Waarom zwijgen we?
13 Jul 2020, 08:27
foto


In de afgelopen weken hebben Black Lives Matter (BLM) protesten, over de brute politiemoord op George Floyd, zich als een rimpeling in zee, in steeds grotere golven verplaatst naar Brazilië, Frankrijk, Engeland, Nederland, Barbados, inheemsen in Nieuw-Zeeland en Australië. De protesten worden wereldwijd geleid door mensen van kleur, maar wij zien steeds meer participatie van de witte bevolking die deelneemt aan de strijd tegen sociale ongelijkheid en systematisch racisme.

BLM begon in Amerika in 2013 als protest tegen systematisch racisme en het daaruit voortvloeiend politiegeweld, gericht tegen vooral Afro-Amerikanen. De strijd verbreedde zich naar sociale gerechtigheid en inclusiviteit voor zwarte en bruine mensen, LGBTQ en vluchtelingen, en werd een wereldwijde mensenrechtenbeweging. BLM-activisten maken zichtbaar hoe systemen van onderdrukking en uitsluiting samenvallen met klasse, etniciteit, huidskleur, gender en seksuele geaardheid.  

De grootste oorzaak van de systematische achterstelling van mensen met Afrikaanse roots ligt in het kolonialisme, waarbij maatschappelijke posities ingedeeld werden op basis van huidskleur, etniciteit, gender, klasse en scholing. Dit is ook zichtbaar in onze maatschappij. Na de afschaffing van de slavernij hebben donkere Afro-Surinamers een inhaalslag gemaakt, binnen het overgeërfde raciale ongelijkheidssysteem. Vanwege onze multiculturele, -etnische en -religieuze achtergrond, waarbij er geen dominante etnische groep is, denken we vaak dat er geen racisme, discriminatie en marginalisering van etnische groepen plaatsvindt. Maar vanuit het geërfde koloniale systeem, dat gebaseerd is op uitsluiting op basis van huidskleur, etniciteit, gender, klasse/scholing en de wetenschap dat alle maatschappelijke posities hierop afgestemd zijn, weten we dat genoemde discriminatie wel degelijk aanwezig is. Men heeft gepoogd de koloniale erfenis door de koloniale ‘cosmetische ingrepen’ van natievorming  te vervangen, maar ‘Racisme is heimelijk en onder de oppervlakte’ aanwezig volgens Nancy de Ramdanie (2013). 

Als wij diverse sociale onderzoeken en sociaaleconomische indicatoren bekijken zoals  cijfers die duiden op een verhoogd armoede-risico, ongelijke toegang tot onderwijs, internet en kwalitatieve gezondheidszorg, drop-out percentages, tienermoederschap, criminaliteit, geringe arbeidsparticipatie, kinderen die meer risico lopen om geweld te ervaren, dan komen we tot de ontstellende ontdekking dat het met de Afro-Surinaamse gemeenschap niet goed gaat. Onderzoekers als Menke, Schalkwijk, Schalkwijk & Selige (2012), Baalradjsing (2012); Sobhie (2015), Terborg et al (2018), tonen aan dat de sociale ongelijkheid in Suriname vooral de Afro-Surinaamse gemeenschap treft. Uit rapporten blijkt dat armoede, etniciteit, geografische locatie, leeftijd, gender en huidskleur samenvallen. Woon je bijvoorbeeld in Sipaliwini als Marronvrouw van 50 jaar, dan is de kans groot dat jij minder tot geen toegang hebt tot kwalitatieve gezondheidszorg, inkomsten uit arbeid of goede huisvesting met elektra en water binnenshuis. Volgens Menke et al.(2012) is er een relatie tussen etniciteit en opleiding: Marrons en Inheemsen zijn het meest uitgesloten van kwalitatief onderwijs.
Wat te doen aan deze structurele vormen van uitsluiting en marginalisering?
Wie zijn de verantwoordelijken voor het structureel wegwerken van deze hardnekkige problematiek? Overheid en politiek hebben een duidelijke rol in het creëren van oplossingen, maar we moeten beseffen dat zij het niet alleen kunnen.  Bovendien dienen we ook ervoor te waken dat bestaande nepotistische en patronagepatronen, die afhankelijke burgers vormen, voortgezet worden.

Daarom pleiten wij ervoor dat betrokken individuen (intellectuelen en niet intellectuelen), artiesten, kunstenaars, buurtorganisaties, kerken en NGO’s, samenwerken om projecten te ontwikkelen om de problematiek aan te pakken. Structurele samenwerking tussen NGO’s, die zich richten op de Afro-Surinaamse doelgroep, waarbij alle levensgebieden, spiritualiteit, onderwijs, financiële en emotionele empowerment, attitude-programma’s, entrepreneurship-programma’s en onderzoeksprogramma’s worden uitgevoerd. En ja kapitaal is belangrijk, maar door alvast samen na te denken en te komen tot een programma van activiteiten, kunnen de eerste stappen gezet worden.

Oplossingen
Voor het ontwikkelen van projecten en programma’s dient aansluiting gezocht te worden bij het ‘Programme of Activities for the Implementation of the International Decade for People of African Descent (2015 – 2024)’. De projecten kunnen zich richten op de gebieden van Erkenning, Recht en Ontwikkeling, in het bijzonder voor vrouwen, meisjes en jongens. Aandachtspunten zijn:
1. Structurele aanpak, rekening houdend met de geschiedenis van uitbuiting. Maar ook belangrijk zijn de opofferingsgezindheid, het verzet en de veerkracht die de Afro-Surinaamse gemeenschap heeft gevormd..
2. Genereer virtuele ruimtes in samenwerking met de privésector voor verkoop, training, mentoring en zakelijke ondersteuning, gericht op Afro- ondernemers om nieuwe markten te identificeren en zaken te ondersteunen (Morrison, 2020).
3. Verspreid het fundamentele werk van Afro-Surinaamse serviceverleners in onderhoud, schoonmaak, zorgverlening, bezorging en medische ondersteuning. Hierdoor kan een groter gevoel van respect worden bevorderd en de perceptie van rassendiscriminatie worden verminderd (Morrison, 2020).

Dit zijn slechts enkele actiepunten. Belangrijk is dat het maatschappelijke debat gevoerd wordt over de marginalisering en dreigende uitsluiting van de Afro-Surinaamse gemeenschap. Wij willen een aantal webinars organiseren om een aanzet te geven.
‘Stop met zwijgen en laten wij samen praten en nadenken over een gezonde toekomst door en voor ons.’ 

Zami Paramaribo: zamiparamaribo@outlook.com
Astrid Runs: astrid_runs@yahoo.com
Eline Graanoogst: elinegraan@gmail.com

U kunt het gehele artikel hier downloaden.
pdf-icon.gif BLMSurinamebijlage.pdf                
Advertenties