W’o set en baka
26 May, 12:50
foto



De president heeft recentelijk bij zijn politieke meetings als voorzitter én als president aan het aanwezige publiek, gevraagd om een tweede regeertermijn. Daarbij benadrukte hij steeds weer de economische ontwikkeling die het land momenteel doormaakt en dat het Surinaams volk eindelijk de vruchten zal plukken van de huidige pinari waarin hij hen heeft geplaatst.

De vraag moet echter aan hem gesteld worden of hij vergeten is welke beloften hij het volk voor en na zijn aantreden had voorgehouden. Los van het feit dat gelijk na zijn aantreden het “friends and family” beleid of nepotisme zeer manifest was, blijkt de coalitie waar hij leiding aan geeft te lijden aan vergeetachtigheid. Zijn grootste verdienste gelijk na zijn aantreden was dan ook het wijzigen van de statuten van Staatsolie voor zijn echtgenote.

Ter rechtvaardiging van zijn daden wees hij niet slechts continu naar zijn voorgangers, maar voerde bovenal een zwaar IMF-programma in, alvorens het vereiste herstelprogramma of sociaal programma in werking te hebben gebracht. Dit ertoe heeft geleid dat burgers nauwelijks de eindjes aan elkaar kunnen knopen en dientengevolge stijging van armoede. Eveneens toename van de vele sociaal-maatschappelijke misstanden, w.o. verhoging en verruwing van de criminaliteit, kinderarbeid, geweld tegen vrouwen en kinderen, dropouts in onderwijs, achteruitgang gezondheidszorg, drugs en corruptie, verlies arbeidsplaatsen.

Indien de president en zijn regeerteam werkelijk een tweede termijn verdienen, zal het volk van Suriname bepalen.
Echter moet  het volk niet vergeten, dat deze regering uitblinkt in centralistische besluiten, en niet-sociaal gericht beleid. Het laatstgenoemde konden wij gelijk na het aantreden van de regering merken doordat een der “dream team members” het volk ervan betichtte geen goede keuze te hebben gemaakt, waardoor gezinnen dagenlang in het water mochten blijven zitten, hetgeen leidde tot enorme materiële- en psychische schade, zonder compensatie. Vers in ons geheugen is ook het onder water zijn van onze landgenoten in Brokopondo, die continu aan de bel moesten trekken bij de regering voor hun ten hemelschreiende situatie. Eveneens moeten wij niet vergeten de vele democratische uitingen van het volk die, obv verouderde wetgeving, werden ontmoedigd.

Het huidige politiek handelen leidt ook tot demotivatie onder de bevolking, en met name bij de jeugd. Ondanks Suriname formeel voldoet aan de kenmerken van een democratie, heeft dit in de praktijk geleid tot een democratisch tekort, gezien de meerderheid der bevolking geen tot weinig vertrouwen heeft in de politiek en politici. Dit komt ook vanwege het feit dat elke nieuwe regering bij haar overname eigen mensen aanstelt binnen de overheid en parastatale organisaties, wegens “nieuwe beleidsinzichten”. Deze regering schittert in niet alleen het aanstellen van partijloyalisten, maar meer nog in het aanstellen van personen obv etnisch-raciale overwegingen, hetgeen heeft geleid tot polarisatie binnen de samenleving. Dit is erg  schadelijk voor de totale samenleving en de desbetreffende organisatie in het bijzonder.

Dit “stelselmatig” naar huis sturen van hoger- en middenkader leidt tot kennis- en kapitaalverlies, niet integer handelen, onbetrouwbaar en onbehoorlijk bestuur. Eveneens kan dit leiden tot schenden van de integriteit van betrokken personen. De huidige situatie in het land leidt ook tot braindrain, waardoor Suriname kampt met een wezenlijk tekort aan kader en capaciteit, hetgeen stagnerend werkt voor de ontwikkeling van het land.

Het systematisch instellen van vele presidentiële commissies of -werkgroepen leidt tot een centralistisch beleid en buiten spel plaatsen van wettelijk bevoegde organen. Eveneens is er onduidelijkheid ten aanzien van het aantal ambtenaren in dienst bij de overheid en die ondanks het “Public Sector Reform” programma toch niet zichtbaar blijken te zijn. Zie het recente verslag van de Rekenkamer over 2023, waarbij zij ernstige zaken aan de orde stelt. Citaat verslag; “ Als het om de personele administratie gaat, blijkt dat het personeelsbestand van ministeries niet klopt met van het CEBUMA. “ Bij het ministerie van BIBIS is er zelfs geen personeelsbestand aangetroffen” (Rekenkamer verslag resume in dWT vrijdag 26 april 2024). Dit is een rode vlag die ruimte biedt aan grootschalige corruptieve activiteiten.

Maatschappelijke groeperingen en individuele personen hebben herhaaldelijk aan de regering kenbaar gemaakt het tij serieus en rigoureus te keren. Door middel van een nationaal dialoog had de president hen uitgenodigd om inbreng te hebben in de ontstane situatie van het land. Echter zonder resultaat. Integendeel, in plaats van te luisteren naar de civil society, gedragen bepaalde functionarissen zich erg autoritair en denigrerend.
De taak is nú aan het volk om te beslissen in wiens handen zij de verantwoordelijkheid van onze natuurlijke hulpbronnen en de toekomst van haarzelf en kinderen wil leggen.

Drs. Th. Cirino
Advertenties