IMF keert uit, deelt de lakens uit
01 May 2021, 17:17
foto


De financiële crisis is helder. Op een recente persconferentie blikte president Santokhi boos in de achteruitkijkspiegel toen hij opmerkte dat het land ‘een schuldpositie van 180% van het bbp’ heeft (een beschaafde grens is 60%).
De vorige regering was ‘geniaal’. Ze voerde op haar terugtocht een verzengend beleid van wurgcontracten, onnodige mensen in overheidsdienst en meenemen van alles wat niet was vastgespijkerd. En in hoge posities plaatste zij loyalisten die alleen luisteren naar hun oude baasje. Haar liquiditeitsval - lege kas, criminele leningen, verpanding van inkomsten - heeft de huidige president helemaal klemgezet.

Maar de regering geeft haar tegenstanders ook munitie om haar pas te vertragen, zoals New Surfin en andere blunders. Door dit kabaal vergeet men dat er ergens in een hoekje nog een ex-minister schuilt die niet tevoorschijn durft te komen uit angst voor een flink pak slaag.

President Santokhi is tegen zijn zin ook wanbetaler. De geërfde schulden kan hij niet aflossen. Er stromen slechts een paar zielige druppels geld uit de staatskraan, die de dorst van het volk niet kunnen lessen, terwijl de temperatuur van de schulden brandend is. De atibron wordt op de regering geschoven. Het gezegde ‘te sneki bet yu, yu e frede woron’, is hier van toepassing. Vroeger was ‘neks no fout’, nu is bijna alles wat de regering doet fout. De president is weliswaar uit het juiste hout gesneden, maar hij moet knoeiers meer zijn tanden laten zien. De enige manier om de kankerschuld onder controle te krijgen, is door het kankergezwel snel en ruim weg te snijden.

Het beloofde frisse kapitaal stroomt Suriname ook nog niet binnen. Bonafide investeerders hebben nog geen vertrouwen in het bankwezen. Men herinnert zich hoe slechte leningen uit de kassen van de banken werden geslingerd en niet terugbetaald, hoe publiek geld voor privédoeleinden werd ingezet, alsof het de normaalste zaak van de wereld was. De banken waren speelgoed geworden van de machthebbers. Yu gi keskesi pikin finga, a grabu heri anu.

Suriname heeft hoge koorts. Diagnose: opgestapelde rekeningen, slechte leningen, begrotingstekorten, ongebreidelde inflatie, onbeheerste overheidsuitgaven, een geldverslindend overwoekerd ambtenarenapparaat. Therapie: minder ambtenaren en loonsverhogingen, afschaffen subsidies voor nutsvoorzieningen, aanpakken belastingontduiking, belasting op luxe auto's, meer belastingen voor grootverdieners, betere boekhouding, geen monetaire financiering van het begrotingstekort, geen gerommel bij de banken. Uitkomst: herstel en groei.

Om te herstellen moet de president samenwerken met het IMF. Het IMF zal Suriname geen dollar geven als het zich niet houdt aan de voorwaarden van good governance en het aan banden leggen van plunderende elites. De onderhandelingen hebben langer geduurd dan verwacht. Een miljard lenen aan Suriname is voor het IMF echt een peulenschil. Maar men is niet vergeten dat Suriname het IMF eerder heeft bedrogen.

De potiwan snappen intussen helemaal niks van de macro-economische cijfers en begrippen, alsof ze kijken naar een rare Kandinsky-abstractie. Ze zien geen verband met hun leven. Zij willen eenvoudig weten hoe hun armoede wordt aangepakt: met gratis onderwijs, gratis gezondheidszorg, vrijstelling van belasting, voedselbonnen of hulp bij het vinden van werk en gezinsplanning? IMF-adviseurs zien Suriname alleen op hun computerscherm. Zij zien alleen rode cijfers en onevenwichtigheden, geen mofinawan of kindertjes met opgezette buikjes. De armoede is home-grown, een zaak van de regering, die zelf maar moet zorgen voor armenopvang.

Het woord voor de komende jaren is soberheid. Veel geld kan worden opgehaald in de zwarte economie en bij belastingontduikers. De koers moet worden vrijgelaten om zich automatisch te stabiliseren. Alles moet nu gebeuren, want hoe dichter bij verkiezingen, hoe minder de lust om te bezuinigingen en te herstellen.
Het land redden is een sisyphusarbeid. De een ruïneert, de ander herstelt. De ‘chemotherapie’ van het IMF kan bijdragen aan de kankerbestrijding, een langzame, pijnlijke weg naar herstel, met als vereisten transparantie en discipline. Maar over vier jaar kan er een nieuwe regering aanzitten die het herstel weer ongedaan maakt.

Suriname is aangetast door moreel verval en verloren gegane eer (schaamteloos graaien). Het hele land is geïnfecteerd. Naar de kerk gaan en bidden heeft geen zin. De goden zijn de rommel beu en bekommeren zich niet meer om Suriname, ze laten het over aan het IMF en de Wereldbank. De goden-eer kan alleen gered worden wanneer het tuig van de financiële crisis wordt opgesloten, wanneer schurken hun frauduleus geld ontnomen wordt en Justitia geen klappen meer krijgt. Gerechtigheid keert al schoorvoetend terug, want enkele daders worden vervolgd. Anderen plassen in hun broek, storten gelden terug. Een Vliegende Brigade jaagt op Mammon. Maar Tweedracht die Eenheid verjaagt, is nog oppermachtig.

Suriname heeft het vijgenblad van het IMF nodig. Liever een halve kamisa, dan een bloot achterwerk. Het wordt wel even moeilijk, maar de toekomst ziet er goed uit, en in de verte glinstert offshore olie.

D. Balraadjsing
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May