Gersie tevreden over prijspeil en monetaire reserve
06 Jan 2019, 00:00
foto
De governor van de Centrale Bank van Suriname, Glenn Gersie.


De governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), Glenn Gersie, geeft in een uitgebreid vraaggesprek met Starnieuws een terugblik op de monetaire situatie. Zijn beleidsfilosofie over het monetaire beleid en het betalingsverkeer binnen de landsgrenzen van Suriname zijn eveneens aan de orde gekomen. De monetaire autoriteit gaat ook in op de deviezenschaarste die wordt ervaren door het publiek.

Over het prijspeil en de monetaire reserves, is Gersie tevreden. Hij zet ze op een rijtje:
1) De inflatie zal naar verwachting 5,4% bedragen; dit is de jaareinde inflatie. Hierdoor is de reële rente verbeterd, wat met name voor het beleggend publiek voordelig is. De banken zullen het publiek, door de daling van de inflatie, ook lagere rentekosten in rekening brengen en dat is heel goed voor de productiehuishoudingen. Men kan dan tegen lagere kosten kapitaal aantrekken om zijn of haar bedrijf draaiende te houden of uit te breiden, waardoor ook de werkgelegenheid kan verbeteren.

2) De monetaire reserves zullen aan het eind van 2018 circa US$ 580 miljoen registreren (exclusief dat deel van de reserves dat al gereserveerd is voor een gedurende het jaar 2019 na te komen buitenlandse verplichting van de bank). Aan het eind van december 2017 bedroegen de monetaire reserves nog US$ 424,4 miljoen.

3) De gecorrigeerde importdekking op basis van de huidige stand van de monetaire reserves ligt al dicht bij de 5 maanden.
"Waar men niet vaak over praat maar wat ook zeer van belang is, is het in de gaten houden van het dekkingspercentage van onze eigen munt, de SRD, door goud en deviezen. Deze dekking is bij de Bankwet geregeld. Eind december 2018 was de dekking 69,9%. In vergelijking met enkele jaren geleden geeft dat aan dat onze munt successievelijk veel weerbaarder geworden is, hetgeen tot uitdrukking komt in de stabiliteit van de wisselkoers en de daling van de inflatie in 2017 en 2018."

In het recente uitgebrachte rapport van het IMF wordt volgens de governor terecht aangehaald dat de economie weer op een positief groeipad is komen te verkeren. Als ik een link leg tussen groei van de economie en het monetaire raamwerk, dan is het goed om te vermelden dat er geen verscherping van het monetaire beleid zal plaatsvinden net zolang als toename van liquiditeiten, naar het oordeel van de Bank, redelijk in evenwicht is met het groeipad van de economie. Is dat niet het geval, dan zal de bank meteen maatregelen treffen om tot verkrappen over te gaan.

Uitleg 'deviezenschaarste'
Op de vraag over deviezenschaarste geeft de governor de volgende uitleg:
De feitelijke situatie is dat de deviezentegoeden van het publiek aan de algemene banken en niet aan de CBvS zijn toevertrouwd. Het overgrote deel van de deviezeninstroom aan de banken is van export afkomstig en wordt door buitenlandse afnemers dus naar de rekeningen van de rekeninghouders, voornamelijk exporteurs, van de algemene banken overgemaakt. Volgens het bericht dat onlangs in de krant geplaatst is en aan de Centrale Bank is voorgehouden wensen bepaalde rekeninghouders in contanten over vooral US-dollars te beschikken om bestedingen in Suriname te plegen.

Wat feitelijk dus gevraagd wordt is dat door tussenkomst van de algemene banken contante US-dollars worden ingevlogen zodat hier, in Suriname, inkopen en betalingen met deze US-dollars gepleegd kunnen worden. Veelal gaat het om lokale inkopen van reeds geïmporteerde goederen en om goederen (en ook diensten) die helemaal niet geïmporteerd zijn of worden. In niet onbelangrijke mate wil men deze contante US-dollars ook verkopen aan illegale deviezenhandelaren die vooral ons bankwezen, maar ook bonafide wisselkantoren, op oneerlijke wijze beconcurreren door tegen veel hogere koersen op te kopen.

