Mogen wij nog hopen?
22 Dec 2016, 17:50
foto
Hans Breeveld


December is de maand waarin velen elkaar overladen met goede wensen. Wensen waarin onder andere de hoop wordt uitgesproken dat het nieuwe jaar een beter of tenminste een even goed jaar zal zijn als het jaar dat gaande is. Het werkwoord hopen waarvan hoop – zoals u weet - een vervoeging is, wordt in Van Dale omschreven als: “Gunstige verwachtingen koesteren t.o.v. iets dat men wenst”. In andere talen heeft “hopen” - voor zover mij bekend – ook een positieve connotatie. Ik heb dan ook ernstig mijn wenkbrauwen gefronst toen ik ooit de historicus E. A. Gessel “hoop” hoorde omschrijven als “uitgestelde teleurstelling”. Aangezien enkelen deze omschrijving steeds vaker citeren alsof het een appendix is van de Tien Geboden, dacht ik deze aan een beschouwing te moeten onderwerpen.

Dr. Eugene Gessel heeft in zijn lange leven veel lezenswaardige artikelen geschreven en even vele verdienstelijke lezingen alsook radio- en televisiecommentaren verzorgd. Het lijkt mij dat betrokkene geen dienst wordt bewezen als hij voornamelijk door deze – misschien zelfs, Gessel kennende, provocerend bedoelde – uitspraak zou voortleven. De definitie die Gessel ons ooit voorhield etaleert de gemoedstoestand van een zeer teleurgesteld mens. Het deprimeert en is een uiting van een enorm pessimisme.
Gegeven de wereldwijde betekenis van hoop kan ik mij eerder terugvinden in een omschrijving die de vakbondsleider André Koornaar ons steeds voorhield:” Hoop is een voorschot op toekomstig geluk”. Deze omschrijving wordt overigens toegeschreven aan de Franse schrijver Antoine de Rivarol.

Hoop en vertrouwen
Burgers mogen hopen als hun leiders hen toegezegd hebben zich te zullen inspannen om verbetering te brengen in hun situatie. Ze mogen hopen omdat ze erop mogen vertrouwen dat de leider de waarheid spreekt. Dat hopen is een voorschot op toekomstig geluk, indien we met betrouwbare leiders te maken hebben. Leiders die iets toezeggen en dat niet doen; leiders die constant het vertrouwen van hun volgelingen schenden maken van hopen een uitgestelde teleurstelling.

Maar geen mens kan slechts van de hoop leven. Iedereen zal de handen uit de mouwen moeten steken om mede de gewenste situatie te helpen realiseren. Wij kunnen niet in onze luie stoel blijven zitten en hopen dat wij ons dagelijks brood op tijd op tafel zullen zien verschijnen. Hoewel er ook in onze samenleving figuren zijn die – om het met Fred Derby te zeggen – zonder een druppel zweet onder de oksel zich schatten toe-eigenen, die eigenlijk de hele gemeenschap ten goede zouden moeten komen. Maar dat is een zaak voor hen, hun geweten, de geschiedenis en het recht dat ooit zal zegevieren.

Leden van de regering die moeten zorgen dat sociale uitkeringen op tijd worden uitbetaald, kunnen niet zitten hopen dat dat gebeurd. Zij moeten het doen. Sociaal zwakkeren mogen wel hopen dat ze op tijd over hun uitkering kunnen beschikken, omdat de wetgever de overheid middels wettelijke bepalingen hiertoe heeft verplicht.
Of een volk al dan niet hoop mag koesteren, hangt dus in hoge mate af van de betrouwbaarheid van hun leidinggevenden gekoppeld aan de eigen inspanningen.
Het is reëel om te hopen dat mensonterende situaties ooit tot het verleden zullen behoren. Daar is niets mis mee. Martin Luther King zei in zijn toespraak “Remaining awake through a great revolution” terecht: “History is the long story of the fact that somehow righteousness is stronger than evil”. Hij staat met deze constatering niet alleen. Exponenten van alle religiën geven toch steeds aan dat het goede het kwade zal overwinnen?

Zij die hoop blijven zien als “uitgestelde teleurstelling” hebben het waarschijnlijk niet over hoop, maar geven een omschrijving van “IJdele hoop”.
Burgers van een jonge natie moeten naast hun eigen inspanning steeds blijven hopen op een beter morgen. Door ons te concentreren op het positieve en te hopen dat verandering ten goede mogelijk is, voorkomen wij dat wij de onheilsprofeten worden die de ene self-fulfilling prophecy na de andere over ons afroepen.
Laat dus de hoop nooit varen. Als het niet een voorschot is op toekomstig geluk, doet hoop nog altijd leven.

Hans Breeveld
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May