Soeknandan is momenteel in Suriname. In gesprek met Starnieuws zegt de Caricom-topper op de vraag of wij gaan voor de hoogste functie, dat belangstelling hebben een zijde is waar velen naar kijken. “Veel belangrijker is of de persoon geschikt en bekwaam is. Die conclusie laat ik aan u over. De vraag is gaat Suriname nu eens eindelijk voor een hoge functie om een stempel te drukken in de regio?”, vraagt Soeknandan, het antwoord in het midden latend. De blikken zijn nu gericht op de regering. 

De allergrootste uitdaging voor de Caricom-landen is Covid-19 en diens impact op alle sectoren in de gemeenschap, maar in het bijzonder op de educatie, gezondheidszorg en de economie, zegt Soeknandan. “Onze landen zijn niet voorbereid op deze natuurrampen, als het nou een orkaan is of een epidemie. Wij hebben regionale Caricom-agentschappen zoals Cedema en CMO, nu Carpha, die hun uiterste best doen om prognoses te doen en concept voorstellen te presenteren, zodat Caricom Lidlanden besluiten kunnen nemen.

Covid is een fenomeen van de afgelopen twee jaren, maar andere uitdagingen zijn ook het op de zwarte of grijze (blacklisting) lijst plaatsen van lidlanden door de Europese Unie of OECD. De-risking, waardoor het financieel zaken doen duurder is geworden, en tax havens issues zijn andere uitdagingen.

Binnen het Caricom secretariaat zijn er ook hervormingen gaande fit for purpose. Er komt ook een review van de regionale instituten, gefinancierd door Canada. “Wij zijn ook bezig met het opstellen van het volgend Strategisch Plan 2020-2030 dat in juli aan de Caricom Staatshoofden moet worden aangeboden. Daar komt bij kijken dat de secretaris-generaal, ambassadeur Irwin Laroque, zijn termijn ook eindigt en nu de kandidaten gepresenteerd moeten worden voor zijn opvolging”, legt Soeknandan uit. 

De lidlanden moeten de kandidaten voordragen. Er wordt een speciale Community Council vergadering (Caricom ministers van Buza) onder voorzitterschap van de minister van Trinidad & Tobago, begin april gehouden om naar de ingediende kandidaten te kijken. Het proces was besproken op een speciale caucus van de Caricom Staatshoofden die in februari was gehouden onder voorzitterschap van de premier van Trinidad & Tobago. Alle Caricom vergaderingen worden virtueel gehouden.

Soeknandan is vanaf 1995, toen nog ambtenaar op Justitie & Politie betrokken bij het regionale Caricom-gebeuren. “Ik herinner mij nog de vergadering in Torarica, waarbij diverse actoren aanwezig waren, inclusief ASFA, VSB, KKF etc. om te praten over de toetreding tot Caricom. Vanaf 1996 heb ik Suriname mogen vertegenwoordigen in de technische vergaderingen van Caricom, beginnende met het herzien van het Verdrag van Chaguaramas en het opstellen en doen goedkeuren van diverse Caricom regionale documenten.

Vanaf december 2001 tot januari 2013 mocht ik Suriname in de hoedanigheid van ambassadeur vertegenwoordigen bij de Caricom, residerende in Guyana. Tegelijkertijd was ik ook ambassadeur voor Suriname bij Guyana, Jamaica en Cuba.”

Soeknandan heeft bijkans aan de oprichting van alle Caricom Instituten vanaf 1997 geholpen, als voorzitter van de  Regionale Werkgroepen of als lid. Zij heeft het initiatief genomen om the Caricom Competition Commission (CCC), Caribbean Health and Food Safety Institution (CAHFSA) en Caribbean Regional Tranformation and Information Institute (CRITI, dat nu aan opdoeking toe is, vanwege fin. tekorten) in Suriname gevestigd te krijgen.

“Ik heb in alle Councils mijn krachten mogen geven, ook heb ik president Venetiaan in de Staatshoofden en in de Prime Ministerial Sub Committees - vergaderingen mogen vertegenwoordigen. Om dit te kunnen doen is er altijd een nauwe samenwerking geweest met en in het thuisfront met alle actoren, geen een uitgezonderd.

Ik heb heel wat resultaten kunnen boeken, mede dankzij de hardwerkende krachten op het secretariaat en de internationale ontwikkelingspartners, zoals Canada, WB, CDB, India, Japan, e.a.”, zegt Soeknandan. Zij somt vele voorbeelden op van projecten die zijn uitgevoerd waarbij gelden beschikbaar zijn gesteld door verschillende internationale organisaties en de Europese Unie, India, Japan en andere landen.