De verkoper krijgt dus “iets (of veel) meer” SRD’s voor zijn US-dollar, is daar heel blij om en rekent zichzelf op dat moment rijk(er). Waar deze verkopers niet bij stilstaan is dat de illegale of niet bonafide handelaar de deviezen op zijn beurt tegen een nog hogere koers doorverkoopt omdat men winst moet maken. Als dit op grote schaal plaatsvindt en winkelzaken (en/of importeurs) hogere koersen moeten betalen zullen zij de prijzen in hun winkels of ondernemingen meteen opschroeven. De gevolgen daarvan zullen meteen te voelen zijn:
a) De stabiliteit van de wisselkoers wordt tenietgedaan;
b) De inflatie neemt toe;
c) De rente zal stijgen;
d) Grote delen van de samenleving worden in armoede gedompeld;

De essentie is dat deviezen moeten dienen om buitenlandse betalingen te plegen en dat de SRD dient voor het plegen van lokale betalingen. "Het is van belang dat onze samenleving daaraan meewerkt. Doen wij dat niet dan zullen wij ook nooit voldoende export hebben om aan de deviezenbehoefte, waarvan een deel echt onnodig is, te kunnen voldoen. Immers, als wij bijkans alle exportdeviezen voor het binnenlands betalingsverkeer zouden moeten aanwenden dan blijft er haast niks over om onze import te financieren. Het zou dan niemand moeten verbazen als de wisselkoers omhoog zou schieten. Wat een feit is, is dat de CBVS niet de bevoegdheid heeft om buitenlandse betaalmiddelen uit te geven om het binnenlands betalingsverkeer te laten plaatsvinden," legt Gersie uit.

Maatregelen
Door maatregelen die de Centrale Bank heeft getroffen wordt de importhandel al enige tijd in veel en veel grotere mate door het bankwezen bediend, zegt de bank-topper. Dat verloopt steeds beter waardoor er in de overmakingensfeer nauwelijks sprake is van druk. Er is daardoor relatieve rust met vrij constante wisselkoersnoteringen bij het bankwezen en vrijwel geen prijsstijgingen bij importgoederen.

Druk manifesteert zich eerder op de contante deviezenmarkt waar er, vanwege eerder aangehaalde omstandigheden, voortdurend op contante deviezen gejaagd wordt. In het recente verleden heeft de contante markt het wisselkoersniveau van onze economie bepaald maar dat is tegenwoordig, vanwege de getroffen maatregelen die geleid hebben tot kanalisering van de importhandel naar het bankwezen, niet meer zo. Toch wordt onderkend dat de contante markt in bepaalde mate verwachtingen van het publiek beïnvloed. De Centrale Bank overweegt daarom om zeer binnenkort wat meer statistieken van de contante markt te publiceren.

Als voorbeeld wordt gegeven dat het publiek een houvast zou kunnen krijgen als de CBvS ook de statistieken betreffende de saldi van wisselkantoren, weliswaar in geaggregeerde vorm (dus totalen en niet per wisselkantoor) aan het eind van elke dag zou publiceren. Dat zou een beeld van het totaal aan beschikbare contante deviezen aan het publiek kunnen geven.

De governor geeft in het voorbeeld aan dat de contante deviezenmarkt op 3 januari na, alle verrichte aan- en verkooptransacties, met batige saldi van US$ 530.000 en euro 829.000 afsloot. Hij voegt er verder aan toe dat er, op basis van de ervaringen, jaarlijks in de periode januari en februari een ietwat verhoogde vraag naar deviezen op de contante markt te bespeuren is en dat die vraag vervolgens dan weer verzwakt.

Ten slotte stelt Gersie in het vooruitzicht dat de Centrale Bank in samenwerking met onder meer het bankwezen en de overheid zeer binnenkort met een uitgebreide campagne zal aanvangen om de samenleving te informeren over een National Risk Assessment en een evaluatie van de Caribbean Financial Action Task Force (CFATF) die respectievelijk dit jaar en in 2020 zullen plaatsvinden. Dit zijn internationale afspraken waaraan Suriname zich verbonden heeft en die ook heel veel veranderingen van het betalingsgedrag in Suriname zullen vragen. "Het is van heel groot belang dat wij gauw orde op zaken stellen."
Advertenties