Ondernemerschap krijgt institutionele versterking met internationale trainingsworkshops

Het Surinaamse ondernemerschap (kleine en middelgrote bedrijven), krijgt met de serie trainings workshop een behoorlijk institutionele versterking. Op de workshops zal geleerd worden hoe effectiever te ondernemen en te exporteren. Er is hiervoor een speciaal programma opgezet door het Surinaams Business development Center in samenwerking met de Inter-Amerikaanse Investment Corporation, (IIC) lid van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB). Het programma draagt de naam Finepyme Export-plus en werd vorig jaar november geïntroduceerd onder de bedrijven. Dit programma begint donderdag met de trainingsworkshop ‘export management’. Het programma heeft als hoofddoel ondernemers te trainen en te versterken in management en export.

Op een persconferentie vandaag is meer duidelijkheid gegeven over hoe het programma werkt. Het wordt simultaan gedaan met de landen Guyana en Barbados. Sieglien Burleson, voorzitter van het Suriname Business Forum (SBF), zegt dat de samenwerking met de ICC past in het strategisch plan van het Suriname Business Development Center. Het actieplan is gemaakt voor de komende vijf jaar en moet ondernemen in Suriname in de ruimste zin bevorderen. In het plan zijn specifieke aandachtspunten opgenomen, waaronder het ontwikkelen en versterken van het vermogen en de capaciteit van ondernemers en hoe te investeren. Daarnaast zijn verschillende potentiële groeisectoren aangegeven die ontwikkeld worden. Toerisme, kleinmijnbouw en energie zijn daar enkele van. “Er is een bijzondere focus op export”, zegt Burleson.

In november zijn bij de introductie van het programma bedrijven gevraagd aan te geven wat hun behoefte is. Michael Apel, vertegenwoordiger van ICC, benadrukt dan ook dat het programma niet van boven uit wordt opgelegd. De bedrijven hebben aangegeven wat hun behoefte is en de ICC speelt daarop in. “Het programma is sterk gericht op praktische en technische versterking en ondersteuning”, zegt Apel. Hij legt uit dat de gelden die via de IDB bestemd zijn voor zulke programma’s afkomstig zijn van donorlanden. De gelden worden rechtstreeks ingezet voor het doel.

In de workshop staan centraal, het upgraden van productieprocessen, management bij export en training in het proces dat moet leiding tot certificatie van producten en bedrijven. Er zijn voor de eerste workshop 50 bedrijven, verdeeld in twee groepen geselecteerd. Het gaat om 25 individuele bedrijven en 25 die gebundeld zijn in een landbouwcoöperatie. Onder de bedrijven zijn er verschillende branches. Burleson zegt dat wetgeving niet echt een van de onderdelen is in het programma, maar dat het SBF “er wel werkt van maakt samen met de het ministerie van Handel en Industrie te werken aan standaarden en wetgeving van de verschillende afzetmarkten.