Sinds de aanname van de ‘Wet Controle Valutaverkeer en
Transactiekantoren (valutawet) is het onduidelijk wie het daadwerkelijk voor
het zeggen heeft over de regels op het prijzen- en koersenfront. Zoals nader
toegelicht door de initiatiefnemers en ook in de valutawet zelf, is deze
bedoeld om o.a. ‘de onduidelijkheid m.b.t. de wisselkoers die gebruikt moet
worden bij de berekening van prijzen, weg te werken’. De prijzen van goederen
en diensten werden namelijk op basis van diverse koersen berekend en hadden
zeer nadelige gevolgen voor de burger. Artikel 2 van de valutawet verbiedt
daarom eenieder, voor vreemde
valuta transacties een andere wisselkoers dan die van de Centrale Bank van
Suriname (CBvS) te hanteren.
Kortom, de valutawet zou volgens de indieners ordening brengen en ook
bewerkstellingen dat, waar nodig, effectief kan worden opgetreden door de
economische dienst voor prijscontrole.
Met slechts enkele voorbeelden hieronder zal ik trachten aan te geven
wat de consument, die door deze valutawet beschermt hoort te worden, in het
dagelijks leven ondervindt. De prijzen in de winkels zijn niet verlaagd,
integendeel wordt de consument dagelijks geconfronteerd met aanhoudende
prijsstijgingen. Dit manifesteert zich niet alleen in de ‘supermarkt op de
hoek’, maar praktisch overal. Ik pakte vorige week een product in Tulip dat
geprijsd was voor SRD 32 en moest tot mijn verbazing bij de kassa SRD 40 (25%
meer) betalen. Toen ik hierover een opmerking maakte, werd mij simpelweg
medegedeeld dat ik de vrijheid had dit product terug te geven en mijn geld
terug te nemen, want ‘de kassaprijs is de juiste prijs’. Ook in het binnenland
zijn prijsstijgingen, zelfs van 50 en 100% op basisgoederen, thans een normaal
verschijnsel.
De ongebreidelde prijsstijgingen, vanwege de onduidelijke koers zijn
ook te merken bij aankopen van duurzame
consumptiegoederen. Twee recente voorbeelden: voor een personenauto moet ik
bij Yokohama maandelijks USD 130 aflossen. Bij de aflossing over de maand maart
wordt, op de vraag welke koers gehanteerd wordt, aan mij voorgehouden dat ik
geen koers kan doorkrijgen, maar voor het af te lossen bedrag (USD 130) zal ik over de maand maart SRD 1.365 moeten
betalen. Dit komt dus neer op een koers van SRD 10.50 voor 1 USD, terwijl de
koers van CBvS 7,52 is. Let wel: de valutawet was volgens de indieners
noodzakelijk omdat het tijd werd om de consument te beschermen.
De prijs van een gasfornuis bij Kirpalani (kenm: FFGF3052TS) werd in de
maand februari 2020 van de één op de andere dag verhoogd van SRD 6.575,= naar
SRD 8.435,=. De cambiokoers onderging in die periode een stijging van SRD 8.50
naar 10.00 voor de USD, een stijging van afgerond 18%, terwijl het artikel met
28% werd verhoogd. De valutawet is o.a. bedoeld om ordening te brengen op het
koersenfront en effectief optreden van de economische dienst voor prijscontrole
mogelijk te maken, staat in de Memorie van Toelichting. Met deze beschermingsmaatregel in gedachte
stapte ik daags na afkondiging van de wet de zaak weer binnen en wat schetst
mijn verbazing, hetzelfde gasfornuis (kenmerk: FFGF3052TS) is nu geprijsd voor SRD
12,915,=.
Concluderend:
Bij stijging van de cambio-koers (8,50 naar 10,00), afgerond 18% vóór
de aanname van de valutawet, is het artikel met 28% verhoogd. Na de aanname van
de valutawet is ditzelfde artikel met nog eens 53% verhoogd.
De vraag tevens de grote zorg die nu leeft in de gemeenschap is: Wie
moest in werkelijkheid door deze wet, die na een marathonzitting om 05.00 uur in
de ochtend werd aangenomen, worden beschermd?
E. Dennen