Grondstoffen en Welvaart
06 Feb 2020, 02:47
foto


In begrijp de euforie die er heerst over de ontdekking van olie voor de Surinaamse kust. Politici konden na jaren van slecht beleid, het ene na het andere schandaal eindelijk iets positiefs melden. Voor de gewone man op straat kwam een sprankje hoop na jaren van koersstijgingen, steeds duurder wordende levensmiddelen en een belabberde staat van de (ouderen)zorg, onderwijs en andere publieke diensten. En even konden zij weer dromen van het ‘Dubai’ aan de Suriname rivier en waande de gewone man zich een oliesjeik in eigen land. De euforie bleek van korte duur, omdat het volgende schandaal zich heeft aangediend. Namelijk de ‘verdwenen’ miljoenen aan aardappelen, uien en niet nader te specificeren investeringen.

De ontdekking van grote voorraden aardolie en aardgas geeft hoop op welvaart. In dit artikel wil ik het iets breder trekken en zal ik het hebben over de relatie tussen grondstoffen c.q. natuurlijke hulpbronnen en welvaart. Is er een dergelijke causale relatie? Het antwoord is bevestigend. Echter, het gaat niet op voor alle landen dat de bevolking naar ratio profiteert van de natuurlijke hulpbronnen. Voor het gemak zal ik in de voorbeelden sfeer dichtbij huis blijven en terugblikken op de recente geschiedenis. Nog vóór de ontdekking van de oliereserve stond Suriname al op de 17e plaats van de ranglijst van rijke landen met natuurlijke hulpbronnen.

We weten dat de Suralco als multinational de laatste honderd jaar bauxiet heeft gewonnen uit de Surinaamse aardbodem. Wat is het land en de bevolking per saldo opgeschoten met dat ‘roodbruine goud’? Bruynzeel heeft decennia lang het tropisch regenwoud gekapt. Wat heeft de gewone man daarvan gemerkt? In de laatste twee decennia wordt het bos in versneld tempo leeg gekapt door Chinese en andere buitenlandse bedrijven met een dubieus verleden op het gebied van duurzaamheid. Wie profiteert het meest van het ruwe hout dat wordt geëxporteerd? De laatste tien jaar wordt het gele goud door verschillende multinationals ontgonnen. Wat merkt de gewone man van de royalty’s en belastingafdrachten die worden gedaan? De visgronden voor de kust worden zowat leeggevist; er stonden al fabrieksschepen klaar om de laatste slag te slaan. 

Wie heeft van al deze natuurlijke resources geprofiteerd? Is het salaris van de dagloner gestegen? Heeft de gewone Surinamer een beter gezondheidszorgstelsel voor in de plaats gekregen? Hebben wij een paar top universiteiten weten te vestigen? Zijn onze oevers nu zodanig versterkt dat het achterland gevrijwaard is van een stijging van de zeespiegel? Is de zorg voor onze ouderen kwalitatief verbeterd en niet langer afhankelijk van particuliere donaties? Hebben wij een efficiënt werkend ambtenarenapparaat weten op te bouwen? Zijn onze instituties versterkt? Het antwoord mag u zelf geven.

Een volkswijsheid zegt dat ‘resultaten uit het verleden geen garanties zijn voor de toekomst’. In dat opzicht zou ik dus optimistisch gestemd moeten zijn en dat het volk wel meer welvaart zal krijgen nu er zoveel olie en aardgas is ontdekt. Daar horen echter wel een aantal kanttekeningen bij. In de eerste plaats duurt het zeker 5 tot 7 jaar voordat de oliedollars Suriname zullen binnenstromen. De gewone man zal dus nog even door moeten pienaren. Maar dit kunnen de mensen nog uithouden. Een tweede kanttekening is dat de bedrijfsactiviteiten van multinationals niet erop gericht zijn om de welvaart van een land te dienen, maar het aandeelhoudersbelang prevaleert. En om dát aandeelhousdersbelang veilig te stellen hebben deze ondernemingen de slimste juristen, financieel specialisten en andere deskundigen aan boord zodat zij de meest lucratieve contracten afsluiten. 

Suriname ontbeert op dit moment de ‘dealmakers’ om voor het land voordelige deals te sluiten. De voornaamste reden van dat tekort is dat opeenvolgende regeringen niet hebben geïnvesteerd in human capital. Een derde afbreukrisico waardoor ook de olie de gewone man geen welvaart zal brengen, is het politiek-bestuurlijk apparaat. Er wordt met de mond beleden dat er voor nationaal publiek belang wordt gehandeld, maar de realiteit laat zien dat slechts lucratieve deals voor privaat belang worden gesloten. Het is slechts een klein percentage Surinamers dat geprofiteerd heeft van de natuurlijke hulpbronnen.

Wat is nodig om het tij alsnog te keren? Wat we nodig hebben zijn integere politici, integere bestuurders van instituten, een transparante bestuurscultuur (good governance), voldoende en goed gekwalificeerde mensen (human capital) en een visie op de toekomst. De sleutel om het tij te keren is in handen van de Surinamers zelf. Die hebben de keuze op 25 mei aanstaande óf een klein groepje zichzelf blijft verrijken óf dat zij een evenredig deel van de welvaart krijgen. Die keuze maakt de Surinamer in het stemhokje. En laat uzelf vooral niet met een pakketje of een grondbeschikking wegsturen en zeker niet met praatjes over neokolonialisme. Want het zijn opeenvolgende regeringen van Surinamers zelf die de laatste 40 jaar een opportunistisch beleid gevoerd hebben voor het eigen groepje van politieke vrienden.

Drs. S.A. Ramkhelawan. 
Hij is werkzaam als Strategisch beleidsadviseur
Advertenties

Friday 26 April
Thursday 25 April
Wednesday 24 April