IMF: Guyana leidt economische groei Caribische regio

De regio Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, die bijzonder zwaar werd getroffen door de verstoringen veroorzaakt door de Covid-19-pandemie, vertoont tekenen van economisch herstel. Guyana, met zijn productieve olie- en gasindustrie, leidt de economische expansie van de regio.

Volgens het World Economic Outlook-rapport van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) voor oktober 2022 zal Guyana dit jaar naar verwachting een groei van 57,8 procent optekenen. Dit werd onlangs bekend gemaakt na overleg tussen een IMF-team en lokale autoriteiten. Uit dit nieuwe rapport blijkt dat de groei van Guyana de hoogste is in de regio.

Het op één na hoogste regionale groeipercentage - 10,5 procent - wordt voorspeld voor Barbados. De andere olieproducenten in de regio, Trinidad en Tobago en Suriname, verwachten groeipercentages van respectievelijk vier procent en 1,3 procent.

Brazilië verwacht een groei van 2,8 procent, terwijl Venezuela een groei van zes procent verwacht. Alleen Haïti verwacht een negatieve groei van -1,2 procent.

De hele Latijns-Amerikaanse en Caribische regio verwacht een groei van 3,5 procent.

Hoewel uit deze cijfers blijkt dat meer landen in de regio aan het herstellen zijn, merkte het IMF op dat de wereldeconomie nog steeds te maken heeft met tal van "turbulente uitdagingen".

"Inflatie hoger dan in tientallen jaren, krappere financiële voorwaarden in de meeste regio’s, de Russische invasie in Oekraïne en de aanhoudende Covid-19-pandemie wegen allemaal zwaar op de vooruitzichten", aldus het rapport.

Andere zorgen zijn onder meer verdere schokken in de voedsel- en energieprijzen die de stijgende kosten van goederen en diensten voor consumenten kunnen verlengen. Als zodanig drong het IMF er bij beleidsmakers op aan de nodige fiscale en monetaire maatregelen te nemen om deze uitdagingen het hoofd te bieden.

In een eerder rapport, specifiek voor Guyana, benadrukte het IMF dat "voortgezet voorzichtig beleid en structurele hervormingen" cruciaal zijn.

Deze inspanningen, ondersteund door het Fonds zelf, kunnen de opbouw van macro-economische kwetsbaarheden helpen voorkomen en tegelijkertijd een meer inclusieve groei en rechtvaardigheid op lokaal niveau garanderen.