Quod bonum est verum in de Corantijn
02 May 2022, 22:37
foto


INGEZONDEN

Wat goed is, is waar (Quod bonum est verum). Beheers- en beschikkingsdaden door vreemden, op het grondgebied van een andere Staat, zonder toestemming is een schending van de soevereiniteit van die Staat.

Het beschermen van landsgrenzen is een integrale taak van de leiding van de Staat die wordt gedelegeerd aan verschillende departementen en economische activiteiten binnen die landsgrenzen zijn een exclusieve aangelegenheid van de Staat. De wateren van de Corantijnriver, die overigens een grensrivier is, zijn van oorsprong (lees bronrivier) tot de (maritieme) monding, Surinaams grondgebied. Een verdrag met betrekking tot beheersdaden in deze wateren is uiteraard niet onmogelijk, echter dient de historische context van deze daden in perspectief te worden geplaatst van de betwiste bronrivier van de Corantijn en het resultaat van het maritiem geschil.

Meestal ben ik niet raadselachtig en ter opfrissing: Suriname stelt zich op het standpunt dat de Boven-Corantijn de bron is van de Corantijn en volgens Guyana is de Curuni de bronrivier, met als gevolg, dat de driehoek tussen deze twee bronrivieren, betwist gebied is, bekend als het Tigri-dispuut. Het Maritiem geschil had te maken met de voortzetting van de linkeroever van de Corantijn in de Atlantische Oceaan. Een grens die wel is gedefinieerd in de 'overdrachtsbrief' van Minister President Joop den Uyl, bij de onafhankelijkheid van Suriname en wel als volgt: een denkbeeldige lijn die vanaf de laagwaterstand 10 graden Oostelijk van het Ware Noorden liep (in de zee). Deze lijn is in de loop van de tijd verschoven door Guyana naar 28-34 graden Oostelijk van het ware noorden, waardoor tussen de twee lijnen een 'maritieme' driehoek ontstond (nog steeds behorende tot het grondgebied van Suriname), die werd betwist. Dit geschil is beslecht door arbitrage en in 2007 werd de situatie dus dat de betwiste maritieme driehoek is gehalveerd, de helft ging naar Guyana en de andere helft mocht Suriname behouden.

Suriname is als kuststaat in de gelukkige positie dat het bepaalt wie visserij-activiteiten mag ontplooien in zijn wateren. Hierover kunnen terecht verdragen met andere staten worden gesloten, zoals recentelijk is verwezen naar de visserij verdragen tussen Suriname en Venezuela, van 1978,1986,1990,1998 en 2007. Deze visserijverdragen zijn wederkerig en bevatten o.a.: beperkingen met betrekking tot het soort vis welke gevangen mag worden met name in de maritieme wateren en een gemengde visserijcommissie, adequaat toezicht op de wateren door efficiënte kustwacht enz.

Onnodig te zeggen en toch besef ik dat het aangaan van technische verdragen een extensieve exercitie is, met een bepalende rol voor de wetgevende macht en de stakeholder departementen (ministeries) en organisaties. Het forum van een verdrag is mijns inziens minder die van regeringsleiders en meer die van staatshoofden. Hoewel het interessant zou zijn om het proces van welk verdrag dan ook tussen Suriname en Guyana te beschrijven en anticiperen, teken ik aan dat in elk geval over de Corantijnrivier, Guyana verheugd zal zijn als de vastlegging bevoegdheid tot beheers- en beschikkingsdaden plaatsvindt in een verdrag.

Ik waag mij af te vragen hoe wederkerig het verdrag tussen Suriname en Guyana kan zijn en breng in herinnering de gefaalde onderhandelingen van 1966 toen Suriname en Guyana, de status van de Opper Corantijn  bespraken. Guyana stelde zich toen (ineens) op het standpunt dat het zijn claim op de Opper Corantijn zou laten gaan als het grensregime van de Corantijn zou worden gewijzigd met dien verstande dat niet de linkeroever van de Corantijn de grens zou zijn, maar het diepst navigeerbaar punt in de wateren van de Corantijn, als grens zou worden beschouwd. Dit laatste is bekend als de Thalweg doctrine en is een methode van grensbepaling wanneer een rivier de grens vormt tussen twee staten.

Opvallend is dat sinds zijn onafhankelijkheid (1966), Guyana kennelijk belangstelling heeft voor een wijziging van de grens, zodanig dat het een deel van de wateren van de Corantijn tot zijn beschikking zal hebben. Goed diplomatiek gebruik schrijft voor dat verdragen meestal wederkerig van aard zijn, dus geven en nemen, netjes gezegd. Wat goed is, is waar. De Corantijn is Surinaams en Suriname is soeverein en dat is goed, dus waar.

Aashna Kanhai
Advertenties

Wednesday 08 May
Tuesday 07 May
Monday 06 May