Doekhie: Ik dok echt niet, maar verzamel bewijzen
22 May 2015, 00:01
foto
Rashied Doekhie


NDP-topper Rashied Doekhie zegt aan Starnieuws dat hij echt niet 'dokt' om aan te tonen dat VHP-kandidaat Krishna Hussainali-Mathoera 'een crimineel' is. "Dat heb ik bijkans tien jaar geleden in De Nationale Assemblee gezegd en ik herhaal het nu weer". Doekhie zegt dat hij genoeg bewijzen heeft om te staven wat hij heeft gezegd. Diverse mensen die betrokken zijn bij deze zaak hebben hun getuigenis vastgelegd bij twee notarissen. Anderen hebben ook hun verhaal op de video vastgelegd. Dit alles zal overgelegd worden tijdens het kort geding.

De advocaat van Doekhie, Nailah van Dijk, heeft gisteren rechter Alida Johanns gewraakt. Dit tot verrassing van Mathoera en haar advocaat Gerold Sewcharan. Mathoera merkte dat Doekhie heel wat ernstige beschuldigingen geuit heeft aan haar adres en haar familie. Nu zij de zaak voor de rechter heeft gebracht, is de tegenpartij met vertragingstactiek bezig. Zij heeft gevraagd om vóór 25 mei een uitspraak in deze zaak, want zij vindt dat de kiezers niet moeten twijfelen als ze hun stem op haar zullen uitbrengen.

Doekhie vindt dat Mathoera simpele vragen moet beantwoorden. "Kent ze Mukesh Jinhoe en familie? Heeft zij niet vaker daar geslapen? Heeft zij de agenten gestuurd naar de familie die hun wapen tegen een klein meisje hebben aangehouden? Is zij geen eigenaar van de buitenboordmotoren geweest? Heeft ze agenten niet van de zaak weggehaald toen bepaalde bezwarende verklaringen naar boven kwamen?", stelt Doekhie. Hij haalt aan dat er genoeg bewijzen en getuigen zijn die kunnen aantonen dat hij gelijk heeft.

Over het vertragen van de zaak, zegt Doekhie dat hij naar Tapoeripa was in het weekend toen de dagvaarding kwam. Inderdaad heeft zijn advocaat om uitstel gevraagd de vorige week, omdat al de bewijzen moesten worden geordend en de mensen hun verklaringen zouden kunnen vastleggen. "Maar niet omdat we bang zijn of dokken", stelt de politicus. Over het wraken van de rechter, verwijst Doekhie naar zijn advocaat. Hij merkt op dat hij in het verleden ook in aanraking is gekomen met deze rechter op grond waarvan hij twijfelt of ze onbevangen oordeel kan vellen in deze zaak.
Advertenties