Column: Koelie! Neger! Dogla!
19 Dec 2011, 09:30
foto


Koelie! Neger! Dogla! Het zijn zwaar beladen termen die een geschiedenis in zich dragen.
Dogla?!
Ja, ook Dolga.

In Mauritius kwam ik tot de ontdekking dat de term Dogla een scheldwoord is, die beschaafde mensen niet gebruiken. In Trinidad en Suriname is deze associatie met de term Dogla afwezig. Maar in Mauritius is het niet zomaar een scheldwoord, het is een diepe belediging om iemand een dogla te noemen. De man die me dat vertelde, deed dat met een groot gevoel van afschuw.
Een collega uit Trinidad en ik keken elkaar verbaasd aan toen we dat hoorden. Want zowel in Suriname als in Trinidad is dat beledigende gevoel niet aanwezig in de term Dogla.

In Afro-Surinaamse en Hindostaanse kringen zul je wel eens de discussie tegenkomen over termen als “neger” en “koelie”. Wat moet je met deze discussie aan?
Is het onzinnig, muggenzifterij, onbelangrijk?
Ik vind van niet. Die discussie heeft alles te maken met identiteit. Hoe je naar jezelf verwijst en hoe anderen naar je verwijzen, de termen die daarbij gebruikt worden, zijn van het grootste belang in de ontwikkeling van de identiteit van een etnische groep.

De filosoof Frantz Fanon heeft het in zijn boek “Zwarte huid, blanke maskers” uitgebreid beschreven: taal is een weerspiegeling van sociale verhoudingen en niet omgekeerd.

Een term kan in de ene fase van de geschiedenis een bepaald gevoel uitdragen en in een andere fase weer iets geheel anders.
Neem de term “Indiaan”. Toen de Europese barbaar Christoffel Columbus in Amerika aankwam, dacht hij dat hij India had bereikt en noemde de mensen daar Indianen. Als hij gedacht had dat hij in China was gekomen, dan zouden die mensen nu Chinezen heten.
Maar de mensen die daar woonden hadden een eigen aanduiding in hun eigen talen. De verzamelnaam Indiaan wordt nu beschouwd als verwerpelijk en achterhaald. De verzamelnaam die nu gebruikt wordt, is “Inheemse”.

In de discussie rond termen als neger, koelie, Hindostaan of Hindoestaan komt vaak het argument van de etymologie naar voren. De etymologie beantwoordt de vraag: wat is de oorspronkelijke betekenis van het woord geweest? Als we eenmaal weten wat die oorspronkelijke betekenis is geweest, dan weten we ook wat het werkelijk betekent. En zo moet het blijven, denken sommigen.
Maar hier wordt een grote denkfout gemaakt.
Het is net als wat Frantz Fanon zegt: taal is een weerspiegeling van sociale verhoudingen. Als sociale verhoudingen veranderen, dan verandert de betekenis van woorden. En soms is de inzet van sociale strijd de toekenning van een nieuwe betekenis aan woorden, die vroeger andere associaties hadden.

In de Amerikaanse burgerrechtenbeweging was de term “Negro” heel gebruikelijk. Militante leiders als Malcom X gebruikten the term “Negro” in de jaren vijftig en beginjaren zestig zonder een negatief gevoel.
Maar later kwam er een verschuiving waarbij de term “Negro” werd verworpen omdat het een term was die blanke racisten gebruikten om zwarte mensen op een minachtende wijze aan te duiden. Amerikaanse zwarte organisaties vervingen de term “Negro” door de term “Black”. “Black” is de term voor “black brothers and sisters who are emancipating themselves”. Negro is de term voor diegenen “who are still in Whitey's bag and who still think of themselves and speak of themselves as Negroes”.
In 1988 gingen de zwarte organisaties in Amerika een stap verder. Leiders van 75 organisaties kwamen overeen om de term black te vervangen door “African-American”. De reden was dat zij de etnische identiteit van hun gemeenschap wilden positioneren op dezelfde wijze als andere etnische groepen: Jewish America, Italian American etc. In die positionering erken je dat je deel bent van een volk met een lange geschiedenis (Afrika) en tegelijkertijd leeft in een ander land waarin je je toekomst wilt opbouwen. Slavernij had de African-American van zijn geschiedenis afgesneden.

De discussie over hoe je een etnische groep aanduidt, is dus geen discussie over taal, maar over politiek. Het zijn geen keuzen die de taalkundigen maken, maar keuzen die mensen maken die een politieke strijd voeren m.b.t. de identiteit van hun groep.

De keuze van een woord om een etnische groep aan te duiden is een politieke keuze. Neem bijvoorbeeld het woord “Hindostaan” en “Hindoestaan”. Mijn goede vriend Radjinder Bhagwanbali stelt dat de term historisch-etymologisch verwijst naar een gebied dat heet Hindustan, niet naar de religie van het Hindoeïsme. Hij gebruikt daarom de term “Hindoestaan” om zowel Hindoes als Moslims aan te duiden.
Mijn tegenargument is dat dat wel zo mag zijn, maar de betekenis in Suriname intussen is veranderd. Hindoestaan is in Suriname iemand die de religie van het hindoeïsme belijdt en Hindostaan is iemand die uit het gebied Hindustan komt (India, Pakistan, Bangladesh). Als je in deze situatie pleit voor de term “Hindoestaan”, dan voer je gen etymologische, maar politieke strijd en die heeft te maken met de vraag hoe Hindoes en Moslims met elkaar om willen gaan.

Moeilijke discussies? Ja. Onbelangrijk? Zeker niet. Want hoe je naar jezelf en naar andere kijkt in een multiculturele samenleving zit vervat in woorden. En woorden kunnen heel gevoelig zijn.

Sandew Hira

Advertenties