Valutawet debet aan verlaging kredietwaardigheid land
02 Apr 2020, 00:02
De dalende waarde van de staatsobligatie op de internationale kapitaalmarkt binnen een maand tijd.
De omstreden
Wet Controle Valutaverkeer en Transactiekantoren die op 21 maart overnight is
goedgekeurd, weegt zwaar in de verlaging van de kredietwaardigheid van
Suriname. De meest gerenommeerde kredietbeoordelaar Standard & Poor's (S&P) heeft
Suriname op 1 april 2020 de CCC+ notering gegeven. In januari had Fitch Ratings
de kredietwaardigheid van het land ook al verlaagd van B- naar CCC.
S&P zegt
dat de deviezenbeperkingen die De Nationale Assemblee heeft opgelegd, de eis
omvat dat contracten in vreemde valuta moeten worden omgezet in Surinaamse
dollars en dat transacties alleen kunnen worden gedaan in Surinaamse dollars. De
kredietbeoordelaar zegt dat ze heeft begrepen dat de beperkingen niet van
toepassing zijn op de verplichtingen in vreemde valuta van de overheid.
Beleggers zijn echter geenszins van plan om hun investeringen in vreemde
valuta uitbetaald te zien in Surinaamse dollars.
Staatsobligatie
Dat
beleggers huiverig zijn om risico's te nemen met Suriname blijkt ook uit de
steeds dalende prijs van de staatsobligatie van US$ 550 miljoen die per 1 april
nog maar de helft van de waarde behoudt. De staatsobligatie die in 2017 op de
internationale markt is aangegaan, neemt vanaf 2019 gestaag af met een sterke
duik op 17 december vorig jaar met een waarde van 70,8%. Er volgt een opleving
na de olievondst van Total/Apache in januari dit jaar. De obligatie piekt op 18
februari met 88,4% en duikt twee weken later met 10 punten naar 78%. Op 20
maart bereikt de staatsobligatie een dieptepunt van 57,7%. In drie dagen tijd
van 30 maart naar 01 april verliest de obligatie nog eens 8 punten en belandt op een
nieuw dieptepunt van 50,5%. En de vooruitzichten op herstel zijn negatief. Deze
maand moet de Staat ook de aandeelhouders van de obligatielening die is
aangegaan voor 9,25%, de halfjaarlijkse rente uitkeren van in totaal zo'n US$
26 miljoen.
De staatsobligatie was gisteren op 1 april nog maar de helft waard.
De
regering kan haar verhoogde financieringsbehoeften mogelijk niet volledig
financieren, omdat beleggers extra risico-minded zijn geworden, zegt S&P.
Volgens het ministerie van Financiën bedraagt de aflossing van de staatsschuld bijna SRD 1,7
miljard. De aflossing en rente van de binnenlandse schuld zou tegen de SRD 500 miljoen aanlopen. En de
schulden zullen in 2020 nog verder stijgen, zegt de kredietbeoordelaar, waarmee
ze nog steeds grotendeels in lijn zijn met historische niveaus.
Negatieve vooruitzichten
De
instituten van Suriname zijn het afgelopen jaar verzwakt. Daarbij komt dat de
politieke onzekerheid over de aanstaande verkiezingen de doeltreffendheid van
toekomstige beleidsreacties op de economische en fiscale uitdagingen waarmee
het land wordt geconfronteerd, kan verminderen.
De
situatie wordt er niet beter op. De wereldwijde Corona pandemie zal Suriname
economisch ook zwaar treffen. Met dalende olieprijzen en de stijgende
overheidstekorten en financieringsbehoeften voorziet de kredietbeoordelaar een
economische schok voor het land.
De
huidige politieke context brengt risico's op korte termijn voor de regering met
zich mee die snel en adequaat reageren op de uitdagingen waarvoor zij staat.
"De gevolgen van het vonnis van de president kunnen van invloed zijn op de
aanstaande verkiezingen in mei 2020." De regering heeft een kleine
meerderheid die ze zou kunnen verliezen, zegt S&P. "Het kan voor elke partij zonder duidelijke meerderheid moeilijk zijn om
tijdens deze stressvolle periode ingrijpende beslissingen te nemen en tijdig de
hervormingen door te voeren die nodig zijn om de financiën van Suriname op het
pad naar duurzaamheid te brengen."