Bouw van een nieuwe DNA-vergaderzaal
29 Sep, 00:57
foto
De voorbereidingen van de bouw van het vergadercomplex van De Nationale Assemblee zijn reeds begonnen. Het terrein wordt al bouwklaar gemaakt. (Foto's: Stephen Fokké)


(Ingezonden)

Recentelijk is via de media vernomen, dat op 9 oktober a.s. gestart zal worden met de bouw van een nieuwe vergaderzaal voor de De Nationale Assemblee (DNA). Daartoe werd een contract ondertekend tussen het ministerie van Openbare Werken en het Aannemingsbedrijf Bouwvast Jankie. De aannemer is inmiddels begonnen met graafwerkzaamheden op de bouwlocatie.

Vanuit mijn verantwoordelijkheid als UNESCO site manager voor de oude binnenstad, ben ik genoodzaakt het volgende onder de aandacht te brengen met betrekking tot de bouw van een nieuwe ’s lands vergaderzaal. Genoodzaakt, omdat arrogantie zal maken dat onze historische binnenstad na 21 jaar op de UNESCO Werelderfgoedlijst, het risico loopt om van deze Lijst geschrapt te kunnen worden dan wel op de Lijst van World Heritage in Danger geplaatst te worden.

DNA als wetgevende macht keurt wetten goed, maar ratificeert ook internationale verdragen en conventies. Van een zichzelf respecterend hoogste college van Staat, zou je mogen verwachten dat zij zich ook confirmeert aan dezelfde wetten, verdragen en conventies die zij heeft goedgekeurd, bekrachtigd dan wel heeft aangenomen. Immers, ook DNA staat NIET boven wet en recht.

Wat we echter zien gebeuren, is dat de Commissie Nieuwbouw Vergaderzaal DNA als ook het ministerie van Openbare Werken, de bepalingen van de World Heritage Convention naast zich neerleggen en de aannemer onverstoord laten doorgaan met de bouw van een nieuwe DNA-zaal. En dit, ondanks diverse negatieve beoordelingen van het bouwontwerp. Er wordt een houding geëtaleerd van “We hebben lak aan de UNESCO. De UNESCO kan niet voor ons komen bepalen. Als de DNA zegt dat er een nieuwe zaal moet komen, dan moet die er ook komen, basta!”.

Niet dat er géén nieuwe vergaderzaal gebouwd mag of kan worden, laat dat duidelijk zijn. Dat is géén vraag. De issue hier is, dat het ontwerp van de nieuwe zaal problematisch is. Om de woorden van het ICOMOS (International Council on Monuments and Sites) te gebruiken: “the building, as proposed, seems unsuited and inviable, not only in terms of its urban setting, but also, in regards to its overall size, scale, proportions and architectural language. Therefore, should it be constructed, as proposed, it would pose an adverse and irreversible impact on the Outstanding Universal Value of the World Heritage property” (citaat uit de eerste technische beoordeling).

Waarom moet het bouwontwerp door UNESCO/ICOMOS worden beoordeeld, zult u zich misschien afvragen? Vanwege de grootschaligheid van het project met een grote (potentiële) negatieve impact op de Oustanding Universal Value (OUV) van de werelderfgoedsite, moet het ontwerp voor de nieuwbouw conform paragraaf 172 van de Operational Guidelines (OG) van de Werelderfgoed Conventie ter toetsing/beoordeling worden voorgelegd aan het UNESCO World Heritage Centre (WHC), dat vervolgens haar Adviesorgaan ICOMOS vraagt om het ontwerp technisch te beoordelen. 

Paragraaf 172 van de OG schrijft het volgende voor: “The World Heritage Committee invites the States Parties to the Convention to inform the Committee, through the Secretariat, of their intention to undertake or to authorize in an area protected under the Convention major restorations or new constructions which may affect the Outstanding Universal Value of the property. Notice should be given as soon as possible (for instance, before drafting basic documents for specific projects) and before making any decisions that would be difficult to reverse”.

Op basis hiervan is het ontwerp in eerste instantie voorgelegd ter beoordeling, waarvan de uitkomst zoals eerder aangegeven, negatief was. Hierna is er een schriftelijke reactie verzonden, die na bestudering wederom een negatief oordeel had. Men heeft echter niet gewacht op het resultaat van deze tweede review en is intussen gewoon begonnen met de bouw.
Het wordt echter nog mooier, wanneer blijkt dat ook de Bouwcommissie van het ministerie van Openbare Werken, een negatief advies uitbrengt bij de toetsing van het ontwerp aan de bijzondere bouweisen die gelden voor nieuwbouw binnen de UNESCO werelderfgoedsite en aangrenzende bufferzones. Ook dit advies is terzijde gelegd.

Het siert zeker niet om deze arrogante houding aan de dag te leggen. In het geval van de twee gebouwen aan de Henck Arronstraat/hoek Grote Combéweg, die binnen het Paramaribo Urban Rehabilitation Program (PURP) zijn herbouwd, is destijds keurig conform de UNESCO regelgeving gehandeld en is het ontwerp over en weer naar de UNESCO gegaan en is uiteindelijk na diverse aanpassingen van het bouwontwerp, overeenstemming bereikt en kon met de bouw worden gestart. Suriname werd toen gecomplimenteerd voor deze constructieve samenwerking. 

Ook tijdens de recente World Heritage Committee meeting in Riyadh, Saudi Arabië werd dat nogmaals benadrukt, en werd aangegeven dat ons land een voorbeeld is voor wat betreft de naleving van de Werelderfgoed Conventie. En nu krijgen we dit. Degenen die het land Suriname mee sleuren in een “delisting” (schrappen van de Werelderfgoedlijst), moeten beseffen dat het juist dankzij die werelderfgoedstatus van Paramaribo is, dat er een Paramaribo Urban Rehabilitation Program (PURP) is gekomen en dat DNA thans gedeeltelijk in een fraai nieuw onderkomen zit, welke notabene binnen PURP tot stand is gebracht.

Stephen A. Fokké
UNESCO Site Manager historische binnenstad Paramaribo
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May