Regelmatig volg ik de ontwikkelingen in Suriname, door bijvoorbeeld een YouTube kanaal te bekijken. Het is een mooie manier om via vlogs en interviews op de hoogte te zijn van wat er speelt en, nog belangrijker, wie er “speelt” in het leven van alledag in Suriname. Van politieke beschouwingen tot aan wat er in de huiskamers leeft, en de achterkamers afspeelt.
Wat opvalt is dat de media regelmatig een beroep doet op dezelfde persoon om de toestand in de Surinaamse wereld te bespreken. Je merkt dat zoetjes aan de grens tussen de interviewer en geïnterviewde wegvalt. Dan komen de smeuïge ongenuanceerde uitspraken boven tafel, lacherige ons-kent-ons momenten, de inhoudelijke waarde vervaagt of verdwijnt in rap tempo. Helemaal gesmuld wordt er wanneer er vanuit de heup geschoten wordt door kwetsende en op de persoon gerichte uitspraken te doen. Het maakt niet uit wie of wat het lij(ei)dend voorwerp is, men “schiet met scherp” zonder aanziens des persoons.
Kwalijk om twee redenen: de interviewer zou een onafhankelijke positie moeten innemen en deskundig moeten uitvragen op basis van gedegen vooronderzoek. Het gesprek bijsturen als het dreigt te ontsporen en zo de informatie die men wil overbrengen de hoofdrol te laten innemen. Tegelijkertijd zou de geïnterviewde de zendtijd maximaal moeten benutten om de inhoudelijke boodschap te brengen, de feiten, de omstandigheden en tenslotte de conclusies. Helaas, ik zie en hoor dit vaak niet terug. Wat mij verbaast is dat personen met een achtergrond en opleiding die hen geleerd heeft te analyseren en boven de materie te staan, graag meedoen met de populistische toon en persoonlijke aanvallen (buiten de inhoud). Juist zij hebben mijns inziens de kennis en sociale context om zaken objectief te duiden of aan de kaak te stellen. Ik vraag mij wel eens af: is dat gedrag ook te zien in hun persoonlijk leven? Wordt in het professionele leven van de board room het standpunt ook schreeuwerig beargumenteerd en in een adem het uiterlijk van mede directeuren/collega’s bekritiseerd?
In de eerste voorzichtige tekenen van verkiezingsstrijd valt dit 'primitieve' gedrag ook te herkennen: men schreeuwt (hoe harder hoe beter) een boodschap uit die vooral gericht is op wat de doelgroep wil horen. Oude of nieuwe politiek, eigenlijk is er geen verschil in de manier van campagne voeren. In aanloop naar de verkiezingen vrees ik dat het uitloopt op een ontspoorde voetbalwedstrijd. U weet wel: het moment dat de spelers besluiten de eindstand op de vuist en zonder bal te willen beslissen, scheidsrechters zwaaien met rode kaarten en de vierde official een snoekduik neemt in de vechtende massa. “Helpers weg, volgende ronde”!!
Ik vraag me iedere keer af, waar komt dat schreeuwerige vandaan? Scoort een argument beter als je het schreeuwend aan de man brengt?? Hoe is het mogelijk dat mensen die oprecht van mening zijn het beste voor te hebben met het land, het volk, denken dat primitieve reacties, aanvallen op persoonlijk of uiterlijk vlak in welk opzicht dan ook maar zullen bijdragen aan een oplossing, aan samenwerking en dialoog?
Gemoederen kunnen verhit raken en passievol betrokken zijn is niet fout, maar…. onze Surinaamse samenleving is een grote mix van culturen met elk eigen waarden, normen en (on)deugden. Een saamhorige Surinaamse samenleving met collectieve waarden en normen is een droom ver van de realiteit. We hebben met z’n allen gelukkig wel hetzelfde doel: Suriname uit het slop trekken en ontwikkelen naar een veilige, gezonde leefbare samenleving. En dat begint mijns inziens door te luisteren naar elkaar, ons te focussen op (urgente!) inhoudelijke zaken en het gemeenschappelijk belang.
Voor nu hoop ik vooral dat we elkaar leren respecteren en richting de verkiezingen van 2025 wens ik voor Suriname een fatsoenlijk debat en verkiezingsklimaat. Dat zou toch niet teveel gevraagd moeten zijn na een halve eeuw onafhankelijkheid?
T. Sansaar