Het advies is dinsdag uitgebracht in een brief van de delegatie bestaande uit Salima Belhaj (D66), Inge van Dijk (CDA), Kati Piri (PvdA), Jesse Klaver (Groen Links), Renske Leijten (SP), Don Ceder (CU), Marieke Koekkoek (Volt), Sylvana Simons (BIJ1). Het advies aan de Nederlandse regering is om het aanbieden van excuses namens de Nederlandse Staat te zien als essentieel begin van erkenning en herstel. Evenals is het advies om te blijven afstemmen en in gesprek te blijven met Suriname, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten alsmede met de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) om te spreken over wat erkenning zou moeten inhouden.

Het voeren van o.a. vele (indringende) gesprekken heeft het inzicht gecreëerd dat een oprecht excuus van de Nederlandse Staat voor het trans-Atlantische slavernijverleden betreffende Suriname, Curaçao Aruba, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba het begin kan zijn van een collectieve verwerking van ons gezamenlijk verleden in alle delen van het Koninkrijk. Het begint met de erkenning van het verleden, gevolgd door excuses als startpunt van een proces van herstel en vergeving, waarbij we leren van onze gedeelde geschiedenis en samen vormgeven aan een gedeelde toekomst.