Achaibersing: ‘Voorkomen dat er brandstofschaarste ontstaat’
22 Nov 2021, 00:00
foto
Minister Armand Achaibersing van Financiën & Planning


De regering staat met de rug tegen de muur. De schuld van de Staat aan de oliebedrijven in Suriname loopt maar op. De maat voor hen is vol: zij kunnen de subsidie op brandstof niet meer voorschieten. “Er is continu overleg met de oliebedrijven over deze kwestie. Als deze situatie doorgaat, is de consequentie dat zij hun deuren zullen sluiten”, zegt minister Armand Achaibersing van Financiën & Planning aan Starnieuws. “Dan ontstaat er brandstofschaarste met alle gevolgen van dien. Het is belangrijk dat het niet zo ver komt.” 

Achaibersing legt uit dat de pompprijs op dit moment behoorlijk onder de werkelijke kostprijs is. De Staat heeft de governmenttake systematisch teruggebracht sinds januari 2021. Dat betekent geen inkomsten voor de Staat, terwijl er wel geld moet worden uitgegeven om de kostprijs te dekken. Bijvoorbeeld voor ongelode benzine is de kostprijs SRD 18,45; dus SRD 2,50 hoger dan de SRD 15,95 die we nu aan de pomp betalen. “Dus op elke liter ongelode benzine die wordt getankt, moet de Staat SRD 2,50 bijleggen. Deze subsidie kost de Staat meer dan SRD 70 miljoen per maand.” De oliemaatschappijen schieten deze subsidie al maanden voor. In augustus was deze schuld al opgelopen naar SRD 369 miljoen. Hoe hoog die nu is, laat de bewindsman even in het midden.

Brandstofprijzen aan de pomp zijn onder meer gebaseerd op de internationale prijs van ruwe olie, accijnzen (belastingen) en bedrijfswinstmarge inclusief exploitatiekosten. “Vorig jaar toen er nog governmenttake werd geheven, kon hiermee de schuld aan de oliebedrijven verrekend worden”, legt Achaibersing uit. Maar met het wegvallen hiervan komt er geen geld meer in het laatje om mee te verrekenen. Hoewel de Staat geen rente hoeft te betalen, erkent Achaibersing dat “dit geen houdbare situatie is, om te verwachten dat de oliebedrijven zullen blijven voorschieten. Op een gegeven moment is de rek eruit.”

Surinamers tanken 12 miljoen liters meer
De schuld bij de oliebedrijven neemt toe doordat de samenleving ook meer brandstof is gaan tanken. “De cijfers tonen aan dat de consumptie van brandstof de afgelopen tijd behoorlijk is gestegen.” Afgelopen tien maanden nam het brandstofverbruik met ongeveer 12 miljoen liters toe. Zo klom de teller voor dieselverbruik in januari van 27 miljoen naar 33 miljoen liters in oktober. 

Ook ongelode benzine werd flink getankt; in januari nog 16 miljoen liters en in oktober al 22 miljoen liters. “Het is frappant dat terwijl brandstof wordt gesubsidieerd, er juist meer wordt getankt”, merkt de financiënminister op.

Schuld nog hoger door internationale prijs
Los van de toename in verbruik, wordt het probleem ook erger door de kostprijs: de internationale olieprijs. Afgelopen tijd steeg die behoorlijk. Achaibersing: “Het is nu op het hoogste niveau van de afgelopen paar jaar. De subsidie is dus behoorlijk aan het groeien.” Op dit moment is de kostprijs van diesel SRD 18,30 en voor ongelode benzine SRD 18,45. Als de governmenttake nog zou gelden, dan zou diesel nu zelfs SRD 21,45 moeten zijn en ongelode benzine SRD 21,95. 

Vicieuze cirkel
Een stijgende internationale olieprijs en een samenleving die steeds meer tankt, betekent dat de Staat meer uit eigen zak moet bijleggen. Maar de overheid kan de tankende consument niet meer sponsoren en de oliebedrijven kunnen de Staat niet meer voorschieten. “Ik denk dat iedereen wel kan begrijpen dat er iets moet gebeuren met de huidige pompprijs. We moeten een structurele oplossing zoeken. Anders bestaat de kans dat we in een vicieuze cirkel terecht komen met alsmaar hogere subsidieschulden”, benadrukt de financiënminister. 
Advertenties

Friday 19 April
Thursday 18 April
Wednesday 17 April