Dat er voetbaltalent in Suriname aanwezig is, staat buiten kijf. In de vorige eeuw is een Surinaamse vereniging er zelfs in geslaagd om Caribisch kampioen te worden. Momenteel doet de huidige landskampioen ook goede zaken in de regio. Voorts was het niveau destijds zo hoog, dat spelers uit Suriname, hun mannetje konden staan in het professionele circuit in Nederland. Het is zelfs aan Humphrey Minals (nu wijlen), gelukt om voor het Nederlandse voetbalelftal uit te komen. Het Surinaamse voetbal heeft zowat in elke generatie enkele uitschieters gehad, maar door gebrek aan beleid, waren er nooit voldoende spelers om een sterke nationale ploeg op de been te brengen of als er wel waren, werd hen (volgens betrokkenen) geinstrueerd om de wedstrijden te verliezen, omdat het bestuur niet bereid was om een langer verblijf op een toernooi, te bekostigen. Het gevolg was dat selecties keer op keer slecht presteerden, waardoor de droom om ooit op een Wereld Kampioenschap (WK) te staan, ongrijpbaar leek.
Enkele jaren terug heeft het bestuur van de Surinaamse Voetbal Bond (SVB) zich beijverd om beroepsvoetballers uit de diaspora te interesseren om Natio te komen versterken. Men ging ervan uit dat de professionals in staat moesten zijn om Natio binnen de kortste keren op een WK te krijgen. Aanvankelijk was er inderdaad een opleving te zien, omdat de bereidheid om te investeren aanwezig scheen bij het bestuur, dat in de veronderstelling leefde dat op korte termijn het veelvuldige van de investering bij plaatsing voor het WK, binnengehaald zou worden. Zo werden de eerste wedstrijden in de kwalificatiecyclus met klinkende cijfers in winst omgezet, totdat regionale grootmacht Canada te sterk bleek. Het debuut van Natio in de Gold Cup was niet alleen kommer en kwel, want er is een aardige partij neergezet tegen Costa Rica die echter vanwege gebrek aan ervaring, alsnog verloren ging.
Het was tijdens de Gold Cup toen de ware aard van dit bestuur manifest werd, want volgens enkele spelers was er bij de reservering geen rekening mee gehouden dat Natio uit de groep zou komen. Er zouden reeds tickets gereed zijn voor terugkeer, meteen na de groepsfase. Daar kwam nog bij dat het bestuur in eerste instantie weigerde om een speler alsnog te laten afreizen, hetgeen kwaad bloed zette bij de staf en spelersgroep. De krenterigheid van het bestuur heeft ertoe geleid dat de bondscoach die Natio ‘aan de praat gekregen had’, de laan uit werd gestuurd. Dit was het keerpunt in de ontwikkeling van Natio-Nieuwe stijl. Aan de gestage groei kwam abrupt een eind, met als gevolg een vrije val. Menigeen was zich ervan bewust dat het ontslaan van de bondscoach vanwege gekissebis, niet de oplossing was waar het Surinaamse voetbal op zat te wachten.
In een poging de val een halt toe te reopen, werden er nieuwe bondscoaches aangesteld, echter hapert Natio nog steeds. Het is voor de oplettende derde duidelijk dat er wrijvingen zijn in de top van het Surinaamse voetbal, maar vooralsnog houden partijen de kaken stijf op elkaar. Vanuit deze plaats is vaker aangegeven dat voor goede prestaties op het veld, een professionele organisatie nodig is en daarbij is een gezonde communicatie onontbeerlijk. Voorts moeten de juiste investeringen gepleegd worden. Er is al geruime tijd geen informatie gekomen van bestuurswege over het proces om nog meer beroepsvoetballers speelgerechtigd te krijgen. Is er een kink in de kabel bij de FIFA, of is er een dwarsligger in het bestuur, omdat er een te hoog prijskaartje zit aan dit traject? Ik kan niet voldoende benadrukken dat goede resultaten niet slechts afhankelijk zijn van talent, maar van een combinatie van een aantal factoren, waar investeringen een wezenlijk deel van uitmaken. Tenslotte mag het duidelijk zijn dat nationale ploegen niet van de ene op de andere dag succesvol zijn, maar dat het succes eerder het resultaat is van lange termijn planning. Om Natio-Nieuwe stijl kans van slagen te geven, moet het bestuur duidelijk achter het team gaan staan, want de tot nu toe getoonde halfhartige opstelling is misselijkmakend en leidt niet tot succes.
MireilleHoepel