EITI-rapport geeft transparantie in mijnbouwsector
24 Jan 2020, 20:45
NH-directeur Dave Abeleven Abeleven overhandig het EITI-document aan minister Sergio Akiemboto van Natuurlijke Hulpbronnen. (Foto: Raoul Lith)
“Goede kwaliteit data welke beschikbaar is voor investeerders, voor
onderzoekers is van eminent belang voor de ontwikkeling van de sector, maar ook
voor de ontwikkeling van een land”. Dit benadrukte Sergio Akiemboto, minister
van Natuurlijke Hulpbronnen (NH), bij de presentatie van hetEITI (Extractive
Industries Transparancy Initiative) Suriname 2017 rapport. Het document
is donderdag officieel aan de bewindsman overhandigd door Dave Abeleven,
directeur van het ministerie.
Akiemboto stelt dat dit document erg belangrijk is omdat het om een
stuk transparantie gaat over wat er gebeurt in de mijnbouwsector, wat er
gebeurt met de inkomsten, hoeveel er uit verdiend wordt, hoeveel concessies er
nog zijn, en wat de bedrijven in je land doen. De informatie uit het EITI
2017 is enorm belangrijk als je investeerders wil aantrekken, dat onderzoekers
komen om onderzoek te doen, maar zeker ook om beleid te maken, “omdat je ergens
naar toe kan om de juiste informatie te halen over de mijnbouwsector in het
land.”
Vanzelfsprekendheid
De NH-minister gaf aan dat het vanzelfsprekend lijkt dat bedrijven die
binnen de sector opereren hun data, zoals wat ze doen met de productie en
informatie bijhouden. Echter, wanneer het erop aankomt om deze informatie
beschikbaar te stellen gaat het volgens hem moeilijk. Hij stelde ook dat
ondanks regels, de ondernemers zich daar niet altijd aan houden. Akiemboto
vertelde dat de ervaringen die tijdens het traject zijn opgedaan,te verwachten zijn bij nieuwe initiatieven.
Hij stelde dat ze zeker zullen bijdragen aan het opstellen van het
eerstvolgende rapport. De standaarden en vereisten die er zijn, moeten ons
allemaal alert maken om ernaartoe te werken om wat we hebben ingezet, maar ook
wat nog behaald moet worden, te gebruiken als handvat, zei de NH-bewindsman.
Het EITI 2017 rapport is uitgebreider en verbeterd in vergelijking met
het vorig rapport, vindt Akiemboto. Er zijn volgens hem wat zaken die toen niet
waren meegenomen in het eerste rapport. Hij verwacht dan ook dat het volgend
rapport nog beter zal zijn. De NH-minister is zelf ook voorstander van
het zelf ontwikkelen van de mijnbouwsector, maar stelt dat er hier nog steeds
netwerk en kapitaal van buiten voor nodig is. “Als je dat wil betrekken in de
ontwikkeling van de sector, moet je data beschikbaar stellen.” De bewindsman
vertelt ook dat alle bedrijven die betrokken zijn in de mijnsector data hebben
aangeleverd. Naast de grote bedrijven zoals Iamgold, Staatsolie, NewMont en
Grassalco hebben ook de kleine bedrijven die georganiseerd zijn in de kleine
mijnbouw data aangeleverd. Alleen data van de goudzoekers nog is niet
aangeleverd, terwijl de goudopkoopbedrijven en exporteurs wel input hebben
gegeven.
De grootste bottleneck in Suriname ziet de
bewindsman dat data verspreid ligt, niet optimaal is of dat er dataverschillen
zijn over hetzelfde onderdeel. Verder speelt ook de committent van de
organisaties die niet op tijd hun informatie hebben aangeleverd. De NH-minister
geeft aan dat er standaarden zullen worden gecreëerd voor de bedrijven zodat ze
makkelijk en effectief hun rapportages kunnen doen.
Validatie
NH-directeur Abeleven informeert dat naast de
rapportageplicht een belangrijk aspect de validatie van het rapport is. In
maart 2020 reist een team van EITI
International af naar Suriname om het validatieproces te
leiden. EITI International moet kunnen verifiëren en valideren of wat in het rapport staat en het
heel proces om te komen tot het rapport ook daadwerkelijk is geschied zoals de
standaarden dat aangeven. Verder stellen ze ook vast als er sprake is van
progressie wat betreft EITI-standaarden in Suriname.
Het team zal meetings hebben met stakeholders waaronder bedrijven,
civil society en de overheid om checken of het rapport op waarheid berust en
als het proces is gegaan conform standaarden. De rapporten van 2016 en 2017
zullen in het validatieproces worden meegenomen. Vervolgens zal er nog een
review plaatsvinden, op basis waarvan ook wordt vastgesteld of er progressie is
of niet en in welke mate. Hierna wordt het rapport op de website van EITI International gepubliceerd.
Abeleven stelt dat dit validatieproces best een spannend traject
is. Bij de publicatie is er volgens hem overigens niet bij stilgestaan, zeker wat betreft hoe er
informatie gedeeld wordt via de website. Informatie en data uit het rapport
kunnen snel en gericht via de EITI Suriname website worden teruggevonden, zegt
hij. De komende tijd zal de communicatie over de inhoud van het rapport naar de
gemeenschap toe, vooral dorpsgemeenschappen, wordenopgestart.