De strijd om Tigri!
25 Apr 2022, 04:47
foto


Het valt op dat deze dagen het grensconflict tussen Suriname en Guyana weer de kop opsteekt, althans de belangstelling voor het zogeheten Tigrigebied actueel is, terwijl deze agressieve daad van ons buurland Guyana sedert het jaar 1969 heeft plaatsgevonden.

Niet zonder een schot te lossen. Door op zeer laffe wijze op een vroege ochtend met twee helikopters van Guyana Defence Force op Tigri te landen, werd de aanval geopend en de bezetting was een feit. Dit, omdat hieraan vooraf de Guyanese regering de Surinaamse arbeiders van de waterloopkundige dienst met geweld uit dat gebied had verdreven.
Doordat de troepenmacht in Suriname, als vertegenwoordiger die formeel belast was met de verdediging van de grenzen binnen het Koninkrijk der Nederlanden, om redenen van politieke staatsrechtelijke opportunisme niet conform haar taak had gehandeld, heeft de toenmalige minister-president Johan Adolf Pengel (Jopie) de kastanjes uit het vuur willen halen voor Nederland. Hij heeft in samenspraak met de majoor buitendienst van de tropenmacht in Suriname Lapré een eigen troep (Defensie Politie, een verdedigingsapparaat bestaande uit mannen die allen een militaire opleiding achter de rug hadden, maar niet behoorden tot het defensieapparaat) opgezet en gestuurd naar het Tigrigebied om de landsgrenzen te verdedigen, maar deze handeling maakt de staatsrechtelijke verantwoordelijkheid van Nederland niet ongedaan.

Dat Guyana zonder blikken of blozen een stuk land, bijkans 15.000 km2 (vierkante kilometer) van Suriname heeft ingepikt met een geschatte waarde van ± US 100 miljard door verzaking van Nederland om overeenkomstig het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden te handelen, mag de Republiek Suriname niet zonder meer voorbij laten gaan. Dat Suriname tot dusverre heeft nagelaten om er consequent werk van te maken de land- en zeegrenzen internationaal te claimen laat onverlet, de aansprakelijkheid van het Koninkrijk der Nederlanden over de jaren vóór onze onafhankelijkheid, aangezien Suriname nog geen zelfbeschikkingsrecht bezat op alle gebieden en zaken betreffende het internationaalrecht vielen onder de jurisdictie van Nederland.

De ironie wil dat door de val van de minister-president Jopie Pengel toen in 1969 het Tigri-gebied door de Guyanezen is ingenomen. De Guyanese premier Linden Burnham had door dat het rommelde in de regering in de hoofdstad. Een zakenkabinet trad aan met als gevolg interne spanningen binnen de leiding van Def-Pol, waardoor verschuivingen plaatsvonden. Majoor buitendienst Lapré, de man die respect afdwong van de Guyanezen, werd vervangen door hoofdinspecteur/ commissaris van politie Plukker. De detachering naar Tigri en Gonini kreeg het karakter van het bezoeken van een vakantie-oord en het was niet moeilijk te raden wat op komst was.

Burnham heeft pas na vertrek van Majoor Lapré (een Indo- Europeaan) gedurfd tot de aanval over te gaan. De ironie wilde dat deze zelfde Nederland die had nagelaten om zijn plicht te vervullen later in het jaar gezorgd heeft voor de val van Oom JO, zoals wij hem noemden. Ook de minister-president van het zakenkabinet werd door Nederland naar Suriname gestuurd.

De vraag reist nu welke route de regering denkt in te zetten om deze problematiek die langer dan 50 jaren Suriname in de greep houdt, aan te pakken. Een volkenrechtelijke benadering, dunkt mij, kan alleen als je in staat bent jouw zelfbeschikkingsrecht als land tot uiting te brengen.
Het voortdurend nathouden en pappen met Nederland brengt ons geen stap verder.

Eugène van der San
Advertenties