Skalianhouder Peneux met bewijzen: Wij waren legaal bezig

De eigenaren van de skalians die op het stuwmeer naar goud zochten, overwegen de Staat voor het gerecht te slepen. “We hebben alle bewijs om aan te tonen dat wij niet illegaal op het stuwmeer bezig waren. Iedereen was op de hoogte, het werd gedoogd,” deelt Pieter Peneux namens de eigenaren aan Starnieuws mee. Peneux haalt een dikke enveloppe uit een brandkast. Daarin zitten de documenten die aantonen dat de ‘skalian operaties’ gedoogd werden door de overheid, de lokale bevolking, de Belastingdienst en de commissie Ordening Goudsector.

De drijvende goudbedrijven zitten al ruim twee maanden aan de ketting bij een post van OGS te Lebi Doti. De eigenaren is een boete opgelegd van miljoenen SRD’s. Zij zijn geenszins van plan om te betalen. “Dat vertikken wij omdat op grond van al de bewijzen die we hebben het moeilijk is aan te nemen dat wij deze boetes moeten betalen,” geeft Peneux aan. “We hebben altijd geprobeerd zaken legaal te doen.” Peneux toont documenten uit 2011 die aangeven dat de overheid en het lokale bestuur lange tijd op de hoogte zijn geweest van de activiteiten op het stuwmeer.

Peneux geeft aan dat er langer dan 20 jaar skalians actief zijn in Suriname. De meeste zijn werkzaam op de Marowijnerivier. Alle zestien draaien op volle toeren terwijl die van het stuwmeer gestopt zijn. De eerste skalian is in 2011 in het meer opgedoken. Er zijn stukken die aangeven dat er toestemming is verleend voor de bouw van de goudponton. De skalianeigenaren zijn er gebelgd over dat Gerold Dompig, manager van OGS, de indruk heeft gewekt hen niet te kennen. “We hebben nooit op het stuwmeer gewerkt zonder afspraken met meneer Dompig,” betoogt Peneux. “Al de skalians, de eigenaren en werknemers staan geregistreerd bij OGS,” toont Peneux met pasjes en kwitanties aan. “We betalen loonbelasting en self assesment. Met de leiding van de dorpen zijn er ook afspraken gemaakt over percentages van de opbrengsten of vaste betalingen. Ook de districtscommissarissen weten van ons.”

Peneux meent dat de skalians niet vernietigend bezig zijn geweest op het stuwmeer. “We hebben altijd bij kreken gewerkt en niet hard op het stuwmeer. Ik kan bewijzen dat waar de skalians gewerkt hebben het gebied na zes weken weer schoon is. Met kwik werken we niet. Wij halen juist met het zuigen van het materiaal het kwik uit de bodem, kwik dat door de goudzoekers op land in het water is terechtgekomen. We maken juist schoon,” voert de skalian eigenaar aan. Doordat de skalians werkeloos staan aangemeerd, lijden de ondernemers veel schade. “De machines moeten nog steeds draaien, de mensen die dat doen moeten we onderhouden, daarnaast onderhouden we ook het personeel van de overheid omdat die geen foerage stuurt,” legt Peneux uit.

De eigenaren, Peneux van JPP International NV, Soenil Kalloe van Maxi Goldmining en Moreira Santos van Armadillo Mining NV, die samen negen skalians op het stuwmeer hebben, overwegen naar de rechter te stappen. “We moeten ons gelijk gaan zoeken. De bewijzen liggen er, we waren niet illegaal zoals men het bracht. De stukken liggen bij minister van Natuurlijke Hulpbronnen en de pg. We hebben ‘no way out’. We gaan tegen de Staat procederen omdat het niet de pg is die ons heeft gestopt. Dat heeft de minister van Natuurlijke Hulpbronnen gedaan.”

René Gompers