bemanning aan boord van het schip en de Kustwacht zei geen noodsignalen te hebben ontvangen. Ze zagen echter wel de naam "Gulfstream" op de zijkant van het schip geschilderd.

De autoriteiten van Trinidad en Tobago zeiden dat het schip afkomstig was uit Panama en door een sleepboot was gesleept. Ze zeiden dat het erop leek dat het "op weg was naar Guyana".

Uit een onderzoek van de online onderzoeksjournalistieke website Bellingcat blijkt dat het schip eind januari stopte in Pozuelos Bay, een Venezolaanse haven die wordt gebruikt door het staatsoliebedrijf PdVSA.

Volgens Bellingcat begon het schip mogelijk al op 3 februari olie te lekken. De verblijfplaats van de boot die het schip heeft gesleept, is momenteel niet bekend.

De premier van Trinidad en Tobago riep op 11 februari de nationale noodtoestand uit. Het Office of Disaster Preparedness and Management van het land heeft geprobeerd de lekkage in te dammen, maar er blijft olie uit het schip lekken.

Het weercentrum van Trinidad en Tobago zei dat satellietbeelden erop wezen dat de olievlek zich al op 14 februari naar het zeegebied van Grenada had verspreid.

Van daaruit lijkt het verder westwaarts naar Bonaire te zijn vervoerd.

Ambtenaren op Bonaire maken zich vooral zorgen over de mangroven, die tot de best bewaarde in het Caribisch gebied behoren.